direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en visie op het plangebied
Plan: Molendijk-Industrieweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp07MolenIndustrie-3002

1.1 Aanleiding en visie op het plangebied

Dit bestemmingsplan voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor het industrieterrein Molendijk-Industrieweg te Sliedrecht en de tussenliggende percelen. Het industrieterrein is van oudsher een intensief gebruikt terrein, ingericht op onder meer watergebonden bedrijvigheid. Het terrein wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van enkele grote bedrijven. Een aantal bedrijven heeft een sterke relatie met de van oudsher in Sliedrecht gevestigde baggerindustrie. Daarnaast worden de woningen langs de Molendijk, Baanhoek, de Kroonstraat en L. van der Wielstraat van een actuele bestemming voorzien.

Voor de bestaande woningen, het baggermuseum, groen, ontsluitingswegen, de waterkering en de bedrijvigheid bij de Van der Wielstraat geldt dat het bestemmingsplan het bestaande gebruik vastlegt. Voor de bedrijvigheid op het gezoneerd industrieterrein Molendijk-Industrieweg geldt dat de gemeente de van oudsher aanwezige (watergebonden) industrie in het plangebied wil behouden en versterken. De gemeente wil de bestemmingslegging van het industrieterrein up-to-date houden. Omdat ruimte voor nieuwe bedrijventerreinen in Sliedrecht schaars is, is de gemeente zuinig op de bestaande terreinen. Dit vraagt om permanent kwaliteitsbeheer en waar nodig een kwaliteitsimpuls door middel van herstructurering.

Het voorliggende bestemmingsplan respecteert de vergunde milieurechten van de in het gebied aanwezige bedrijven ('ieder bedrijf houdt wat het heeft') en biedt de bedrijven ontwikkelingsruimte waar dat mogelijk is onder meer door ruime bouwmogelijkheden en de toegepaste milieuzonering.

Het deel van het industrieterrein aan de Industrieweg (Kerkerak) is het enige terrein in Sliedrecht waar industriƫle activiteiten tot de hoogste milieucategorieƫn mogelijk zijn. De gemeente wil deze mogelijkheid ook in de toekomst blijven faciliteren en legt dit daarom vast in het voorliggende bestemmingsplan. In de Economische Visie Sliedrecht 2020 is bepaald dat de gemeente het bestaande kwaliteitsniveau op Kerkerak in stand wil houden.

Het industriegebied aan de Molendijk is een meer gemengd gebied. Van oudsher zijn hier woonfuncties en andere functies en bedrijvigheid door elkaar gesitueerd. De gemeente laat deze gemengde invulling zoals die nu is. Het bestemmingsplan maakt in dit deel geen nieuwe woonfuncties mogelijk. Het bestemmingsplan is dan ook overwegend consoliderend van aard. Wel bevat het bestemmingsplan, in tegenstelling tot de oude plannen uit de jaren '60, een actuele regeling voor de milieuzonering en actuele bouwregels. Verder wordt de grens van het gezoneerd industrieterrein vastgelegd en het industriegeluid van dit geluidgezoneerd industrieterrein mede via het bestemmingsplan geregeld. Voor de bedrijfsontwikkeling op het westelijk deel van het industrieterrein, Het Plaatje, is reeds een apart bestemmingsplan vastgesteld. Ontwikkelingen die in afgelopen jaren zijn gerealiseerd via vrijstellingen of omgevingsvergunningen, zoals het gemeentehuis, worden ook van een passende bestemming voorzien.

Vaststelling 2015

Na de vaststelling van het bestemmingsplan op 26 juni 2013 is door een aantal partijen beroep aangetekend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). Op 11 maart 2015 heeft de ABRvS uitspraak gedaan in deze zaak. Hierin heeft de ABRvS de beroepen gegrond verklaard en het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan vernietigd. De Afdeling heeft met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb de gemeenteraad opgedragen met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak het bestemmingsplan opnieuw vast te stellen. De ABRvS heeft bepaald dat het plan niet nogmaals als ontwerp ter inzage hoeft te worden gelegd, maar alleen opnieuw door de gemeenteraad hoeft te worden vastgesteld. Door de voorlopige voorziening van de ABRvS geldt het bestemmingsplan van 26 juni 2013 totdat de raad een nieuw bestemmingsplan heeft vastgesteld.

In de uitspraak is door de ABRvS geconcludeerd dat de wijze waarop de verdeling van de geluidruimte in het bestemmingsplan geregeld was, onvoldoende rechtszeker is. In paragraaf 3.4 (industrielawaai) en hoofdstuk 4 (juridisch plantoelichting) is verwoord hoe de geluidruimteverdeling in het nieuwe bestemmingsplan is geregeld.

Daarnaast heeft de Afdeling geconcludeerd dat bij de gemeente bekend was dat de gronden met de bestemming Water door de bedrijven in gebruik waren voor bedrijfsactiviteiten. Onvoldoende is onderzocht in hoeverre de bestaande gebruiksrechten in het bestemmingsplan konden worden opgenomen. De ABRvS acht dit in strijd met artikel 3:2 Awb.

Ten slotte wordt in dit bestemmingsplan de eerste herzieningen van het bestemmingsplan Molendijk industrieweg (NL.IMRO.0610.bp07MolenIndustrieh1-3001) zoals deze als ontwerp ter inzage heeft gelegen meegenomen.

In de toelichting van het bestemmingsplan zijn wijzigingen aangebracht in paragraaf 3.4 Industrielawaai en in Hoofdstuk 4. In hoofdstuk 4 staan de wijzigingen in de planregels en de verbeelding nader toegelicht.