direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Molendijk-Industrieweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp07MolenIndustrie-3002

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel op de begane grond;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied': verblijfsgebied met de functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het aantal woningen zoals aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van dit plan, mag niet worden vergroot;
  • c. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt in of ten hoogste 2 m achter de naar de weg gekeerde bestemmingsgrens gebouwd;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste:
    • 1. 4 m indien het gebouw bestaat uit 1 bouwlaag al dan niet met kap;
    • 2. 7 m indien het gebouw bestaat uit 2 bouwlagen al dan niet met kap;
    • 3. 7 m vermeerderd met 3 m voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het bestaande gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen al dan niet met kap;
  • e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste:
    • 1. 4 m indien het gebouw bestaat uit 1 bouwlaag zonder kap;
    • 2. 7 m indien het gebouw bestaat uit 1 bouwlaag met kap dan wel 2 bouwlagen zonder kap;
    • 3. 10 m indien het gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met kap;
    • 4. 7 m vermeerderd met 3 m voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen zonder kap;
    • 5. 10 m vermeerderd met 3 m voor elke bouwlaag boven de tweede bouwlaag indien het gebouw bestaat uit 3 of meer bouwlagen met kap;
  • f. de diepte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande diepte, met dien verstande, dat de diepte van de woningen aan het dijklint, mag worden vergroot tot een diepte van 10 m, indien de bestaande diepte minder dan 10 m bedraagt;
  • g. de inhoudsmaat van een hoofdgebouw zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mag niet worden vergroot, behalve door middel van dakkapellen, door middel van aanbouwen die op grond van lid 12.2.2 zijn toegestaan en als gevolg van vervangende nieuwbouw.

12.2.2 Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1 m achter de lijn in het verlengde van de voorgevel gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 100 m², met dien verstande dat de gronden gelegen op het zij- en achtererf voor 50% onbebouwd dienen te blijven;
  • d. de bouwhoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan gebouwd wordt, vermeerderd met 0,3 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d bedraagt de bouwhoogte van aanbouwen op een zijerf ten hoogste 5 m;
  • f. de goothoogte van aanbouwen op een zijerf bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • h. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • i. de diepte van aanbouwen aan de achterzijde van een hoofdgebouw, gemeten vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 4 m;
  • j. de afstand tussen aanbouwen op het achtererf en bijgebouwen bedraagt ten minste 2 m;
  • k. de voorgevellijn mag worden overschreden door tot het gebouw behorende erkers en serres, mits:
    • 1. de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
    • 2. de breedte van erkers en andere aanbouwen voor de voorgevel van woningen niet meer dan twee derde van de breedte van de gevel bedragen;
    • 3. de afstand van de aanbouwen tot de voorste perceelsgrens ten minste 2 m bedraagt;
    • 4. uitsluitend op de begane grondlaag wordt gebouwd.

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor (het verlengde van) de voorgevel: 1 m;
    • 2. achter (het verlengde van) de voorgevel: 2 m;
  • c. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m²;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.