direct naar inhoud van 6.6 Flora en fauna
Plan: MFC Zuidzijde, Rozenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2068MFCZdzdeRznb-VA02

6.6 Flora en fauna

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in bijlage 8.

Huidige situatie

De locatie ligt aan de rand van Rozenburg tussen de groene rand langs de bebouwde kom en de verschillende woonbuurten. De groene gordel is een belangrijk element voor de gehele gemeente en vormt een groene buffer tussen het woongebied en de zware industrie van de omgeving. Het groene gebied is voornamelijk recreatiegebied waar de natuur een vrije rol heeft. In de groengordel is water een belangrijk onderdeel. Bij de inrichting van het groengebied is gebruikgemaakt van reliëf in het landschap.

Beoogde ontwikkelingen

In het plangebied zal een nieuw multifunctioneel centrum worden ontwikkeld, bestaande uit een zwembad en twee sporthallen met bijbehorende horeca- en parkeervoorzieningen. Om de effecten op beschermde natuurwaarden te beoordelen is veldonderzoek verricht in 2010 door bureau Stadsnatuur Rotterdam (bijlage 9). Dit onderzoek was gericht op de aanwezige flora, broedvogels en vleermuizen. De gegevens met betrekking tot amfibieën en vissen zijn ontleend aan regionale verspreidingsgegevens uit verschillende bronnen (onder andere www.waarneming.nl).

Resultaten onderzoek

Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.

Soortenbescherming

Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (hierna Ffw) nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.

Het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een zwembad en twee sporthallen met bijbehorende horeca- en parkeervoorzieningen. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. In het plangebied komen naar verwachting de volgende beschermde soorten voor:

vrijstellingsregeling Ffw   tabel 1     gewone bosspitsmuis, huisspitsmuis, mol, egel, bosmuis, wezel, hermelijn, bunzing, konijn

bruine en groene kikker, gewone pad  
ontheffingsregeling Ffw   tabel 2      
  tabel 3   bijlage 1 AMvB    
    bijlage IV HR   alle vleermuizen (beperkt foerageergebied)  
  vogels   cat. 1 t/m 4    

  • Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1-soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.
  • Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron:www.vogelbescherming.nl).
  • Het ecologisch onderzoek uit 2010 geeft aan dat het groen een beperkte betekenis heeft als foerageergebied voor vleermuizen. De geringe aantasting van dit groen leidt daarom niet tot strijdigheid met de Ffw. Beschermde vissoorten, reptielen en insecten en zwaar beschermde amfibieën ontbreken in Rozenburg. Ook ten aanzien van deze soortengroepen staat de Ffw de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect flora en fauna geen belemmering vormt voor de uitvoering van het plan. Bij de uitvoering zal rekening gehouden moeten worden met broedvogels door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren.