Plan: | MFC Zuidzijde, Rozenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP2068MFCZdzdeRznb-VA02 |
In het plangebied worden geen nieuwe geluidgevoelige functies conform de Wet geluidhinder mogelijk gemaakt, zodat onderzoek naar wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai achterwege kan blijven. Deze aspecten staan de nieuwe ontwikkelingen dan ook niet in de weg.
De ontwikkeling zelf heeft een verkeersaantrekkende werking die zorgt voor een toename van het verkeer op omliggende wegen. In verband met deze toename is door DCMR een akoestisch onderzoek uitgevoerd dat is opgenomen in Bijlage 3. Uit het onderzoek blijkt dat er geen sprake is van een 'reconstructiesituatie'. De toename van de geluidbelasting ter plaatse van woningen aan de Zuidzijde bedraagt maximaal 1 dB. Voor de dag- en de nachtperiode geldt dat er geen sprake is van een toename van de geluidbelasting. Geconcludeerd wordt dat er vanuit het oogpunt van wegverkeerslawaai sprake is van een aanvaardbare situatie. De Wet geluidhinder, onderdeel wegverkeerslawaai, staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.
Beleid en normstelling
Een geluidszone wordt vastgesteld rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn gevestigd die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken' zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (Wgh). Dergelijke bedrijven worden ook wel 'grote lawaaimakers' genoemd. In dat kader is voor de industrieterreinen Europoort-Maasvlakte en Botlek-Pernis bij Koninklijk Besluit een geluidszone vastgesteld. Tot de geluidszone behoort het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de grens van de zone, zoals in de wet is vastgelegd. Buiten een geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van het de gezamenlijke bedrijfsactiviteiten op het betreffende industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.
Grenswaarden voor nieuwe gevoelige functies
Voor nieuwe geluidgevoelige functies, zoals woningen, geldt een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Voor nieuwe woningen die binnen de geluidszone liggen, is in het algemeen de vaststelling van een hogere waarde tot 55 dB(A) mogelijk. Op grond van de Wgh kan het college van burgemeester en wethouders de betreffende hogere grenswaarden vaststellen indien blijkt dat maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ondervinden van stedenbouwkundige, landschappelijke of financiële aard.
Verder is van belang dat het beoogde MFC een inrichting vormt in de zin van de Wet milieubeheer Op de activiteiten binnen de inrichting is de meldingsplicht op grond van het Activiteitenbesluit van toepassing. In het Activiteitenbesluit zijn onder meer grenswaarden opgenomen voor de geluidbelasting ter plaatse van omliggende woningen.
Onderzoek en conclusie
Het beoogde multifunctioneel centrum vormt geen geluidgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. Het aspect industrielawaai is daarom niet relevant voor de uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan.