direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Weenapoint
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1013Weenapoint-oh01

Artikel 8 Verkeer - Verblijfsgebied

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen ten behoeve van wandelen, verblijven en spelen, zoals trottoirs, voetpaden en trappen;
  • b. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen, zoals rijstroken, trambanen, fietspaden, parkeerplaatsen;
  • c. groenvoorzieningen, waterpartijen, waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen;
  • d. bouwwerken voor kleinschalige openbaar nutsvoorzieningen, verkeer en vervoersvoorzieningen;
  • e. geluidswerende voorzieningen;
  • f. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • g. "Waarde - Archeologie" (als bedoeld in Artikel 9), voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd;
  • h. ondergrondse parkeergarage, alleen ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage".
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Op de voor "Verkeer - Verblijfsgebied" bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:

  • a. in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde), zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers (al dan niet ondergronds) niet groter dan 10 m3, abri's, bovenleidingmasten c.q. portalen ten behoeve van trambanen, alsmede niet voor bewoning bestemde kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, welke gebouwen niet groter mogen zijn 80 m3;
  • b. uitstekende delen aan gebouwen als bedoeld in lid 8.1 onder f., niet dieper dan 2 meter uit de gevel en ten minste 2,2 meter boven maaiveld, met uitzondering van luifels geregeld in de bestemmingen "Centrum - 2" en "Centrum - 3".

8.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.

8.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1onder g. ten aanzien van vrije hoogte voor luifels, door een vrije hoogte van 4,5 m toe te staan, indien de noodzaak hiervoor blijkt uit windhinderonderzoek.