direct naar inhoud van 10.2 Inspraak
Plan: DWL-de Esch
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1003DWLdeEsch-oh01

10.2 Inspraak

Eindverslag

als bedoeld in artikel 12 (oud) van de Inspraakverordening Rotterdam met betrekking tot het voorontwerpbestemmingsplan "DWL-de Esch".

Vanaf donderdag 25 november 2004 tot en met donderdag 23 december 2004 heeft het voorontwerp ter inzage gelegen op het deelgemeentehuis, Oostzeedijk 276, Rotterdam.

Inspraakbijeenkomst

Op 11 januari 2005 is in wijkcentrum De Esch, Rijnwaterstraat 7-23, een inspraakbijeenkomst gehouden. Het verslag van deze bijeenkomst is als bijlage bijgevoegd. Het verslag heeft van 10 februari 2005 tot en met 9 maart 2005 ter inzage gelegen en is toegezonden aan degenen die tijdens de inspraakbijeenkomst aanwezig waren. Gedurende de periode van 25 november 2004 tot en met 26 januari 2005 konden schriftelijke zienswijzen worden ingediend.

Mondelinge zienswijzen

Tijdens de inspraakbijeenkomst op 11 januari 2005 kwam, na een korte uitleg van het bestemmingsplan, onder andere het volgende aspect aan de orde:

- Op de uitwerking van het waterplan zijn twee bouwlagen toegestaan, terwijl de meeste bebouwing uit drie lagen bestaat".

De derde laag wordt gerekend tot de kap van de woningen. Deze wordt niet als bouwlaag gezien.

Schriftelijke inspraakreacties

Tijdens de periode van 25 november 2004 tot en met 26 januari 2005 zijn de volgende schriftelijke inspraakreacties ingediend.

  • 1. Mevr. C.M. Muiser, Waterwerk 79, 3063 HB Rotterdam
  • 2. Ilse Slotboom-Sjoerdsma, Waterwerk 48, 3063 HB Rotterdam
  • 3. Mevr. L. van der Zee, Waterwerk, 89, 3063 HB Rotterdam
  • 4. G.A.G. Wassink, Waterwerk 81, 3063 HB Rotterdam
  • 5. Leo van Oosten, Waterwerk 43, 3063 HB Rotterdam
  • 6. Sjanet A.M. Benschop en G.A.F. van Baalen, Waterwerk 77, 3063 HB Rotterdam
  • 7. J.Meijer en M. Meijer-van der Kraan, Waterwerk 23, 3063 HB Rotterdam
  • 8. M.J.W. Nillesen en C.M. ten Doesschate, Waterwerk 25, 3063 HB Rotterdam
  • 9. Erik Venema, Waterwerk 85, 3063 HB Rotterdam
  • 10. H. van Veen, Waterwerk 65, 3063 HB Rotterdam
  • 11. P. Zuurbier, Hoge Filterweg 594, 3063 KL Rotterdam
  • 12. Drs. George van Olffen, Waterwerk 41, 3063 HB Rotterdam
  • 13. Het bestuur van Reinwaterkelders, Suzanne Dalman en Crispijn Simons Waterwerk 57, 3063 HB Rotterdam
  • 14. H.H. Muller, Waterwerk 72, 3063 HB Rotterdam
  • 15. Rob Bosboom, Waterwerk 60, 3063 HB Rotterdam
  • 16. C. van der Zee, Waterwerk 89, 3063 HB Rotterdam
  • 17. Fam. van der Wiel, Toepad 64, 3063 NJ Rotterdam
  • 18. G. Lebbing, Nesserdijk 406, 3063 NE Rotterdam
  • 19. Bernard Seldenrath en Tineke van der Kamp, Plantagelaan 3, 3063 NG Rotterdam
  • 20. J.W. Grevink, Waterwerk 89 en N.F. den Oude, Waterwerk 91, 3063 HB Rotterdam
  • 21. DWL/bewonersplatform, Rijnwaterstraat 23, 3063 HC Rotterdam
  • 22. Adboma Projectontwikkelaars, Barbizonlaan 86, 2908 ME Capelle a/d IJssel

Veel van de ingediende inspraakreacties hebben betrekking op dezelfde punten. Het betreft met name inspraakreacties tegen de mogelijkheid van een horecapaviljoen in het park "Oude Plantage" en tegen de uitbreiding van het militaire terrein, de Van Ghentkazerne. Deze inspraakreacties zijn samengevat en worden behandeld onder het kopje "Algemeen". De overige inspraakreacties worden apart behandeld, onder het kopje "Overige inspraakreacties".

Algemeen

10.2.1 Informatieverstrekking

Gevraagd wordt op de hoogte te worden gehouden van de verdere besluitvorming en planprocedure.

Reactie

Met betrekking tot de bekendmaking van verschillende fases in een bestemmingsplanprocedure wordt voldaan aan de in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Algemene wet bestuursrecht gestelde publicatievereisten. Het is de eigen verantwoordelijkheid van belanghebbende om op de hoogte te blijven van het verloop van de bestemmingsplanprocedure.

10.2.2 Horecapaviljoen

De komst van een horecapaviljoen gaat ten koste van het park. Verdwijning uniek openbaar groen langs de Maas. Forse bomenkap, die ook nog een schaduwplek opleveren. Verloren gaan van recreatieruimte en onbevangen recreëren is niet meer mogelijk.De bomen en de vierkante meters park zijn van vitaal belang voor de "groene long-functie" van de stad. Belemmering uitzicht.

Reactie

In het "voorontwerp bestemmingsplan DWL-de Esch" werd de mogelijkheid gecreëerd om een horecavoorziening te realiseren van maximaal 500 m². In het ontwerp bestemmingsplan "DWL-de Esch" is deze mogelijkheid geschrapt.

10.2.3 Van Ghentkazerne

Volgens het OBR is de uitbreiding van het militair terrein bedoeld om het Europese hoofdkwartier van het "verhuisbedrijf" van het Amerikaanse leger te verplaatsen van Capelle aan den IJssel naar of naast het terrein van de Van Ghentkazerne. Na de aanslagen van 11 september 2001 is de beveiliging van het pand in Capelle aan den IJssel enorm opgevoerd. Vestiging van zo'n cruciaal legeronderdeel met daarbij behorende bewaking past niet in de landelijke omgeving van het Toepad en tast de veiligheid aan van de nabijgelegen sport-, volkstuin- en wooncomplexen. Dergelijke legereenheden horen niet thuis in of nabij een woonwijk.

Reactie

De uitbreiding van het militaire terrein is inderdaad bedoeld voor de vestiging van een kantoor voor een Amerikaanse logistieke militaire eenheid. Het SDDC (Military Surface Deployment and Distribution Command) is een militaire logistieke eenheid die verantwoordelijk is voor transport en havenoverslag van militair materieel en goederen in Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Het SDDC beheert en coördineert de transporten. De feitelijke transportwerkzaamheden worden door commerciële bedrijven verricht. Het SDDC-kantoor is momenteel gevestigd in Capelle aan den IJssel, echter het kantoor voldoet niet meer aan de aangescherpte veiligheidseisen ten aanzien van de afstand ten opzichte van aangrenzende gebouwen en het openbaar publiek terrein. Deze veiligheidsnormen zijn mondiaal afgekondigd door het Amerikaanse ministerie van defensie en zijn aldus niet het gevolg van specifieke activiteiten in het SDDC-kantoor. Dit is tevens een ontwikkeling in het kader van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De vereiste verklaring van geen bezwaar is door Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, inmiddels verleend. Zoals uit bovenstaande blijkt, zullen ter plaatse van de uitbreiding van het militaire terrein geen gevaarlijke activiteiten plaatsvinden. De veiligheid komt hiermee niet in het geding. De bewaking op het terrein is conform de gestelde veiligheidseisen van het Amerikaanse ministerie van defensie. De uitbreiding van het militair terrein is ten noordoosten van het militaire terrein, langs het Toepad. De uitbreiding ligt naast het Drinkwaterleidingbedrijf, tegenover een volkstuincomplex en een begraafplaats, en nabij het bedrijvencomplex "Autostrada". Het sportcomplex is op circa 130 meter van de uitbreiding gelegen. De dichtsbijzijnde woning is op een afstand gelegen van ruim 300 meter.Het aanliggend gebied kent reeds de bestemming "Militair terrein". Het gaat hier om een geringe uitbreiding van deze functie in noordoostelijke richting. De voorziene uitbreiding is niet in strijd met het karakter van het gebied.

10.2.4 Monumentale panden en bestemming militair terrein

Op het terrein staat onder meer een monumentale boerderij die al 31 jaar door het OBR verpacht wordt aan de familie Van der Wiel. Monumentale panden zijn een groot goed en behoren - ongeacht de bestemming - niet uit het zicht van het publiek te verdwijnen achter muren of beveiligingshekken. In het vigerend bestemmingsplan heeft de boerderij een recreatieve bestemming. Hier is sprake van gewoonterecht. De huidige woonbestemming dient in het huidige bestemmingsplan toegestaan te worden zolang de familie Van der Wiel nog in leven is. Daarna zou de recreatieve bestemming bekrachtigd kunnen worden, maar dan als een publieke recreatieve bestemming in plaats van een recreatieve bestemming voor alleen defensiepersoneel.

Reactie

Een monument is een object dat juridisch is beschermd vanwege de bijzondere cultuurhistorische en/of architectuurhistorische waarden. De boerderij op het militaire terrein is niet als zodanig aangewezen, en staat niet op de monumentenlijst van de gemeente Rotterdam. Een nadere bestemming of normering is in dit verband dus niet aan de orde. Er is met de familie Van der Wiel een overeenkomst gesloten betreffende vervangende woonruimte. Voor de bestemming militair terrein geldt dat de bebouwingsmogelijkheden volgens het huidige bestemmingsplan zijn gehandhaafd. Het wordt daarnaast mogelijk gemaakt om ter plaatse van de aanduiding "hoogteaccent" op de plankaart, in afwijking van de maximumbouwhoogte zoals aangegeven op de plankaart, een maximum bouwhoogte van 35 meter toe te staan. Het betreft hier de realisatie van een logiesgebouw en alleen voor deze plek wordt een uitzondering gemaakt voor wat betreft de bouwhoogte. Ter plaatse van de uitbreiding van het militaire terrein geldt eveneens de maximale bouwhoogte van 23 meter. Indien op het militaire terrein gebouwd gaat worden, dient te allen tijde een bouwvergunning aangevraagd te worden. Naast toetsing aan het bestemmingsplan, dient een bouwaanvraag getoetst te worden aan het bouwbesluit, aan de Bouwverordening Rotterdam, aan de redelijke eisen van welstand en eventueel (indien van toepassing) aan de Monumentenwet 1988.

10.2.5 Geluidoverlast

De kazerne is reeds een hindergevende functie (met name geluidsoverlast) in de woonwijk. Een dergelijk militaire activiteit hoort alleen daarom al niet thuis in een dichtbevolkt stedelijk gebied. Uitbreiding is dan ook zeker niet gewenst. Bovendien wordt er veel af en aangevlogen op de Van Ghentkazerne, hetgeen niet ten goede komt van het plezierige woongenot.

Reactie

Op het terrein komen circa 200 mensen te werken, hoofdzakelijk kantoorpersoneel. Van de kantoorfunctie zelf gaat geen hinder uit. De aanwezigheid van het kantoor zal wel enigszins merkbaar zijn aan het verkeer van en naar de wijk. Verkeerstechnisch levert dit geen problemen op. De milieueffecten zijn bekend en op basis hiervan kan gesteld worden dat zich geen problemen voordoen. De voorziene uitbreiding heeft geen effect op de vliegbewegingen van en naar de kazerne.

10.2.6 Wijkvisie De Esch

Uitbreiding van militair terrein is niet in overeenstemming met de Wijkvisie. De Esch en wijkt qua intentie af van de ontwikkelingslijnen die daarin worden geschetst.

Reactie

Ten tijde van het opstellen van de wijkvisie kon geen rekening gehouden worden met de ontwikkelingen die nu voorzien zijn. De wijkvisie is binnen deze context niet het instrument om een dergelijke ontwikkeling tegen te houden.

10.2.7 Wijkbelangen

De uitbreiding van het militaire terrein is strijdig met de belangen van de woonwijk en het naast de kazerne gelegen waterbedrijf (een object van levensbelang voor de Rotterdamse samenleving). Overlast en risico"s zullen hierdoor toenemen. De wens van het OBR om eigendom lucratief in te zetten als kantoorruimte voor een Amerikaans semi-overheidsbedrijf is een slechte reden om het bestemmingsplan te wijzigen. En kantoorruimte op deze locatie is in strijd met het huidige locatiebeleid. Zelfs bij het handhaven (en niet uitbreiden) van het militair terrein is een onderzoek naar de veiligheid sterk aan te raden. De kans is reëel dat onderzoek uitwijst dat een militair terrein naast een woonwijk en waterbedrijf planologisch ongewenst is. Ook is het aan te raden de hinderlijk militaire vliegbewegingen (helikopters) te verplaatsen naar luchthaven Zestienhoven. Daarnaast is het aan te raden de hoofdleidingen van het waterbedrijf binnen het bestemmingsplan extra te beschermen.

Reactie

Onder inspraakreactie nr. 10.2.3. is reeds beschreven dat de komst van het SDDC geen bedreiging vormt voor de veiligheid in de woonwijk.

10.2.8 Boerderij Voorhoeve van Muijden

De boerderij "Voorhoeve van Muijden" is een gemeentelijk monument en vormt samen met het erf, de boomgaard en de weilanden een integraal onderdeel van de rustieke omgeving. De Joodse begraafplaats en de boerderij vormen samen een laatste groene zone in dit bestemmingsplan en straalt nog een landelijke rust uit. Door de gronden van deze boerderij te bestemmen als militair terrein wordt een van de laatste landelijk plekjes in deze omgeving en in Rotterdam verstoord. Het wijzigen van de bestemming en het overdragen van de gronden en de boerderij aan de Van Ghent-kazerne betekent een impliciet toestemming voor de militairen voor het bebouwen van de omgeving van de boerderij. Hiermee verdwijnt het karakter van de omgeving en gaat de boerderij een onderdeel uitmaken van een militaire complex. Verzocht wordt de bestemming van de gronden te wijzigen zodat de boerderij en haar omgeving een onlosmakelijk geheel vormen en gezamenlijk in stand kunnen blijven.

Reactie

Alhoewel de boerderij karakteristiek genoemd kan worden betreft het geen gemeentelijk monument. Het gebouw stond te boek als zogenaamd m.i.p. (monument in procedure), maar is in een verdere selectieprocedure samen met andere m.i.p's van de lijst afgevallen. Om het kantoorgebouw voor het SDDC te kunnen realiseren wordt de bestemming "Militair terrein" uitgebreid met het terrein waarop de bewuste boerderij is gesitueerd. Dit ongeacht het feit of de boerderij nu wel of niet als monument aangemerkt is.