Plan: | Rioolgemaal P01 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0597.BPWEST2012GEMAALP1-OH01 |
In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet de uitvoerbaarheid van een ruimtelijk plan worden aangetoond. In dit verband is het van belang dat, gelet op de verplichtingen ingevolge de Flora- en faunawet (Ffw), aannemelijk moet worden gemaakt dat de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten niet in het geding is. Een volledige rapportage van het ecologisch onderzoek is opgenomen in Bijlage 1. Op basis van de onderzoeksresultaten is aanbevolen verder onderzoek te doen naar het gebruik van het plangebied door vleermuizen. Dit nader onderzoek naar vleermuizen is opgenomen in Bijlage 2. Onderstaande paragraaf geeft een samenvatting van de bevindingen van de onderzoeken die zijn uitgevoerd.
Onderzoek en conclusie
In het onderzoeksgebied aan de Poesiastraat zijn geen vaste vliegroutes of vaste rust- en verblijfplaatsen vastgesteld. In het gemaal is geen verblijfplaats aanwezig. Voor de geplande werkzaamheden is geen ontheffing voor de Flora- en faunawet vereist. Wel dient rekening gehouden te worden met de Algemene Zorgplicht (art. 2). Daarnaast kunnen zich in de struiken en bomen broedende vogels bevinden. Deze mogen tijdens broedseizoen niet verstoord worden. Daarom dienen de werkzaamheden plaats te vinden tijdens de broedperiode, welke grofweg loopt van 1 maart tot en met 1 augustus. Aanbevolen wordt om de werkzaamheden uit te voeren aan de hand van een door het Ministerie van EL&I goedgekeurde gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren.
Verschillende vleermuizen gebruiken het onderzoeksgebied als foerageerplek. Met name boven het grasveld is veel activiteit vastgesteld. In de luwte van de bomen zijn veel vliegende insecten te vinden. Bovendien houden de bomen veel straatverlichting tegen. Ook dit komt de insecten en daarmee vleermuizen ten goede.
Bij het nieuwe gemaal kan de waarde van het gebied versterkt worden door aan de achterzijde van het gebouw geen verlichting te plaatsen. De nieuwe waterpartij trekt waarschijnlijk veel insecten aan. Door dit gedeelte onbelicht te laten kan het aantrekkelijke foerageerplek voor vleermuizen worden. Een andere optie is om het gebouw te voorzien van vleermuisvriendelijke verlichting. Hierdoor blijft het voldoende verlicht voor mensen, maar storen vleermuizen zich hier niet aan. Tot slot bestaat de mogelijkheid om in het gebouw mogelijkheden te creƫren, waardoor vleermuizen het gebouw kunnen gaan gebruiken als verblijfplaats. Dit kan door toegang te bieden tot de spouwmuur en/of het plaatsen van speciale vleermuiskasten. Op deze manier kan het nieuwe gemaal bijdragen aan de versterking van de lokale vleermuispopulatie.