direct naar inhoud van 2.6 Gevolgen voor het bestemmingsplan
Plan: Bedrijventerrein Oosteind
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bp04Oosteind-3002

2.6 Gevolgen voor het bestemmingsplan

Het bestemmingsplan kan alleen ontwikkelingen mogelijk (toelaatbaar) maken, maar dwingt geen ontwikkelingen af. Een deel van de in het voorgaande genoemde aspecten; zoals verplaatsing van bedrijven, verkoop van delen van kavels en intensiveren van bebouwing dient in overleg met de betreffende ondernemers tot stand te komen. Daarnaast zijn voor het bereiken van een aantal doelen maatregelen buiten het bedrijventerrein zelf noodzakelijk. Niet alle wensen kunnen daardoor met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan worden ingewilligd.

De gebiedsvisie die ten grondslag ligt aan het bestemmingsplan, voorziet in grote lijnen, in het volgende:

  • de watergebonden bedrijvigheid wordt geconcentreerd aan de zuidzijde van het plangebied en (in sommige gevallen) ter plaatse van de insteekhavens. De bestaande bedrijven die zich ter plaatse bevinden en niet aan het criterium 'watergebonden bedrijvigheid' voldoen kunnen zonder meer de bestaande bedrijfsactiviteiten uitoefenen. Na bedrijfsbeĆ«indiging of verhuizing komt de betreffende locatie vrij voor watergebonden bedrijvigheid;
  • het gehele bedrijventerrein inclusief de insteekhavens wordt voorzien van een milieuzonering teneinde ook bij de watergebonden bedrijfsactiviteiten (zoals (laad- en los)activiteiten op het water, scheepsreparatie en dergelijke) rekening te houden met de in paragraaf 2.4 genoemde gevoelige gebieden in de omgeving;
  • de bestemmingsregeling voorziet in ruime bouwmogelijkheden (maximale bouwhoogte en bebouwingspercentages) op het bedrijventerrein daar waar mogelijk en passend vanuit ruimtelijk en milieu(technisch) oogpunt.

Bij de laatste twee punten moet wel de kanttekening worden gemaakt dat de huidige bestemmingsplanregeling al veel mogelijkheden biedt, zowel met betrekking tot de bebouwingsmogelijkheden (bebouwingspercentage en hoogte) als de toegelaten bedrijvigheid. Noodzakelijke restricties zijn veelal al een resultante van de gewijzigde milieuwetgeving.