direct naar inhoud van 4.4 Luchtkwaliteit
Plan: Bedrijventerrein Het Nieuwland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bp01bedrnieuwland-3001

4.4 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in de volgende tabel weergegeven6. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.

Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk na derogatie

stof   toetsing van   grenswaarde   geldig  
stikstofdioxide (NO2)   jaargemiddelde concentratie   60 µg/m³   2010 tot en met 2014  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 1 januari 2015  
fijn stof (PM10)1)   jaargemiddelde concentratie   48 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  jaargemiddelde concentratie   40 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³   tot en met 10 juni 2011  
  24-uurgemiddelde concentratie   max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³   vanaf 11 juni 2011  

1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).

Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:

  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a);
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1);
  • bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2);
  • de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c);
  • het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).

In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.

Onderzoek en conclusie

De Milieudienst Zuid-Holland Zuid heeft onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen die dit bestemmingsplan heeft voor de luchtkwaliteit7. Uit het uitgevoerde luchtkwaliteitsonderzoek blijkt dat ook na realisatie van bedrijvigheid in Bedrijventerrein Het Nieuwland ruimschoots voldaan wordt aan de grenswaarden uit de Wlk:

  • de hoogste concentratie stikstofdioxide (jaargemiddelde) bedraagt 31,8 µg/m³ in 2010 en 27,6 µg/m³ in 2015;
  • de hoogste concentratie fijn stof (jaargemiddelde) bedraagt 23,2 µg/m³ in 2010 en 21,7 µg/m³ in 2015.

In het onderzoek is rekening gehouden met de bijdrage van scheepvaart en de rijksweg. Gelet op de geldende grenswaarden mag de bestaande en nieuwe bedrijvigheid gezamenlijk 12,4 µg/m³ aan stikstofdioxide uitstoten en 16,8 µg/m³ aan fijn stof. Bekend is dat bedrijvigheid een bijdrage kan leveren aan de concentratie luchtverontreinigende stoffen. Uit onderzoeken die tot nog toe zijn uitgevoerd blijkt echter dat de uitstoot van zwaar luchtverontreinigende bedrijvigheid op de grens van de inrichting hooguit 1 tot enkele microgrammen bedraagt. Er is dan ook een inrichting van het industrieterrein mogelijk waarbij (ruimschoots) wordt voldaan aan de normen uit de Wlk. Overigens dient in het kader van het vergunningenspoor bij de oprichting van nieuwe bedrijven rekening te worden gehouden met de normen uit de Wlk.

Er wordt geconcludeerd dat de Wlk de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg staat.