direct naar inhoud van Regels
Plan: Oudewater en landelijk gebied Hekendorp en Papekop
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.BVOudewater-BVA1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 verordening

de beheersverordening Oudewater en landelijk gebied Hekendorp en Papekop van de gemeente Oudewater;

1.2 verordeningsgebied

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0589.BVOudewater-BVA1 met bijbehorende bestanden;

1.3 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.4 beperkt kwetsbaar object

een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.5 bestaand
  • a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken dat aanwezig is op het tijdstip van de vaststelling van de verordening of zoals dat kan worden gebruikt krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het gebruik, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  • b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening aanwezig zijn of nog kunnen worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, daaronder valt niet de bebouwing die reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  • c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.6 geluidsgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.7 hogere grenswaarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.8 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.9 risicovolle inrichtingen

inrichtingen, waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.10 voorkeurgrenswaarde

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.11 vuurwerkbedrijven

bedrijven die gericht zijn op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen.

Hoofdstuk 2 Bouw- en gebruiksregels

Artikel 2 Algemene bouw- en gebruiksregels

In het verordeningsgebied gelden de volgende regels:

  • a. ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden geldt, ter plaatse van het besluitsubvlak:
    • 1. 'A. van Ouwaterstraat': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'A. van Ouwaterstraat' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 2. 'Binnenstad': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Binnenstad' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 3. 'Brede Dijk': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Brede Dijk' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 4. 'Brede Dijk 8': de regeling zoals opgenomen in de bestemmingsplannen 'Brede Dijk 1972' en Brede Dijk herziening 1987' zoals opgenomen in Bijlage 1 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 5. 'De Noort Syde II': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'de Noort Syde II' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 6. 'Diemerbroek 16': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Driebruggen' zoals opgenomen in Bijlage 2 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 7. 'Diemerbroek 32a': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Driebruggen' zoals opgenomen in Bijlage 2 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 8. 'Gezondheisdcentrum Oude Singel': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Gezondheidscentrum Oude Singel' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 9. 'Hekendorperweg 36': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Hekendorperweg 36' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 10. 'Hekendorpse Buurt 65': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Hekendorpse Buurt 65' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 11. 'Hekendorpsebuurt 103': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Driebruggen' zoals opgenomen in Bijlage 2 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 12. 'Kapellestraat 2': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Kapellestraat 2' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 13. 'Kerkwetering 17': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Stadskern 1980' zoals opgenomen in Bijlage 3 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 14. 'Kern': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Kern' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 15. 'Landelijk gebied Hekendorp en Papekop': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Hekendorp en Papekop' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 16. 'Landelijk gebied Hekendorp en Papekop, Hekendorpse Buurt 21 te Hekendorp': de regeling zoals opgenomen in het wijzigingsplan 'Landelijk gebied Hekendorp en Papekop, Hekendorpse Buurt 21 te Hekendorp' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 17. 'Leeuweringerstraat 55a en 55b': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Stadskern 1968' zoals opgenomen in Bijlage 3 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 18. 'Lijnbaan 120': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'De Noort Syde' zoals opgenomen in Bijlage 4 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 19. 'Molenwal': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Molenwal' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 20. 'Papenhoef': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Papenhoef' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 21. 'R.K. Mariaschool aan de Nieuwstraat': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'R.K. Mariaschool aan de Nieuwstraat' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 22. 'Scholenlocatie Klein Hekendorp': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Scholenlocatie Klein Hekendorp' zoals opgenomen in Bijlage 5 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 23. 'Supermarktlocatie Wagenerf': de regeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Supermarktlocatie Wagenerf' met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 24. 'Wijngaardstraat 55': de regeling zoals opgenomen in het wijzigingsplan 'Wijngaardstraat 55' zoals opgenomen in Bijlage 6 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
    • 25. 'Wijngaardstraat 57': de regeling zoals opgenomen in het wijzigingsplan 'Wijngaardstraat 57' zoals opgenomen in Bijlage 7 met inachtneming van het bepaalde in lid b, c en d;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid a, voorzover het betreft in de artikelen van de bijlagen bij deze regels genoemde leden of artikelen waarin nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden, strafbepalingen, overgangsrecht en slotbepalingen zijn opgenomen, zijn deze niet van toepassing;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid a, zijn uitsluitend bestaande risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven toegestaan;
  • d. in afwijking van het bestaande in lid a, mag de afstand tussen geluidsgevoelige objecten en zoneplichtige wegen niet worden verkleind;
  • e. in aanvulling op het bepaalde in lid a geldt, voor zover het bestaande gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 2 lid a is geregeld, het volgende:
    • 1. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
    • 2. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie;
  • f. daar waar in de bijlagen bij deze regels 'aanlegvergunning of aanlegvergunningen' staat wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden';
  • g. daar waar in de bijlagen bij deze regels 'vrijstelling verlenen' staat wordt gelezen: 'afwijken';
  • h. daar waar in de bijlagen bij deze regels 'vrijstelling' staat wordt gelezen: 'afwijking'.

Artikel 3 Bouw- en gebruiksregels archeologie

  • a. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Archeologie' geldt in aanvulling op het bepaalde in artikel 2 dat de gronden - behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen - tevens zijn bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden;
  • b. Bij een omgevingsvergunning wordt beoordeeld of sprake is van archeologische of cultuurhistorische waarden aan de hand van het beleid en de onderzoeksprotocollen die zijn vastgelegd in de nota 'Actualisatie Archeologiebeleid 2015' met bijbehorende kaarten en met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een actualisatie plaatsvindt met dit nieuwe beleid rekening wordt gehouden.

Artikel 4 Voldoende parkeergelegenheid

4.1 Parkeren
  • a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, mag niet worden gebouwd wanneer voor dit bouwwerk op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien.
  • b. Bij een omgevingsvergunning wordt beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de normen die zijn neergelegd in CROW-uitgave 2012 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie', met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een nieuwe uitgave verschijnt, met deze nieuwe uitgave rekening wordt gehouden. Hierbij kunnen voorschriften worden opgenomen over het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein.
  • c. Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend een functiewijziging van bouwwerken of onbebouwde gronden in een functie met een grotere parkeerbehoefte, zonder dat in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's. Deze bepaling geldt niet:
    • 1. voor bestaand gebruik;
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien.
  • d. Bij de toepassing van het bepaalde onder c wordt beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de normen die zijn neergelegd in CROW-uitgave 2012 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie', met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een nieuwe uitgave verschijnt, met deze nieuwe uitgave rekening wordt gehouden, waarbij alleen gelet wordt op de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van de functiewijziging. Hierbij kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering en omvang van de parkeergelegenheid ten behoeve van het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein.
  • e. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en c en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
4.2 Laad- en losruimte
  • a. Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die behoefte. Deze bepaling geldt niet:
    • 1. voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
    • 2. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
  • b. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.

Artikel 5 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht bouwen

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 7 Overgangsrecht gebruik

  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Beheersverordening Oudewater en landelijk gebied Hekendorp en Papekop van de gemeente Oudewater.