direct naar inhoud van 4.9 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Klein Koninkrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01

4.9 Archeologie en cultuurhistorie

Beleid en normstelling

Monumentenwet 1988

De Monumentenwet 1988 regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.

Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.

Archeologische beleidsadvieskaart Hoeksche Waard

Op de archeologische beleidsadvieskaart Hoeksche Waard heeft het plangebied een middelhoge archeologische verwachting. Bij plangebieden groter dan 500 m² en bodemingrepen dieper dan 30 cm onder het maaiveld is archeologisch onderzoek verplicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01_0011.jpg"

Figuur 4.7 Uitsnede archeologische beleidsadvieskaart Hoeksche Waard

Plansituatie

Vanwege de archeologische verwachtingswaarden is in dit bestemmingsplan een beschermende regeling opgenomen. Voor het gehele plangebied geldt, vanwege de archeologische verwachting, een dubbelbestemming Waarde - Archeologie (WR-A). Bescherming vindt plaats door middel van specifieke bouwregels en een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden. Voor projecten die een omvang van 500 m² of meer hebben is voorafgaand aan de activiteiten archeologisch onderzoek nodig. Projecten die de bodem minder diep dan 30 cm onder maaiveld verstoren zijn hiervan vrijgesteld.

Conclusie

De uitvoering van archeologisch veldonderzoek is zeker gesteld door middel van het opnemen van een dubbelbestemming met bijbehorende omgevingsvergunningenstelsel. Op deze manier zijn de archeologische belangen gewaarborgd.

4.9.1 Cultuurhistorie

Voor het plangebied zijn geen cultuurhistorische waarden bekend. Zo zijn er geen rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig. De Hoeksche Waard is aangewezen als Nationaal Landschap. Het beleid is gericht op behoud en versterking van door het herkenbaar houden van de ruimtelijke kenmerken. Dit houdt in dat ruimtelijke ontwikkeling de strijdig zijn met dit uitgangspunt nader getoest worden waarbij het cultuurhistorisch belang zwaar weegt. Voor het plangebied is daarbij vooral de Gorsdijk van belang. De Gorsdijk is op basis van de provinciale cultuurhistorische kaart aangeduid als lijnelement met redelijk hoge (cultuurhistorische) waarde.

Vanwege het consoliderende karakter van het bestemmingsplan is er geen sprake van aantasting van cultuurhistorische waarden. Het aspect cultuurhistorie staat de uitvoering van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.