Structuurvisie Noordwijkerhout

Aan de inwoners van Noordwijkerhout,

Voor u ligt de Structuurvisie voor de kernen Noordwijkerhout en De Zilk , inclusief Sancta Maria en de Delfweg. Met deze structuurvisie geven burgemeester en wethouders aan hoe zij de toekomstige inrichting van de bebouwde kom van de gemeente zien. De looptijd voor de structuurvisie is tot 2020.

Voor het zogenaamde buitengebied (het bollenteeltgebied) van de gemeente wordt, in samenwerking met de gemeenten Hillegom, Noordwijk, Teylingen, Lisse en Katwijk gewerkt aan de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport. Deze visie is op 17 december 2009 vastgesteld en beoogt een vitale bollensector te combineren met landschappelijke kwaliteit.

De redenen voor het opstellen van de structuurvisie zijn enerzijds dat de Wet ruimtelijke ordening het opstellen van een structuurvisie voor de gemeenten verplicht stelt en anderzijds dat er een flink aantal ontwikkelingsplannen voor woningbouw op stapel staan. Er zal afstemming plaatsvinden met voornamelijk het bestaande beleid op het gebied van werken, zorg en welzijn, onderwijs, sport, toerisme en recreatie en mobiliteit. Wat dit laatste betreft zal het u bekend zijn dat ook gewerkt wordt aan een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan die in samenhang met deze structuurvisie is opgesteld. In de structuurvisie is ook aangegeven op welke manier de gemeente kosten voor voorzieningen van algemeen belang kan verhalen op ontwikkelaars die willen bouwen.

Ik vind het belangrijk dat al deze ontwikkelingen in samenhang bezien worden. Zeker omdat de nadruk ligt op het bouwen binnen de kernen van Noordwijkerhout en De Zilk. De Structuurvisie is bij uitstek het middel om de gewenste ontwikkelingen in samenhang te bezien. Nu de structuurvisie gereed is kan het gemeentebestuur beter bepaalde ontwikkelingskeuzes voor de toekomst maken maar ook beoordelen of het wenselijk is aan ingediende (bouw)plannen medewerking te verlenen.

Met elkaar kunnen wij zorgen dat het ook in de toekomst in Noordwijkerhout prettig wonen en werken blijft.

Met vriendelijke groet,

A.A. Morssink