| Plan: | Recreatiepark Noordwijkse Duinen |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | projectbesluit |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.pbrecreatieparknd-VA01 |
4.12 Archeologie
Normstelling en beleid
In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen en in 1998 door Nederland geratificeerd. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
Onderzoek en conclusie
De Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland laat zien dat het plangebied is gesitueerd in een gebied met een redelijke tot grote archeologische verwachtingswaarde (zie figuur 4.4). De mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden leidt tot de noodzaak om voorafgaand aan de werkzaamheden een verkennend archeologisch onderzoek uit te voeren ter plaatse van werkzaamheden die dieper gaan dan 30 cm onder maaiveld en een groter oppervlak beslaan dan 100 m². Een verkennend archeologisch bodemonderzoek heeft tot doel te inventariseren welke archeologische waarden hier precies aanwezig zijn en hoe deze het beste kunnen worden beschermd en dient te worden uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau.
Figuur 4.4 Uitsnede Cultuur - Historische Kaart Provincie Zuid-Holland
Door BAAC bv is een bureauonderzoek en inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het zwembad op het recreatieterrein2. Uit de resultaten blijkt dat het oorspronkelijk oppervlak ontbreekt en dat er geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Het advies luidt dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is. Overig onderzoek is in het projectgebied niet verricht.
Grondwerkzaamheden ten behoeve van het plaatsen van de recreatiewoningen zijn in een aantal gevallen nodig vanwege het geaccidenteerde karakter van de bodem. Deze zullen niet dieper reiken dan 30 cm. In de overige gevallen kunnen de recreatiewoningen op de huidige ondergrond worden geplaatst. Vanwege de geringe bodemverstoring
(< 30 cm) is nader archeologisch onderzoek om die reden ook niet noodzakelijk.
- 2. BAAC bv, Bureauonderzoek en Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek, BAAC-rapport 05.352, januari 2006 (onderzoeksgebied ten noorden van zwembad)