direct naar inhoud van Artikel 12 Natuur - Duinen - 2
Plan: Zee, Strand en Duin
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPzeestrandenduin-VA01

Artikel 12 Natuur - Duinen - 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Duinen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuur in de vorm van duinen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. voetpaden;
  • d. een ontsluitingsweg van en naar het strand, ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting'.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de in lid 12.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de aldaar genoemde bestemming.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het realiseren van bouwwerken, geen gebouwde zijnde, met dien verstande dat:

  • a. voor het bouwen van andere bouwwerken de volgende regels gelden:
    • 1. maximum bebouwingspercentage: 1%;
    • 2. maximum bouwhoogte speeltoestellen: 3 meter;
    • 3. maximum bouwhoogte overige andere bouwwerken: 2,5 meter.
  • b. toepassing van de afwijkingsbevoegdheid alleen mogelijk is indien in voldoende mate is aangetoond dat de realisatie van de bouwwerken niet leidt tot een overtreding van de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet dan wel dat voldoende aannemelijk is dat voor de overtreding van de verbodsbepaling van de Flora- en faunawet een ontheffing van de Flora- en faunawet kan worden verkregen.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Op en onder de in 12.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden ) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    • 2. het verrichten van graafwerkzaamheden;
    • 3. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a is niet vereist voor de volgende werken en werkzaamheden:
    • 1. het normaal onderhoud en beheer van de duinen;
    • 2. werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien door de werken of werkzaamheden, het belang van de aanwezige flora en fauna onevenredig wordt geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen in het belang van de aanwezige flora en fauna voorschriften worden verbonden betreffende:
    • 1. de verplichting tot het treffen van maatregelen waardoor de flora en fauna worden beschermd en/of hersteld.
  • e. Alvorens over te gaan tot de verlening van een vergunning als bedoeld onder a wint het college van burgemeester en wethouders advies in bij een onafhankelijke deskundige.