direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen
Plan: Zee, Strand en Duin
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPzeestrandenduin-ON01

Artikel 22 Wonen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven;
  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeren;
  • e. fiets- en voetpaden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. wate'.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 22.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat gebouwen slechts zijn toegestaan:

  • a. binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - stacaravan'.
22.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak: 100%;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' staat aangegeven;
  • c. maximum goot- en bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' staat aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw' mag de maximale bouwhoogte worden overschreden tot maximaal 7,5 meter, met dien verstande dat de overschrijding maximaal 1/3e van de ondergelegen bouwlaag bedraagt, tot een maximum van 100 m²;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - compensatie' mag pas worden gebouwd nadat de bebouwing van het voormalige waterpompstation op het perceel Kapelleboslaan 51 is gesloopt;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' zijn uitsluitend bijgebouwen toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - stacaravan' is maximaal 1 stacaravan toegestaan.
22.2.3 Dakkapellen

In aanvulling op het bepaalde in 22.2.2 sub c is het bouwen van dakkapellen toegestaan, waarbij:

  • a. bij meerdere dakkapellen op één dakvlak of op meerdere aaneengesloten dakvlakken de dakkapellen regelmatig zijn gerangschikt op horizontale lijn, dus niet boven elkaar;
  • b. bij een individueel hoofdgebouw een dakkapel gecentreerd is in het dakvlak of gelijk aan de geleding van de gevel;
  • c. de onderzijde van een dakkapel meer dan 0,5 meter en minder dan 1,0 meter boven de dakvoet is gelegen;
  • d. de bovenzijde van een dakkapel meer dan 0,5 meter onder de daknok is gelegen, met uitzondering van plaatsing in het achterdakvlak;
  • e. op een mansardedak een dakkapel alleen is toegestaan in het onderste deel van het dakvlak, met de bovenkant gelijnd aan de knik in het dakvlak;
  • f. op het voordakvlak:
    • 1. niet meer dan één dakkapel per hoofdgebouw is toegestaan;
    • 2. de zijkanten van een dakkapel meer dan 0,80 meter uit het hart van de woningscheidende bouwmuur of vanaf de buitenzijde van de zijgevel zijn gelegen, met dien verstande dat bij twee-onder-één-kap woningen ook één gecentreerde dakkapel op het gezamenlijke dakvlak mogelijk is;
    • 3. de hoogte van een dakkapel maximaal 1,50 meter is, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenzijde van het boeibord of de daktrim;
    • 4. de breedte van een dakkapel maximaal 2/3 van de breedte van het dakvlak is, gemeten tussen het hart van de woningscheidende bouwmuren of buitenzijde van de gevels';
  • g. op het zijdakvlak:
    • 1. de zijkanten van een dakkapel meer dan 0,50 meter uit het hart van de scheidende bouwmuur of vanaf de buitenzijde van de gevel zijn gelegen;
    • 2. de hoogte van een dakkapel maximaal 1,75 meter is, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenzijde van het boeibord of de daktrim;
    • 3. de breedte van een dakkapel maximaal 2/3 van de breedte van het dakvlak is, gemeten tussen het hart van de woningscheidende bouwmuren of de buitenzijde van de gevels.
22.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. maximum bouwhoogte erfafscheidingen voor of gelijk aan de voorgevel van een hoofdgebouw: 1 meter;
  • b. maximum bouwhoogte erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw: 2 meter.
22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Dakterras

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 22.2.2onder b een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het realiseren van een dakterras bovenop een éénlaagse aan- en uitbouw, waarbij:

  • a. boeiboorden tot een hoogte van 0,5 meter vanaf het dak van de aan- en uitbouw zijn toegestaan en terrashekjes en (dak)terrasafscheidingen tot een hoogte van 1,5 meter vanaf het dak van de aan- en uitbouw zijn toegestaan;
  • b. geen afbreuk wordt gedaan aan:
    • 1. de uitstraling aan de straatzijde;
    • 2. de daglichttoetreding en bezonning van gebouwen op aangrenzende percelen.
22.4 Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Aan-huis-verbonden beroep en bedrijf

Voor aan-huis-verbonden beroep en bedrijf geldt:

  • a. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
  • b. uitsluitend activiteiten worden uitgevoerd als bedoeld in categorie 1 en 2 van de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' dan wel activiteiten die naar hun aard en omvang gelijk te stellen zijn aan de genoemde categorieën;
  • c. de bedrijfs/beroepsactiviteiten worden door de bewoner(s) uitgeoefend;
  • d. maximaal 1/3e deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt gebruikt ten behoeve van de de bedrijfs/beroepsactiviteiten, met een maximum van 50 m²;
  • e. lichtreclame is niet toegestaan;
  • f. horeca en/of detailhandel zijn niet toegestaan;
  • g. bed & breakfast en gastouderopvang zijn wel toegestaan.