Plan: | Marslaan tussen 65 en 67 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0571.BPLKLmarslaan65-OH01 |
Het plangebied ligt aan de noordzijde van de Marslaan in Nieuw-Lekkerland. Nieuw-Lekkerland is van origine een lintvormig dijkdorp aan de zuidzijde van de Lek. De oudere dorpsbebouwing staat in een langgerekte tot circa 70 m diepe bebouwingszone. De binnen deze zone aanwezige bebouwing staat afwisselend hoog aan de dijk dan wel in het talud of zelfs geheel benedendijks. De bebouwingszone wordt door middel van een oude dijksloot gescheiden van de polder.
Sporadisch kwam echter ook agrarische bebouwing voor in het direct aanliggende deel van de polder. Door de latere aanleg van de naoorlogse woonwijken in het ten zuiden van de dijksloot gelegen poldergebied, zijn dergelijke locaties binnen de latere dorpsuitbreidingen komen te liggen. Het plangebied is een van deze locaties en maakt deel uit van het aan de westzijde gelegen agrarische perceel Marslaan 61-65. Dit perceel is niet alleen bereikbaar via de Marslaan maar ook vanaf de Lekdijk met een eenvoudige voetbrug over de dijksloot die uitkomt op het perceel Marslaan 61. In de huidige situatie is het plangebied in gebruik als erf c.q. volkstuin. In het vigerende bestemmingsplan is het bij de voormalige boerderij behorende plangebied bestemd als Woondoeleinden met als aanduidingen tuin en erf.
Het plangebied ligt direct ten zuiden van de dijksloot in de noordelijke rand van de naoorlogse woonbuurt rond de Planetenlaan en op circa 120 m afstand van het wijkcentrum van het Planetenplein. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de dijksloot en het aanliggende oude dorpslint. Direct ten westen van de gronden waarop het bouwplan wordt gerealiseerd staat de voormalige boerderij. De boerderij met de diverse aan- en uitbouwen is nu opgedeeld in 3 woningen (Marslaan 61, 63 en 65). Het plangebied vormt een recent afgescheiden deel van de bij de boerderij behorende gronden. Aan de oost- en zuidzijde van het plangebied staan naoorlogse rijenwoningen in maximaal twee woonlagen onder langskap. In tegenstelling tot de rijenwoningen is de oorspronkelijke boerderij gebouwd in één bouwlaag onder dwarskap.
Het voormalig agrarisch perceel en het af te scheiden plangebied liggen circa 10-13 m achter de perceelsgrenzen van de naastgelegen rijenwoningen. Het plangebied bezit een onregelmatige vorm waarbij het smalste deel van het perceel zich bevindt aan de zijde van de openbare weg. Het toekomstige woonperceel grenst met het achtererf over een lengte van circa 27 m aan de dijksloot. Hierdoor ligt het plangebied in zekere zin opgesloten tussen het oostelijk gelegen bouwblok met rijenwoningen en het westelijk gelegen voormalig agrarisch perceel.