Plan: | Boeierstraat, Nieuw-Lekkerland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0571.BPBoeierstraatNLL-VG01 |
Sinds 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen.
De watertoets is een instrument dat er voor zorgt dat bij alle ruimtelijke plannen (landelijk én stedelijk gebied) aandacht is voor de kwaliteit en kwantiteit van water. De watertoets is verplicht voor alle overheden die waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten hebben. Maar ook als bijvoorbeeld een particulier of ondernemer een vrijstelling van het bestemmingsplan nodig heeft, komt de watertoets aan de orde. In het kader van de Watertoets wordt contact opgenomen met de waterbeheerder. Dit is de overheid die verantwoordelijk is voor het waterbeheer in het plangebied. Meestal het waterschap, soms Rijkswaterstaat of de provincie. In dit geval het waterschap Rivierenland.
Het waterschap Rivierenland kan zo in een vroeg stadium meedenken over het ruimtelijke plan en bepaalt of het plan genoeg rekening houdt met water. Wanneer het plan is voorgelegd aan het waterschap Rivierenland geven zij hierover een ‘wateradvies'. De bedenker van het plan moet hier rekening mee houden. Soms moet het plan worden aangepast.
Sinds 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010 - 2015 “Werken aan een veilig en schoon Rivierenland” bepalend voor het waterbeleid in het werkgebied van het waterschap Rivierenland. Het Waterbeheerplan gaat over het waterbeheer in het hele rivierengebied en het omvat alle watertaken van het waterschap: waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen.
Naast het Waterbeheerplan heeft het waterschap Rivierenland ook de beschikking over een verordening: de keur voor waterkeringen en wateren. In deze verordening staan geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. Duidelijke en vastgestelde uitgangspunten hierbij zijn geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels. Initiatieven voor (bouw)werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden hieraan getoetst. In de beleidsregels staan ook voorwaarden die gelden bij stedelijke initiatieven.
Ligging plangebied
Het plangebied aan de Boeierstraat is niet gelegen binnen een beschermingszone in het kader van een waterkering. Daarnaast ligt het plangebied niet binnen een drinkwaterwingebied en is het eveneens niet gelegen in de directe nabijheid van oppervlaktewater. Het plangebied maakt wel onderdeel uit van een grondwaterbeschermingsgebied.
Grondwaterbeschermingsgebied
Grondwaterbeschermingsgebieden zijn aangewezen door Gedeputeerde Staten en vormen de zone rondom een waterwingebied. Het is een bufferzone die het grondwater in het waterwingebied beschermt. In de Provinciale Milieuverordening zijn voorschriften opgenomen die gelden voor grondwaterbeschermingsgebieden. Deze voorschriften zijn met name gericht op het voorkomen van vervuiling van de bodem en grondwater. Het oprichten van inrichtingen die onder andere werken met chemische-, ontvlambare en of meststoffen is dan ook verboden.
Naast het verbod voor het oprichten van bepaalde inrichtingen zijn ook enkele gedragingen buiten de inrichtingen verboden. Hierbij moet gedacht worden aan lozingen in de bodem, oprichten van boorputten, aanleggen van kampeergelegenheden en dergelijke.
Het doel van het beleid in grondwaterbeschermingsgebieden is kortom een zodanige bescherming van de bodem en het grondwater te bieden dat het water geschikt blijft om het met de gebruikelijke zuiveringstechnieken tot drinkwater en/of tot proceswater voor hoogwaardig gebruik te bereiden.
Waterberging
Bij de ontwikkeling van het plan is sprake van een toename van het verhard oppervlak met 605 m2. Het waterschap Rivierenland hanteert een 'vrijstelling' voor stedelijke ontwikkelingen die leiden tot een toename van minder dan 500 m2 ten opzichte van de bestaande situatie. Voor stedelijke ontwikkelingen die leiden tot een toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m2 is een watervergunning noodzakelijk.
Aangezien bij de ontwikkeling sprake is van een toename van 605m2 aan verhard oppervlak is sprake van een overschrijding van 105m2 boven de vrijstellingsoppervlakte van 500m2. Het waterschap gebruikt hiervoor als regel dat voor plannen met een toename aan verharding tot 5 ha, 436 m3 per hectare wordt gerealiseerd. De toename van 105m2 dient omgerekend gecompenseerd te worden met 4,36 m3 water. Dit houdt in dat een wateroppervlak van circa 20-21 m2 gerealiseerd dient te worden. Aangezien op de locatie aan de Boeierstraat geen ruimte is om de 21m2 waterberging te realiseren, heeft de woningbouwvereniging hiervoor ruimte gezocht buiten het plangebied. In overleg met het waterschap is de ruimte voor compenserende waterberging gevonden in het projectgebied van de te verplaatsen voetbalvelden.
Om daadwerkelijk tot realisatie van de benodigde waterberging te komen wordt door de Woningbouwvereniging Nieuw-Lekkerland en de gemeente Nieuw-Lekkerland een overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is vastgelegd dat 21m2 wateroppervlak wordt gecompenseerd in het plan 'De Compagnie'.
afbeelding - verhard/onverhard oppervlak bij bestaande en nieuwe situatie
Riolering
In de nieuwe situatie zal evenals in de huidige situatie het afvalwater (dwa) worden aangesloten op de bestaande riolering in de gemeente. Het hemelwater afkomstig van het verhard oppervlak wordt afgekoppeld. Om een goede waterkwaliteit te houden is het belangrijk dat bij de nieuwbouw geen uitlogende bouwmaterialen worden gebruikt.
[PM, het plan wordt in het kader van het vooroverleg nog voorgelegd aan het waterschap Rivierenland, eventuele adviezen/wijzigingen die uit de reactie van het waterschap naar voren komen zullen in het bestemmingsplan worden verwerkt]