direct naar inhoud van Regels
Plan: Omgevingsplan De Kade, partiële herziening 2023
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.BP80624-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Van toepassingsverklaring en juridische planopzet

  • 1. Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan blijven de navolgende bestemmingsplannen, zoals die gelden ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan, onverkort van kracht, met dien verstande dat de regels van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan De Kade" partieel worden gewijzigd als beschreven in Hoofdstuk 2 van de regels van dit plan:

Naam   IDN   datum vaststelling
 
Omgevingsplan De Kade   NL.IMRO.0556.BP20228-Va01   20 februari 2018
 
Parapluherziening Overbewoning   NL.IMRO.0556.BP86MSPARKEEr-VA01   13 oktober 2020  

  • 2. de verbeelding van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan De Kade", met planidentificatie NL.IMRO.0556.BP20228-Va01, als vastgesteld door de gemeenteraad op 20 februari 2018 is omwille van de leesbaarheid integraal overgenomen, met uitzondering van de onderdelen van de verbeelding die met onderhavig plan worden gewijzigd, welke wijzigingen zijn beschreven in de toelichting. Het besluit tot vaststelling van dit plan heeft alleen betrekking op de aangebrachte wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan De Kade", met planidentificatie NL.IMRO.0556.BP20228-Va01, als vastgesteld door de gemeenteraad op 20 februari 2018.
  • 3. Daar waar in deze regels wordt verwezen naar andere artikelen c.q. andere artikelnummers, betreft het verwijzingen naar artikelen en artikelnummers als opgenomen in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan De Kade", met planidentificatie NL.IMRO.0556.BP20228-Va01, als vastgesteld door de gemeenteraad op 20 februari 2018 , tenzij anders is aangegeven.

Artikel 2 Begrippen algemeen

  • 1. De in dit bestemmingsplan gebruikte begrippen dienen, mede gezien het bepaalde in Artikel 1 van dit plan, te worden uitgelegd overeenkomstig de begripsbepalingen als opgenomen in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan De Kade", met planidentificatie NL.IMRO.0556.BP20228-Va01, als vastgesteld door de gemeenteraad op 20 februari 2018, tenzij in Artikel 3 van dit plan iets anders is aangegeven.
  • 2. In aanvulling op de begrippen bedoeld onder 1 gelden voor dit plan de begrippen als opgenomen in Artikel 4 van dit plan.

Artikel 3 Te wijzigen begrippen

3.1 Te wijzigen begrippen

De volgende begrippen worden gewijzigd:

3.1.1 Vloeroppervlakte

de totale gebruiksoppervlakte (van alle verdiepingen) van een gebouw inclusief daarbij behorende magazijnen en dienstruimten e.d., te bepalen volgens NEN2580.

Artikel 4 Begrippen voor dit plan (partiële herziening)

4.1 plan

het bestemmingsplan 'Omgevingsplan De Kade, partiële herziening 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0556.BP80624-VA01 van de gemeente Maassluis.

4.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Artikel 5 Wijze van meten

Voor het meten van in dit plan opgenomen maatvoering gelden de regels over de wijze van meten als opgenomen in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan De Kade", met planidentificatie NL.IMRO.0556.BP20228-Va01, als vastgesteld door de gemeenteraad op 20 februari 2018.

Hoofdstuk 2 Wijzigingen in de regels

Artikel 6 Gebiedsbeschrijving

6.1 Algemeen

In hoofdstuk 2 van de planregels (Gebiedsbeschrijving) worden de navolgende regels toegevoegd, geschrapt, dan wel gewijzigd.

6.2 Kwaliteitseisen voor het gebied

In artikel 4 wordt het eerste lid als volgt aangepast:

Het gebied was tot medio 2019 in gebruik voor zware bedrijfsactiviteiten. Sindsdien vindt een transformatie naar een woon- en werkgebied met diverse functies plaats. Het gebied waarin deze transformatie mogelijk wordt gemaakt, wordt bestempeld als 'ontwikkelgebied'. Deze regel wordt geconcretiseerd in artikel 5.1 en 5.3.

Artikel 7 Toedeling van functies

7.1 Algemeen

In hoofdstuk 3 van de planregels (Toedeling van functies) worden de navolgende regels toegevoegd, geschrapt, dan wel gewijzigd.

7.2 Ontwikkelgebied
  • 1. Het in artikel 5.1 (Toegestane functies en gebruik) genoemde maximum aantal van 550 woningen wordt in zowel Tabel A en Tabel B gewijzigd in 800 woningen.

  • 2. Artikel 5.3, derde lid wordt als volgt gewijzigd in verband met de toevoeging van de aanduiding 'geluidzone - industrie' op de verbeelding: Woningen en andere geluidgevoelige gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht indien aan de voorkeursgrenswaarden uit de Wet geluidhinder wordt voldaan, zijnde:
    • a. voor railverkeerslawaai: Lden 55 dB;
    • b. voor wegverkeerslawaai: Lden 48 dB;
    • c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', voor industrielawaai: Letmaal 50 dB(A);

of indien wordt voldaan aan de vastgestelde hogere waarden, zijnde:

    • a. voor railverkeerslawaai: Lden 68,0 dB;
    • b. voor wegverkeerslawaai als gevolg van de Laan 1940-1945: Lden 63,0 dB (incl. wettelijke aftrek);
    • c. voor wegverkeerslawaai als gevolg van de Prinses Julianalaan: Lden 63,0 dB (incl. wettelijke aftrek);
    • d. voor wegverkeerslawaai als gevolg van de Deltaweg: Lden 63,0 dB (incl. wettelijke aftrek);
    • e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', voor industrielawaai: Letmaal 55,0 dB(A).

  • 3. Artikel 5.4, tweede lid wordt als volgt gewijzigd: De groene zones worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - groene zone' of binnen een afstand van 50 meter ter weerszijden daarvan, mits de oppervlakte van de groene zone daarbij niet wordt verkleind en de functie van scheiding van de (schier)eilanden behouden blijft.

  • 4. In de tabel bij artikel 5.7 (Afwijkingsbevoegdheden) worden de afwijkingsbevoegdheden met betrekking tot het mogelijk maken van een groter aantal woningen als volgt aangepast:

Artikel   Toegestane afwijking   Voorwaarden  
5.1, tabel A en B Wonen     Groter aantal woningen     - Uitsluitend door omzetting van bestaande ruimten voor andere hoofdfuncties dan woningen, indien is aangetoond dat aan deze hoofdfuncties geen behoefte is en derhalve leegstand kan ontstaan,
- Het aantal woningen binnen het Ontwikkelgebied mag door toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid niet meer dan 840 gaan bedragen.    
5.1, tabel A en B Wonen

   
Groter aantal woningen ten behoeve van hoogbouw   - Uitsluitend ten behoeve van de realisatie van een woongebouw waar op de verbeelding door middel van een maatvoeringsvlak een maximale bouwhoogte van 50 meter is aangegeven.
- Het aantal woningen binnen het Ontwikkelgebied mag door toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid niet meer dan 840 gaan bedragen.  

Artikel 8 Regels voor bouwactiviteiten

8.1 Algemeen

In hoofdstuk 4 van de planregels (Regels voor bouwactiviteiten) worden de navolgende regels toegevoegd, geschrapt, dan wel gewijzigd.

8.2 Hoofdgebouwen
  • 1. In de tabel bij artikel 12 (Hoofdgebouwen) worden de regels inzake de maximaal toegelaten bouwhoogte als volgt aangepast:

Maximale bouwhoogte   Maximaal de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat in aanvulling daarop geldt dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' maximaal 30% van dat aanduidingsvlak tot maximaal 50 meter hoog mag worden bebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' maximaal 40% van dat aanduidingsvlak tot maximaal 25,5 meter hoog mag worden bebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' maximaal 40% van dat aanduidingsvlak tot maximaal 24 meter hoog mag worden bebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' maximaal 40% van dat aanduidingsvlak tot maximaal 24,5 meter hoog mag worden bebouwd;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 5' maximaal 40% van dat aanduidingsvlak tot maximaal 24,5 meter hoog mag worden bebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' het aantal bouwlagen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal bouwlagen.  

  • 2. In de tabel bij artikel 12 (Hoofdgebouwen) komen de navolgende regels inzake de bebouwingstypologie van woningen te vervallen:

Bebouwingstypologie woningen     - Vrijstaand: maximaal 50% van het totaal aantal woningen
- Twee-aaneen: maximaal 50% van het totaal aantal woningen
- Aaneengebouwd: maximaal 75% van het totaal aantal woningen
- Gestapeld: maximaal 35% van het totaal aantal woningen   

  • 3. In de tabel bij artikel 15 (Afwijkingsmogelijkheden) komt de navolgende regel inzake hoogbouw tot 50 meter te vervallen:

12, bouwhoogte
(zie ook artikel 5.7)  
Hoogbouw tot 50 m   - Uitsluitend bij de realisatie van hoogbouw (woningbouw) ter plaatse van de aanduiding 'woontoren' (zie verder bij artikel 5.7)  

8.3 Overige bouwregels
  • 1. De tabel bij artikel 16.2 (Parkeergelegenheid bij gebouwen) komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende tabel:

Parkeergelegenheid   - Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto’s in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
- Aan het voorgaande (in voldoende mate ruimte aanbrengen) wordt voldaan indien wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in de Beleidsregels Parkeren Maassluis 2012.
- Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt getoetst aan beleidsregels die gelden op het moment van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.  
Ruimte voor laden en lossen   - Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort..
- Aan het voorgaande wordt voldaan indien wordt voldaan aan de normen die zijn neergelegd in de Beleidsregels Parkeren Maassluis 2012.
- Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt getoetst aan beleidsregels die gelden op het moment van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.  
Afwijkingsmogelijkheid   Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in dit artikel indien:
a) het voldoen hieraan door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit;
b) voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien; of
c) wordt aangetoond dat de van toepassing zijnde norm niet haalbaar is, maar daardoor de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed.  
8.4 Uitstel onderzoeken

Artikel 16.6 (Uitstel onderzoeken) wordt als volgt aangepast:

  • 1. In het kader van een omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' dient indien nodig middels onderzoek aangetoond te worden dat voldaan wordt aan de voor die activiteit in deze regels gestelde voorwaarden en dat de activiteit uitvoerbaar is.
  • 2. Voor het bouwen van gebouwen van 30 meter of hoger wordt in dat kader in ieder geval een onderzoek naar windhinder conform NEN 8100 overlegd, waaruit blijkt dat het bouwwerk niet leidt tot onevenredige windhinder.

Artikel 9 Regels voor overige activiteiten

Hoofdstuk 5 van de planregels (Regels voor overige activiteiten) blijft ongewijzigd.

Artikel 10 Algemene regels

Hoofdstuk 6 van de planregels (Algemene regels) blijft ongewijzigd.

Artikel 11 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk 7 van de planregels (Overgangs- en slotregels) blijft ongewijzigd.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van bestemmingsplan "Omgevingsplan De Kade, partiële herziening 2023".