Plan: | Omgevingsvisie Lisse 2040 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | gemeentelijke structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0553.OmgVisieLisse2040-vax1 |
Greenport Duin- en Bollenstreek
De Duin- en Bollenstreek geniet internationale bekendheid vanwege de Keukenhof en het bollen- en sierteeltcomplex. Economie en landschap zijn hier van oudsher nauw verbonden. Het bollencomplex is bepalend voor de bollenteelt en het karakteristieke landschap dat is ontstaan in de binnenduinrand. In 2005 wees het kabinet de Duin- en Bollenstreek aan als één van de vijf Greenports in Nederland. Daarmee erkent het Rijk het economisch belang van het totale bollen- en sierteeltcomplex in de Bollenstreek, met zijn productie, handel, distributie, onderzoek en promotie. Ook in het opvolgend rijksbeleid is het economisch belang van de Duin- en Bollenstreek bekrachtigd. Tegelijkertijd kent de streek - mede door de ligging op het schakelpunt van de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad - een hoge ruimtedruk.
Al in 1996 hebben overheden, marktpartijen en maatschappelijke organisaties de handen ineengeslagen en het ‘Pact van Teylingen’ vastgesteld om de aantasting en verrommeling van het gebied tegen te gaan en de bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten te behouden. In 2004 is dit uitgebreid met het ‘Offensief van Teylingen’ om gewenste ontwikkelingen die vertraagd werden, alsnog gebiedsgewijs te kunnen realiseren. Dit beleid is in 2009 vertaald in de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek (ISG); een wettelijk bindend planologisch kader waarin de gemeenschappelijke ambities van de Greenportgemeenten zijn geformuleerd. Om de omvangrijke economische en landschappelijke vitaliseringsopgave voortvarend ter hand te nemen hebben de Greenportgemeenten de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) opgericht. Het is voor de uitvoering van het beleid van groot belang dat deze gemeentelijke ambities geborgd blijven, ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
In de afzonderlijke omgevingsvisies van greenportgemeenten zijn de gezamenlijke doelstellingen opgenomen, die in de omgevingsplannen worden vertaald naar planregels. Daarnaast zal een Intergemeentelijk uitvoeringsprogramma Greenport Duin- en Bollenstreek worden vastgesteld waarin de doelstellingen, het beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en de uitvoering worden uitgewerkt.
Doelstellingen
1. De primaire doelstelling voor de fysieke leefomgeving in het buitengebied van de Duin- en Bollenstreek is een gemeenschappelijke inzet voor het herstructureren en revitaliseren van het bollen- en sierteeltcomplex in samenhang met de verbetering van de natuurlijke, landschappelijke en recreatieve kwaliteiten: een vitale economie in een vitaal landschap.
De Greenport Duin- en Bollenstreek ontwikkelt zich tot het internationale kenniscentrum voor innovatie, handel en wetenschap voor bloemen, bollen, knollen en vaste planten. Een gebied met een hoge landschappelijke kwaliteit met natuurwaarde en voldoende recreatiemogelijkheden waarin het economisch complex van bloemen bollen, vasten planten en toerisme op een duurzame manier samengaat met de ontwikkeling van sociaal economisch vitale kernen.
2. Behoud van ten minste 2625 hectare 1e klas bollengrond. Het teeltareaal blijft qua omvang minimaal gelijk, wordt in kwaliteit verbeterd en qua verkaveling gemoderniseerd en geschikt gemaakt voor schaalvergroting.
Uitgangspunt is dat per saldo 2625 ha eerste klas bollengrond (grond geschikt voor hyacintenteelt) gehandhaafd moet blijven. Omzetten van deze bollengrond naar andere functies is slechts mogelijk, indien dit passend is binnen het beleid en als dit gecompenseerd wordt door het produceren van nieuwe 1e klas bollengrond. Primair vindt deze compensatie plaats door het opruimen van verrommeling en het verbeteren van de kwaliteit van tweede klas bollengrond en in laatste instantie door het omzetten van daarvoor aangewezen graslanden. Deze regel is een harde garantie voor het behoud van productiegrond en voor het behoud van open ruimte. Omdat de integrale uitvoering van de bollengrondcompensatie van groot belang is wordt deze uitgevoerd door GOM en kan een grondeigenaar het onttrekken van areaal niet zelf compenseren. (Zie intergemeentelijk uitvoeringsprogramma.)
3. Het landschap wordt open(er) gemaakt conform het landschapsperspectief. Nieuwe woonfuncties zijn in het buitengebied uitsluitend toegestaan als deze als greenportwoning bijdragen aan de herstructureringsopgave.
De basis om tot verbetering van de landschapskwaliteiten in de Duin- en Bollenstreek te komen, is gebaseerd op het Landschapsperspectief uit de ISG. In het landschap zijn verschillende ‘kamers’ te onderscheiden. Grofweg ontstaan op deze manier drie bollenzones: de binnenduinrandzone (actief open maken), het centrale gebied (open houden) en enkele specifieke gebieden (selectief ruimte bieden voor verdichting). (Zie intergemeentelijk uitvoeringsprogramma.)
De bouw van nieuwe woningen is niet toegestaan, met uitzondering van de bouw van zogenaamde Greenportwoningen. Om het herstructureringsproces en de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit te financieren is in de ‘Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek’ afgesproken om 500 ‘Offensiefwoningen’ (‘dun en duur’) en 100 zogenaamde ‘landgoedwoningen’ (‘heel dun en duur’) in het buitengebied van de regio te bouwen. Deze twee categorieën zijn samengevoegd tot 600 Greenportwoningen en ook als zodanig opgenomen in de ‘Regionale Woonagenda’. Binnen de vijf gemeenten wordt gekeken naar geschikte locaties voor deze Greenportwoningen, waarbij gestreefd wordt naar een zo goed mogelijke landschappelijke inpassing. Bij de ontwikkeling van Greenportwoningen dient een financiële bijdrage te worden geleverd aan de GOM. GOM realiseert hiermee de kwaliteitsverbetering, dan wel op de locatie zelf of elders in het buitengebied van de Duin- en Bollenstreek, waarbij de openheid wordt hersteld zodat er per saldo landschapswinst optreedt.
4. De landschapskwaliteit en het landschapsbeeld worden verbeterd; ontbrekende groene schakels worden gerealiseerd, cultuurhistorisch erfgoed c.q. elementen worden ingepast en versterkt, het kenmerkende landschappelijke karakter van de Duin- en Bollenstreek blijft behouden.
De Duin- en Bollenstreek is gezegend met grote en kleine natuurgebieden zoals Natura 2000 gebieden en gebieden die deel uit maken van het Nationaal Natuur Netwerk (NNN), vroeger de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) genoemd. Belangrijk in het NNN zijn de ecologische verbindingszones die geïsoleerd liggende gebieden verbinden met grotere natuurgebieden. Deze verbindingen verhogen de natuurkwaliteit en bevorderen de biodiversiteit. Bovendien dragen ze bij aan verbetering van de landschapskwaliteit en ook kunnen ze van belang zijn bij bepaalde recreatieve ontwikkelingen. Naast de agrarische- en natuurgebieden zijn ook landgoederen een belangrijk element in het landschap van de Duin- en Bollenstreek. Historische structuren zoals waterlopen, lanen of zicht-assen moeten we actief versterken of herstellen.
5. Bedrijven die bijdragen aan de versterking van de Greenport krijgen de ruimte om zich te ontwikkelen mits wordt voldaan aan de dubbeldoelstelling voor economische vitaliteit en landschappelijke kwaliteit en de ontwikkeling bijdraagt aan het landschappelijk karakter van de Duin- en Bollenstreek.
Het bollen- en bloemencomplex, gericht op de teelt, broeierij en handel, inclusief vaste plantenteelt en sierteelt onder glas, is als onderdeel van de Greenport Duin- & Bollenstreek van grote economische waarde voor Nederland. Een groot deel van de wereldhandelstromen loopt via deze greenport. Voorkomen moet worden dat sterke en innoverende spelers in de knel komen. Het gaat er daarbij vooral om ruimte te bieden aan bedrijven die greenportgerelateerd zijn, waarbij investeringen die onmiskenbaar bijdragen aan de kwaliteit van de Greenport mogelijk gemaakt kunnen worden en gevestigde greenportbedrijven zich op een goede wijze kunnen doorontwikkelen. Nieuwvestiging van niet-grondgebonden bedrijvigheid in het buitengebied dient te worden voorkomen.
Schaalvergroting is noodzakelijk om meer ruimte te kunnen bieden aan groei van het bollencomplex met behoud van de landschappelijke kwaliteit van de Duin- en Bollenstrek die gebaseerd is op het landschapsperspectief van de ISG. Groeiende, moderne bedrijven worden op adequate wijze ruimtelijk ingepast in het landschap c.q. geclusterd gevestigd op moderne bedrijfslocaties.
Om de gewenste schaalvergroting binnen de Greenport op de juiste wijze te faciliteren moet ingespeeld worden op de behoefte van kwekers die in de nabije toekomst hun teeltareaal uitbreiden. Maatwerkoplossingen voor bedrijfssanering of -verplaatsing zijn onder voorwaarden mogelijk. Daarbij is naast de grondgebondenheid ook de duurzaamheid van de bedrijfsmatige activiteiten relevant. Een onafhankelijk agrarisch deskundige kan daarover in individuele gevallen advies geven zodat maatwerk toegepast kan worden. Het uitgangspunt daarbij is dat gronden buiten de Greenport niet meegerekend mogen worden.
Het sierteeltcluster in Rijnsburg is één van de belangrijke pijlers onder de Greenport. Het cluster is een nauw samenhangend geheel van kwekers, veredelaars, (groot)handelaren, logistieke dienstverleners, toeleveranciers en veiling Flora Holland. Het cluster strekt zich uit over de gehele Duin- en Bollenstreek.
De aanwezigheid van verspreid gelegen glastuinbouwbedrijven in het buitengebied leidt tot een aantasting van de kwaliteit van het landschap, waardoor de aantrekkelijkheid vermindert. Inzet blijft om bestaande gespecialiseerde glasbedrijven te verplaatsen naar Kloosterschuur-Trappenberg. Kwaliteitsverbetering van het landschap, onder andere ten behoeve van toerisme en recreatie gaat hand in hand met de vanuit bedrijfseconomische gronden gewenste herstructurering van gespecialiseerde glastuinbouw.
6. Er wordt gewerkt aan een in alle opzichten duurzame Greenport. Naast vermindering van emissies in bodem, lucht en water en van het gebruik van schaarse grondstoffen en energie is het stimuleren van een leefbare woon-, werk- en leefomgeving van groot belang.
Specifieke aandacht hebben de kwaliteit en kwantiteit van water in gebieden waar teelt in open grond plaatsvindt. Rekening houdend met klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en beschikbaarheid van voldoende zoet water moet het bodem- en watersysteem duurzaam worden ingericht, waarbij wateroverlast geminimaliseerd wordt met voldoende waterberging. De nadruk ligt verder op het voorkomen en verminderen van emissies naar het oppervlaktewater en het ecologisch inrichten van oevers.