direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: A4/Cronesteyn
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00008-0301

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Provinciale Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte'

Op 2 juli 2010 is de 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld door PS. De kern van deze visie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers.

Gestreefd wordt naar een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieu's in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

In de structuurvisie wordt aangegeven welke zaken de provincie Zuid-Holland van provinciaal belang vindt. Hiervoor zijn vijf integrale hoofdopgaven benoemd:

  • Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

'Visie op Zuid-Holland' is zelfbindend voor de provincie. Het toetsingskader voor de gemeente is uitgewerkt in de provinciale verordening.

In het kader van een concurrerend en aantrekkelijk internationaal profiel en van een samenhangend stedelijk netwerk, merkt de visie de A4 samen met de A16 aan als de belangrijkste achterlandverbindingen in Zuid-Holland. De transportstromen concentreren zich op deze assen. Zo nodig moet de omgeving hieraan worden aangepast.

De A4 is de hoofdslagader van de westelijke Randstad. De A4 verbindt het stedelijk netwerk van Zuid-Holland en Schiphol. De ontwikkelingen rond de luchthaven (met name de bedrijvigheid) zijn van nationaal belang en hebben een grote stuwkracht. De A4 moet daarom over de hele lengte het verkeer goed kunnen verwerken. Daarvoor is op korte termijn realisering van capaciteitsvergroting tussen knooppunt Burgerveen en Leiden van groot belang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0546.BP00008-0301_0005.png"

Figuur 3.2 Netwerk van infrastructuur en centra (bron: provinciale structuurvisie)

De provincie Zuid-Holland heeft de ambitie om de bereikbaarheid in de provincie te verbeteren. Deze ambitie is neergelegd in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP). In het beleidsbeeld tot 2020 is een onderscheid gemaakt in (inter)nationale en regionale verbindingen.

In de categorie (intern)nationale en randstedelijke verbindingen wordt diverse trajecten van de A4 genoemd in het beeld voor 2020. Eén van deze trajecten is het deel tussen Leiden en Burgerveen, waar toegewerkt wordt naar een situatie met 2x3 én 2x4 rijstroken.

3.2.2 Provinciale Verordening 'Verordening Ruimte Provincie Zuid-Holland'

In de Verordening Ruimte van de provincie Zuid-Holland, op 2 juli 2010 door Provinciale Staten vastgesteld, zijn de provinciale belangen uit de structuurvisie verder uitgewerkt in regels. Aan deze regels moeten ruimtelijke plannen van de gemeenten voldoen.

Gezien de consoliderende regeling voor het Polderpark en de rijksopgave om het Tracébesluit door te vertalen in dit bestemmingsplan, is de enige relevante bepaling uit de verordening het verankeren van ruimtelijke mogelijkheden binnen molenbiotopen. De molenbiotoop van zowel de Rodenburgermolen aan de Kanaalweg in Leiden als de Zelden van Passe langs de Zoeterwoudse zijde van de A4 reikt tot net binnen het plangebied. Beide biotopen worden om die reden vastgelegd.

3.2.3 Regionale Structuurvisie Holland Rijnland 2020

Deze structuurvisie is op 25 juni 2009 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland-Rijnland en vormt het gemeenschappelijke toetsingskader van alle regiogemeenten. Alle ruimtelijke ontwikkelingen in deze regio worden hieraan getoetst.

De visie bevat zeven kernbeslissingen die uitgaan van een evenwichtige ontwikkeling van wonen, recreatie, infrastructuur en intensief, meervoudig en duurzaam ruimtegebruik. De kernbeslissingen zijn:

  • 1. Holland Rijnland is een top woonregio;
  • 2. Leiden vervult een regionale centrumfunctie;
  • 3. concentratie stedelijke ontwikkeling;
  • 4. groenblauwe kwaliteit staat centraal;
  • 5. de Bollenstreek en Veenweide en Plassen blijven open;
  • 6. speerpunt voor economische ontwikkeling: Kennis;
  • 7. speerpunt voor economische ontwikkeling: Greenport.

De Holland Rijnland-gemeenten willen een aantrekkelijke regio, waar je niet alleen plezierig werkt en woont, maar ook prettig kunt recreëren. Ook moet Holland Rijnland goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer en de auto. Verder wil de regio zich onderscheiden in de Randstad en bijdragen aan de internationale positionering daarvan. Onder andere door de toegevoegde waarde op het gebied van landschap, wonen en economie. In het bijzonder voor economische sectoren als Greenport, Bio Sciences en ruimtevaarttechnologie.

Een grote opgave vormt de uitbreiding van (de capaciteit) van de aanwezige infrastructuur. De hoofdverkeersassen (A4, A44, N206) zijn allen noord-zuidgeoriënteerd. De oost-westgeoriënteerde verbindingen tussen deze assen behoeven de komende jaren ingrepen om de mobiliteitsvraag aan te kunnen. Deze ingrepen kunnen de capaciteitsuitbreiding van bestaande structuur betreffen, maar op verschillende locaties wordt tevens overwogen de bestaande structuur aan te vullen met nieuwe verbindingen.

3.2.4 Conclusie

Op provinciaal en regionaal niveau staat het vormen van stedelijke netwerken centraal. Daarvoor zijn goede onderlinge verbindingen essentieel. Los van het feit dat de verbreding van de A4 van rijksniveau is geïnitieerd, sluit het daarnaast ook aan bij de diverse beleidskaders op provinciaal en regionaal niveau en de opgaven die daaruit voortvloeien.

De consoliderende regeling voor het Polderpark Cronesteyn heeft geen invloed op de beleidskaders op dit overheidsniveau.