direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Nuts
Plan: Leiden Schuttersveld e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00003-0301

Artikel 4 Bedrijf - Nuts

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nuts' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen voor het openbaar nut zoals de energie-, warmte- en telecommunicatievoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • b. kantoorruimte, uitsluitend indien de kantoorfunctie volledig ten dienste staat van de onder a. genoemde voorzieningen;
  • c. beeldbepalend pand, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand';
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. voorzieningen voor verkeer en verblijf waaronder wegen en paden.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden opgericht;
  • b. De goothoogte mag niet hoger zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. De bouwhoogte mag niet hoger zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
4.2.2 Beeldbepalende panden
  • a. Bouwwerken, welke op de verbeelding zijn voorzien van een aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand', mogen slechts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits:
    • 1. het uitwendig karakter van het bouwwerk niet wordt veranderd voor wat betreft de hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, de nokrichting en de dakhelling alsmede de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers;
    • 2. voor het overige voldaan wordt aan het bepaalde in de bouwregels.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter.
  • b. De hoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 40 meter.
  • c. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter.
4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van bouwwerken indien en voor zover dat noodzakelijk is om de beeldbepalende en karakteristieke waarden van een op hetzelfde bouwterrein gelegen en op de verbeelding van een aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend pand' voorzien bouwwerk te beschermen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 mits:

  • a. de karakteristieke waarden van het bouwwerk niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • b. bij verandering of complete vernieuwing van het beeldbepalend pand met het desbetreffende beeldbepalende pand identieke en/of gelijkwaardige beeldbepalende en karakteristieke waarden worden teruggebracht;
  • c. vooraf een advies is gevraagd aan de welstands- en monumentencommissie.