direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluherziening kaasfabriek Schoonrewoerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.ParapluKaasfabriek-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Kaasfabriek Royal Bel Leerdammer is gevestigd aan de Steenovenweg 4 in Schoonrewoerd. De vigerende milieuvergunning van het bedrijf stamt uit 2004. Het bedrijf is voornemens een revisievergunning aan te vragen. Royal Bel Leerdammer is samen met de brandweer gevestigd op een gezoneerd industrieterrein. Uit akoestisch onderzoek blijkt dat aanpassing van de geluidzone nodig is.

De onderhavige parapluherziening legt de (aangepaste) geluidzone vast in diverse bestemmingsplannen. Daarnaast is het wenselijk om onderdelen van de regeling in het bestemmingsplan Kaasfabriek te herzien.

1.2 Ligging plangebied

De fabriek is gelegen in het dorp Schoonrewoerd in de gemeente Leerdam.
De gemeente Leerdam bestaat uit de stad Leerdam, de landelijke dorpen Kedichem en Schoonrewoerd en het buurtschap Oosterwijk. In figuur 1.1 is de ligging van Royal Bel Leerdammer globaal weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0545.ParapluKaasfabriek-VG01_0001.png"

Figuur 1.1: Globale ligging Royal Bel Leerdammer (bron: Arcgis)

1.3 Vigerende bestemmingsplannen

Kaasfabriek Royal Bel Leerdammer is vastgelegd in het bestemmingsplan Kaasfabriek, vastgesteld op 15 maart 2012. De geluidzone van het gezoneerde industrieterrein is gelegen in drie verschillende bestemmingsplannen, zie tabel 1.1.

Tabel 1.1

Bestemmingsplan   Vastgesteld  
Schoonrewoerd Dorp   18-05-2015  
Buitengebied Leerdam (na 1e herziening)   17-12-2014  
Ooievaarszoom Schoonrewoerd   03-02-2011  


In het bestemmingsplan Ooievaarszoom Schoonrewoerd is de huidige geluidzone echter niet opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0545.ParapluKaasfabriek-VG01_0002.png"

Figuur 1.2: Ligging geluidzone over de vigerende bestemmingsplannen (bron: ruimtelijkeplannen.nl)

1.4 Planvorm

De parapluherziening past de vigerende regeling op enkele onderdelen aan. Uit de regels en verbeelding blijkt op welke punten het bestemmingsplan is aangepast. In de parapluherziening zijn dan ook geen complete bestemmingen weergegeven, alleen de wijzigingen zijn beschreven. Voor de volledige regeling wordt verwezen naar de reeds inwerking zijnde bestemmingsplannen (inclusief de onderhavige parapluherziening).

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden komen de achtergronden van deze parapluherziening aan de orde. Hoofdstuk 3 bevat het relevante beleidskader. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de juridische vormgeving en de inhoud van de herziening. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Beleidsaspecten

 

2.1 Rijksbeleid

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. De doelen uit de structuurvisie en de genoemde belangen uit het Barro zijn wel van belang, maar gezien de regeling die deze herziening beoogt, hebben ze geen consequenties.

2.2 Provinciaal beleid

Visie Ruimte en Mobiliteit (2014)

De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting van de ruimte in Zuid-Holland. De Visie ruimte en mobiliteit (VRM), vastgesteld op 9 juli 2014, geeft op hoofdlijnen sturing aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer.

Hoofddoel van de VRM is het scheppen van voorwaarden voor een economisch krachtige regio. Dat betekent: ruimte bieden om te ondernemen, het mobiliteitsnetwerk op orde en zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. De herziening past binnen deze visie. Deze legt de aangepaste geluidruimte van het industrieterrein vast voor de vigerende plannen, zodat er ruimte blijft om te ondernemen.

Verordening ruimte

In deze verordening zijn specifieke eisen gesteld waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. De kaasfabriek ligt binnen het bestaand stedelijk gebied. De verordening stuurt op krachtige industrieterreinen. Met deze herziening wordt de daadwerkelijke geluidruimte voor het bedrijventerrein vastgelegd. Verder maakt deze herziening geen ontwikkelingen mogelijk. De herziening past daarmee binnen de Verordening ruimte.

2.3 Gemeentelijk beleid

De gemeente Leerdam heeft geen specifiek beleid dat van toepassing is op het industrieterrein waar de kaasfabriek Royal Bel Leerdammer en de brandweerkazerne zijn gevestigd.

Hogere waarden beleid Leerdam

Bij de vaststelling van een bestemmingsplan of van een wijzigings- of uitwerkingsplan dat betrekking heeft op een gebied dat binnen de wettelijke onderzoekszone van een weg, spoor of industriegebied ligt, moet getoetst worden aan de grenswaarden van de Wet geluidhinder. Vanaf 1 november 2014 kan ook in het kader van een afwijking van het bestemmingsplan een hogere grenswaarde procedure noodzakelijk zijn. Belangrijke voorwaarde daarbij is dat een toesting van de grenswaarden en een eventuele hogere grenswaarde procedure noodzakelijk is voor de projectie van geluidsgevoelige bestemmingen waarbij langer dan tien jaar wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Met de toetsing aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder wordt zorg gedragen voor een goed woon- en leefklimaat, zowel buiten als binnen de woning.

Wanneer niet aan de grenswaarden voldaan kan worden, kan een hogere waarde worden vastgesteld. Het vaststellen van een hogere waarde gebeurt op grond van de Wet geluidhinder. In de Wet geluidhinder zijn bepalingen opgenomen waaraan een dergelijk besluit moet voldoen en welke relevante gegevens moeten zijn onderzocht en overwogen voorafgaand aan het vaststellen van een hogere waarde.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om binnen de grenzen van hun gemeente een hogere waarde vast te stellen. De gemeente kan zowel verzoeker, beoordelaar als vaststeller van hogere waarden zijn.

Voor een uniforme beoordeling van verzoeken en motivering van besluiten, heeft de gemeente beleid opgesteld. Hiermee wordt de rechtszekerheid voor burgers en bedrijven gewaarborgd.

Centraal in het beleid van de gemeente Leerdam voor het vaststellen van hogere waarden, is de beoordeling van de cumalatieve geluidsbelasting en het onderscheid tussen kleinschalige en grootschalige ontwikkelingen bij onderzoek naar bron- en overdrachtsmaatregelen.

Beoordeling cumulatieve geluidsbelasting

Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt verzoeken om hogere waarden ten eerste op basis van de cumulatieve geluidsbelasting. Op deze wijze wordt de verplichte beoordeling van de cumulatieve geluidbelasting geintegreerd met de beoordeling van het verzoek om vaststelling van hogere waarden.

Bij de beoordeling van de cumulatieve geluidsbelasting zijn er twee scenario's mogelijk:

  • 1. Eén of meerdere geluidbronnen veroorzaken gezamenlijk een cumulatieve geluidsbelasting Lcum van ten hoogste 64 dB.
  • 2. Eén of meerdere geluidsbronnen veroorzaken gezamenlijk een cumulatieve geluidsbelasting Lcum hoger dan 64 dB.

In het eerste geval kan het college van burgemeester en wethouders onder de in het beleid uitgewerkte voorwaarden een hogere waarde vaststellen. De tweede situatie valt niet onder dit beleid en er zal een maatwerk besluit genomen moeten worden.

Afweging van maatregelen

Vervolgens wordt beoordeeld of er afdoende onderzoek is gedaan naar maatregelen om de geluidsbelasting terug te brengen tot de voorkeursgrenswaarde.

Wanneer sprake is van nieuwbouw van 10 of meer woningen wordt beoordeeld of de gekozen planinrichting afdoende gemotiveerd is. Bij grootschalige ontwikkelingen wordt beoordeeld of afdoende onderzoek naar bron- en overdrachtmaatrgelen heeft plaatsgevonden.

Afweging woon- en leefklimaat

Het college van burgemeester en wethouders stelt, in geval van een cumulatieve geluidsbelasting Lcum van ten hoogste 64 dB, de benodigde hogere waarde(n) vast, indien is aangetoond dat geluidsreducerende maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn of uitvoering daarvan op ernstige bezwaren stuit en zij de kwaliteit van de woon- en leefomgeving acceptabel acht. Bij een cumulatieve geluidsbelasting onder de 64 dB is de kwaliteit van de woon- en leefomgeving acceptabel als er een geluidluwe gevel aanwezig is of, indien dat niet mogelijk is (dit moet worden gemotiveerd) er ten minste een geluidluwe buitenruimte is. Als aanvullende eis geldt dat huizen met tuinen moeten kunnen beschikken over een geluidluw gedeelte in de achter- of zijtuin, omdat in de achtertuin verkeerslawaai tot grote hinder kan leiden. Er worden minimale afmetingen aangehouden voor de geluidluwe buitenruimte. Voor appartementen zonder 'normale tuin' wordt aangesloten op het Bouwbesluit (versie 2011) waar in artikel 4.34 een omschrijving van de buitenruimte is opgenomen. Het betreft hier dus balkons.

2.4 Conclusie

De parapluherziening past binnen het relevante beleidskader.

Hoofdstuk 3 Achtergronden

 

3.1 Inleiding

De kaasfabriek in Schoonrewoerd is aanwezig op industrieterrein "Zuivelfabriek c.a.". Op dit industrieterrein mogen zich inrichtingen vestigen "die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken". Dergelijke inrichtingen worden ook wel grote lawaaimakers genoemd. De Wet geluidhinder is van toepassing op dit industrieterrein.

Bij Koninklijk Besluit van 18 april 1991, nr 91.003586, is een geluidzone ingevolge de Wet

geluidhinder vastgesteld rond het industrieterrein. Uit akoestisch onderzoek van KWA Bedrijfsadviseurs (rapportnummer 3605950DR04G d.d. 14 juni 2017, zie bijlage 1) blijkt dat de geluidzone niet toereikend is voor de huidige vergunde bedrijfsactiviteiten.

3.2 Maatregelenonderzoek

Er is onderzocht welke maatregelen nodig zijn om te kunnen voldoen aan de geldende geluidzone. De bepalende inrichting is Royal Bel Leerdammer (RBL). Uit het hiervoor genoemde geluidrapport van KWA blijkt dat RBL reeds verschillende geluidmaatregelen heeft getroffen en daarmee gebruikmaakt van de beste beschikbare technieken. Uit aanvullend onderzoek van KWA blijkt dat er een aanvullend geluidscherm met een lengte van 200 meter en een hoogte van 4 meter nodig is om de overschrijding van de zone weg te nemen. Een dergelijke maatregel staat niet in verhouding tot het beperkte aantal woningen dat zou profiteren van deze maatregel. Om deze reden is besloten de geluidzone deels te vergroten.

3.3 Woningen in de geluidzone

Door het vergroten van de geluidzone komen de woningen aan het Kortgerecht 26, 30, 32 en 34 in de geluidzone te liggen. Voor reeds aanwezige woningen geldt bij het aanpassen van de zone conform de Wet geluidhinder een ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 60 dB(A).

Voor de genoemde woningen zijn de volgende hogere waarden nodig:

  • Kortgerecht 26: 51 dB(A)
  • Kortgerecht 30: 53 dB(A)
  • Kortgerecht 32: 55 dB(A)
  • Kortgerecht 34: 53 dB(A)

Hieruit blijkt dat bij alle woningen wordt voldaan aan de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 60 dB(A).

De hogere waarden zijn via een aparte procedure, parallel aan dit bestemmingsplan, vastgesteld door het college (zie bijlage 2).

In het kader van de hogere-waardenprocedure is ook de cumulatieve geluidbelasting van industrielawaai en wegverkeerslawaai berekend (zie bijlage 3). De resultaten zijn vermeld in de onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0545.ParapluKaasfabriek-VG01_0003.png"

  • De cumulatieve geluidbelasting ter plaatse van de woningen Kortgerecht 26, 30, 32 en 34 bedraagt ten hoogste 60 dB.
  • Gezien het feit dat alle relevante bronnen aan dezelfde zijde (noordwest) van de woningen gelegen zijn en gelet op de (niet al te hoge) geluidbelastingen aan de voorgevels, hebben alle woningen een geluidluwe gevel en/of geluidluwe buitenruimte.
  • Ter plaatse van de woningen Kortgerecht 26, 30, 32 en 34 is er dus sprake van een acceptabel woon- en leefomgevingskwaliteit .

De geluidbelasting binnen de woningen zal de maximale waarde van 35 dB(A) etmaalwaarde niet overschrijden.

3.4 Conclusie

Het is noodzakelijk dat de geluidzone van industrieterrein "Zuivelfabriek c.a." wordt aangepast en dat er voor vier woningen een besluit hogere waarden wordt vastgesteld. De grenswaarden van de Wet geluidhinder bieden hiervoor geen belemmering. Er wordt voldaan aan het gemeentelijke hogere waardenbeleid.

Hoofdstuk 4 Vormgeving en inhoud van de herziening

 

4.1 Inleiding

Deze parapluherziening legt de (deels gewijzigde) geluidzone voor het industrieterrein 'Zuivelfabriek c.a.' vast. Daarnaast worden enkele andere wenselijke aanpassingen meegenomen. In dit hoofdstuk worden de opzet van de regeling en de bijbehorende aanpassingen ten opzichte van de vigerende regeling toegelicht.

4.2 Opzet van de regeling

Deze parapluherziening bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Het betreft een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen, die in samenhang met de moederplannen moet worden gelezen.

4.3 Aanpassingen in de regels

De parapluherziening bevat enkele algemene begrippen, zoals naamgeving en IMRO-code.

In de regels is opgenomen dat de regels van de vigerende bestemmingsplannen onverminderd van toepassing zijn. Deze regels worden op een aantal punten gewijzigd, dan wel aangevuld.

Specifiek voor het bestemmingsplan Kaasfabriek worden de volgende aanpassingen doorgevoerd:

  • 1. In de bouwregels van de bestemming Bedrijf worden enkele verruimingen opgenomen. In de praktijk blijkt hier behoefte aan te zijn, terwijl de ruimtelijke impact beperkt is.
  • 2. Binnen de groenstrook die over het perceel van de kaasfabriek loopt, wordt de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkeersverbinding' opgenomen. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat binnen deze strook maximaal twee verkeersverbindingen kunnen worden gerealiseerd. In verband hiermee wordt de bestemmingsomschrijving van de bestemming Groen aangevuld.
  • 3. De dubbelbestemming Waarde - Natura 2000 vervalt. Deze was ten onrechte in het vigerende bestemmingsplan opgenomen.

Specifiek voor het bestemmingsplan Ooievaarszoom Schoonrewoerd wordt de volgende aanpassing doorgevoerd:

  • Er wordt een begripsbepaling voor 'geluidzone - industrie' toegevoegd. In het vigerende bestemmingsplan ontbreekt zowel de aanduiding op de verbeelding als een bijbehorende planregel.

In de parapluherziening is daarnaast overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht heeft alleen betrekking op de regeling van deze parapluherziening. Voor de overige regels geldt het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in de vigerende bestemmingsplannen.

4.4 Aanpassingen op de verbeelding

Voor de duidelijkheid is voor het plangebied van de kaasfabriek de volledige nieuwe verbeelding opgenomen. In aanvulling op de aanpassingen zoals genoemd onder de punten 2 en 3 van paragraaf 4.3 is voor het noordwestelijke deel van het plangebied (waarvoor per abuis geen functieaanduiding gold), de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kaasfabriek' opgenomen. Dit omdat de betreffende gronden bij de kaasfabriek horen.

Verder is de gehele nieuwe geluidszone opgenomen op de verbeelding. De onderliggende bestemmingen en aanduidingen uit de vigerende bestemmingsplannen zijn niet in beeld gebracht, maar blijven eveneens van toepassing.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

 

5.1 Economische uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vanwege het karakter van de herziening wordt afgezien van een inspraakprocedure. Wel wordt in het voorbereidingstraject overleg gevoerd met de kaasfabriek Royal Bel Leerdammer.

De parapluherziening is als concept ontwerpbestemmingsplan getoetst aan de provinciale voorwaarden voor het voeren van vooroverleg, door middel van invullen van het e-formulier van de provincie Zuid-Holland. Op basis van dit formulier is geconcludeerd dat toezending aan de provincie in het kader van vooroverleg niet nodig is.

Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens ter inzage gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid wordt gesteld tot het indienen van een zienswijze.