direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Katwijk Midden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpKATkatwijkmidden-va01

3.1 Ruimtelijke structuur

3.1.1 Stedenbouwkundige opzet

Het bestemmingsplangebied Katwijk midden ligt aan de oostzijde van het oorspronkelijke dorp Katwijk aan Zee. De oostelijke grens wordt (grotendeels) gevormd door de N206.

Het plangebied bestaat uit vooral woonwijken met enige voorzieningen op dorps-, wijk- en buurtniveau. De woonbuurten worden onderling verbonden door de twee loodrecht op elkaar staande hoofdontsluitingswegen Zeeweg en de Koning Julianalaan.

De buurten kennen een vergelijkbare ruimtelijke hoofdstructuur. Het stratenpatroon is in alle gevallen min of meer orthogonaal. In het raster zelf zijn echter verschillende verkavelingsprincipes en gebouwtypen te herkennen. De bebouwing is voornamelijk uit de naoorlogse periode.

Door de duidelijke grenzen zijn de gebieden afgebakende ruimtelijk eenheden, waarbij aan de randen langs de hoofdontsluitingswegen grootschalige gebouwen en/of zelfstandige verkavelingen zijn gerealiseerd.

Het plangebied vormt een verzameling van overwegend planmatig ontwikkelde woonbuurten uit de naoorlogse periode die in verschillende stijlen en typologieën gebouwd zijn. Er komen zowel gesloten bouwblokken voor als strokenbouw met onder andere een verkaveling op het zuiden gericht. De woningen zijn overwegend grondgebonden. De Welstandsnota 2012 onderscheidt binnen het plangebied Katwijk Midden enkele typen stedelijk gebied. Deze zijn: Stempelwijken, Stratenwijken, Modern woongebied en Enclaves. Voor ieder van deze typen gebieden zijn in de nota een algemene kenmerken en specifieke welstandseisen geformuleerd.

In paragraaf 5.10.2 Cultuurhistorie wordt nader ingegaan op de cultuurhistorische waarden van het plangebied.

3.1.2 Groen & water

Het burgemeester De Ridderpark is de centrale groenvoorziening van het plangebied.

De aanwezigheid van formele speelgelegenheid in de openbare ruimte verschilt per wijk. In de Zanderij wordt de 3% norm van het Speelruimtebeleidsplan gehaald, indien de bovenwijkse speeltuin wordt meegerekend. In de oudere wijken is wel wat groen en speelruimte aanwezig maar deze gebieden liggen vooral langs de randen van de wijk en zouden beter bereikbaar kunnen worden gemaakt (Koestal- Cleijn Duin). Over het algemeen is het streven van de gemeente gericht op het realiseren van meer informele, natuurlijke speelterreinen en het verbeteren van langzaamverkeersroutes naar de groen- en speelgebieden. De verbeterpunten bevinden zich vooral op inrichtingsniveau.

Het grondwater bevindt zich in het plangebied op zeer wisselende diepte. In de wijken Koestal en Overduin is de grondwaterstand relatief laag, hier is geen sprake van overlast. In de wijken, ‘Witte Hek, Cleijn Duin en Zanderij echter zit het grondwater plaatselijk ondieper en zijn voorzieningen in de vorm van drainage en oppervlaktewater aangelegd. Tevens bevinden zich in de groengebieden ten noorden van de Zeeweg enkele waterpartijen. Deze vervullen een rol in de berging van hemelwater.

De omvang en kwaliteit van de openbare ruimte is van belang voor de leefbaarheid en de duurzaamheid van woonwijken. Daarom zullen deze middels bestemming worden gewaarborgd. Binnen de groengebieden zal wel de nodige flexibiliteit wat betreft de inrichting worden geboden om de inrichting en bereikbaarheid te kunnen verbeteren.