In het kader van de planologische procedure dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming (2009). De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied. Indien sprake is van een functiewijziging zal er een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd op de planlocatie. Middels dit onderzoek kan in beeld worden gebracht of de bodemkwaliteit en de beoogde functie van het plangebied bij elkaar passen. Een bodemonderzoek is gericht op bodembedreigende stoffen. Het bodemonderzoek moet de bodemkwaliteit vaststellen alvorens er activiteiten en werkzaamheden plaatsvinden.
Door adviesbureau IDDS
1 is op de locatie een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen verontreinigingen worden aangetroffen in de grond en in het grondwater. Er zijn daarmee dus gelet op de bodemkwaliteit milieuhygiënisch geen bezwaren voor de herinrichting van het terrein.