direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen - 1
Plan: Ravense Hoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPRavenseHoek2012-vg01

Artikel 9 Wonen - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. aaneen gebouwde woningen met daaraan ondergeschikt aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aan-een': twee-aan-een en geschakelde woningen met daaraan ondergeschikt aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  • c. bijbehorende voorzieningen, zoals groen, water, parkeervoorzieningen, speeltoestellen en verharding;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte'; tevens een praktijkruimte.

Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:

  • e. hoofdgebouwen;
  • f. bijbehorende bouwwerken;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. tuinen en erven;
  • i. gebouwen en bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op de gronden die zijn voorzien van een bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en/of bouwhoogte' aangegeven hoogte;
  • c. het is niet toegestaan om hoofdgebouwen te splitsen in meerdere woningen;
  • d. bijbehorende bouwwerken dienen in het achtererfgebied te worden gebouwd;
  • e. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.

9.2.2 Aaneen gebouwd
  • a. de afstand van het hoofdgebouw tot de achtererfgrens bedraagt ten minste 8 m;
  • b. bij hoekwoningen bedraagt de afstand van het hoofdgebouw tot de zij-erfgrens ten minste 1,5 m;
  • c. de gronden mogen per bouwperceel voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • d. het oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 40 m²;
  • e. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de zijerfgrens bedraagt ten minste 1,5 m indien grenzend aan het openbaar gebied;
  • f. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de achtererfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan openbaar gebied.

9.2.3 Twee-aaneen en geschakeld
  • a. de gronden binnen het bouwvlak mogen voor 100% bebouwd worden;
  • b. de gronden buiten het bouwvlak mogen voor maximaal 50% worden bebouwd tot een maximum van 40 m²;
  • c. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de zijerfgrens bedraagt ten minste 1,5 m indien grenzend aan het openbaar gebied;
  • d. de afstand van het bijbehorende bouwwerken tot de achtererfgrens bedraagt ten minste 1 m indien grenzend aan openbaar gebied.

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen die voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m hoog en achter de voorgevelrooilijn 2 m mogen bedragen.

9.2.5 Bouwwerken van openbaar nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:

  • a. de inhoud van bouwwerken mag maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Gebouwen mogen worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
  • b. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep maximaal 25 m² mag bedragen;
  • c. detailhandel slechts is toegestaan voor zover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan-huis-verbonden beroep of het aan-huis-verbonden bedrijf.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels
9.4.1

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.3 teneinde het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep te vergroten tot 40 m², een en ander met dien verstande dat kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

9.4.2

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1, ten behoeve van het realiseren van kleinschalige verblijfsrecreatie, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van een bed & breakfast maximaal 2 verblijfseenheden zijn toegestaan;
  • b. geen nieuwe bebouwing mag worden opgericht;
  • c. als gevolg van de verblijfsrecreatie de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de vestiging van verblijfsrecreatie geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben;
  • e. geen afbreuk wordt gedaan aan aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit.

9.4.3

De omgevingsvergunning als bedoeld in de leden lid 9.4.1 en 9.4.2 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. het doel en de uitgangspunten van het plan niet onevenredig worden aangetast;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.