Plan: | Westduinpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BV0206ZWestduinprk-50VA |
In deze paragraaf wordt de beheersverordening tegen het licht gehouden van regelgeving ten aanzien van natuur en landschap. Het thema natuur is opgesplitst in soortenbescherming en gebiedsbescherming.
Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. Hierdoor is in Nederland een zorgvuldige afweging gegarandeerd bij projecten die gevolgen kunnen hebben voor natuurgebieden. Hierbij zijn zowel de landschappelijke waarden als de natuurlijke waarden betrokken. Bevoegd gezag inzake de natuurwetgeving zijn de provincies (Natuurbeschermingswet) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Flora- en Faunawet).
Soortenbescherming
De op 1 april 2002 in werking getreden Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. Zij legt een zorgplicht op voor alle dieren en planten in Nederland. Dit gebeurt bijvoorbeeld door bij de wijze en het tijdstip van uitvoering van bouwplannen rekening te houden met het voortplantingsseizoen en met winterverblijfplaatsen en dieren niet onnodig te verstoren. Ook legt zij een beschermingsplicht op voor een groot aantal met name genoemde soorten. Voor het plangebied, zijn de Blauwe kiekendief, Tapuit en Velduil met name genoemd als te beschermen soorten.
De wet bevat verbodsbepalingen voor het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groeiplaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten en het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort. Voor de algemene beschermde soorten geldt sinds februari 2005 bij ruimtelijke ontwikkelingen een algemene vrijstelling, voor andere soorten die strenger zijn beschermd (bijvoorbeeld vleermuizen, vogels, eekhoorns) kan onder voorwaarden een ontheffing worden aangevraagd.
De voorliggende beheersverordening maakt geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Er is dan ook geen ontheffing van de Flora- en faunawet benodigd.
De gemeentelijke 'Beheersvisie 2005 Westduinpark en de Bosjes van Poot' voorziet in een aantal maatregelen die (het leefgebied van) soorten ten goede zal komen.
Bomenverordening 2005
Volgens de gemeentelijke Bomenverordening 2005 is voor het kappen van bomen een vergunning of een ontheffing nodig. Door deze verordening kunnen belangen zorgvuldig worden afgewogen voordat een kapvergunning of een ontheffing wordt afgegeven dan wel geweigerd. In de Bomenverordening is een mogelijkheid opgenomen monumentale bomen aan te wijzen.
Volgens de Lijst monumentale bomen zijn er in het plangebied geen monumentale bomen aangewezen.
Gebiedsbescherming
Het plangebied is een beschermd natuurgebied op grond van de Natuurbeschermingswet. Daarnaast is de aanwijzing van het plangebied tot speciale beschermingszone in procedure. De consequenties van deze vormen van gebiedsbescherming voor deze beheersverordening zijn beschreven in paragraaf 3.1.
Boswet
In 1998 zijn de Haagse grote groengebieden buiten de zogenaamde “bebouwde kom Boswet” geplaatst. Daardoor vallen de grote groengebieden nu onder de werking van de Boswet. Dit betekent dat duurzame instandhouding van het bos is verzekerd.
Conclusie
De natuur in het plangebied is beschermd door natuurwetgeving. De voorliggende beheersverordening maakt geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk en is dan ook niet in strijd met gebiedsbeschermende regelgeving. Hierdoor is dan ook geen ontheffing van de Flora- en faunawet benodigd. Evenmin laat het zaken toe die een negatief effect kunnen hebben op de instandhouding van door de Natuurbeschermingswet beschermde habitats.