Plan: | Madestein - Vroondaal, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0297AMadeVroon1h-50VA |
het bestemmingsplan Madestein - Vroondaal, 1e herziening van de gemeente 's-Gravenhage.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0297AMadeVroon1h-50VA met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
het bestemmingsplan Madestein - Vroondaal van de gemeente 's Gravenhage, meer specifiek de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518AMadeVroondl-51VA met de bijbehorende regels (en bijlagen).
De hoogte van een bouwlaag is maximaal 3,5 meter met dien verstande dat voor andere doeleinden dan wonen een maximale hoogte van 4 meter per bouwlaag is toegestaan.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals omschreven in artikel 4 van het moederplan.
en ter plaatse van de aanduiding:
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 5 van het moederplan
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd als groenvoorziening bij de woning, niet zijnde zijerf of achtererfgebied, zoals bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, een en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals, bouwwerken geen gebouwen zijnde, verhardingen, groen en water.
De voor 'Verkeer - Straat' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 12 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 12 van het moederplan.
De voor 'Verkeer - Verblijfstraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 13 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 13 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 14 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 14 van het moederplan.
De gronden mogen alleen ingericht en gebruikt worden voor park en plantsoen, nadat hierover een positief advies van Hoogheemraadschap Delfland is ontvangen.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 15 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 15 van het moederplan.
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 17 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 17 van het moederplan.
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 18 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 18 van het moederplan.
Voor het bouwen binnen de bestemming 'Leiding - Gas Voorlopige bestemming' als bedoeld in lid 13.1 gelden de volgende regels:
Gronden ter plaatse van de onder 13.1 genoemde bestemming mogen in afwijking van het bepaalde in lid 2 sub b, alleen conform de onderliggende bestemming(en) gebruikt of bebouwd worden, wanneer;
De voorlopige bestemming als bedoeld in artikel 13.1 geldt tot het moment van buitengebruikstelling van de leiding met de bestemming 'Leiding - Gas Voorlopige bestemming', maar uiterlijk tot 5 jaar na de datum van vaststelling van dit plan.
De op grond van artikel 3.2 van de Wet ruimtelijke ordening voor 'Leiding - Gas Voorlopige bestemming' aangewezen gronden zijn na buiten gebruikstelling van de leiding als bedoeld in he vorige lid of het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in 13.5 uitsluitend bestemd voor:
Gronden ter plaatse van de onder 13.6 genoemde bestemming mogen alleen conform de deze bestemming gebruikt of bebouwd worden en werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder 13.4 sub a zijn alleen toegestaan, wanneer;
Voor het bouwen binnen de bestemming 'Leiding - Gas' als bedoeld in lid 14.1 gelden de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 21 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 21 van het moederplan.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebruik zoals bepaald in artikel 22 van het moederplan.
Voor het bouwen gelden de regels zoals bepaald in artikel 22 van het moederplan.
Ter plaatse van de aanduiding Waterstaat - beschermingszone geldt het bepaalde uit artikel 26.1 van het moederplan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' geldt het bepaalde uit artikel 26.2 van het moederplan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geurzone' geldt het bepaalde uit artikel 26.3 van het moederplan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de gronden met de bestemming Groen - 1 ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming "Horeca":
met de daarbij behorende gebouwen, terrassen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.
De volgende regels dienen in acht te worden genomen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de geometrische bepaalde vlakken, welke deel uitmaken van de verbeelding van dit plan te wijzigen in de zin dat de bestemmingsgrenzen van de dubbel bestemming Leiding - Gas verlegd kunnen worden mits:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Madestein - Vroondaal, 1e herziening.