direct naar inhoud van 5.5 Toelichting op de regels
Plan: Neherkade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0243FNeherkade-50VA

5.5 Toelichting op de regels

Het bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding (plankaart), regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels. De analoge plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:1500.

De regels zijn als volgt ingedeeld:

Inleidende regels. De inleidende regels (artikel 1 en Artikel 2 Wijze van meten) lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte et cetera) die moet worden gehanteerd.

      • Bestemmingsregels. De bestemmingsregels (artikel 3 tot en met 6) bevatten voor elke bestemming een omschrijving van de bestemming en bouwregels. Als specifiek voor een bestemming een afwijkingsbevoegdheid geldt, is deze in het betreffende artikel opgenomen.
      • Algemene regels. De algemene regels (artikel 7 tot en met 11) bevatten voor alle bestemmingen geldende bepalingen: algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene afwijkingssregels en algemene procedureregels.
      • Overgangs- en slotregels. Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 12, de slotregel in artikel 13 

Bestemmingsregels

5.5.1 Bestemmingsregels

Artikel 3 Verkeer - Hoofdverkeersweg

Deze bestemming is toegekend aan de Neherkade, Leeghwaterplein (inclusief Leeghwaterbrug) en gedeelte Slachthuisstraat en de Laakbrug. De Neherkade wordt ten koste van het aanwezige water verbreed aan de zijde van Laakhaven. Aan dit gedeelte is eveneens de bestemmming Verkeer - Hoofdverkeersweg toegekend.

Een hoofdverkeersweg bestaat uit rijbanen voor het gemotoriseerde verkeer op doorgaande hoofdroutes, in hoofdzaak ten behoeve van de algemene ontsluiting van wijken en grote delen van de stad en de verbinding met rijks- en andere invalswegen, en uit bus- en voet- en fietspaden alsmede de stedelijke groene hoofdstructuur bestaande uit een bomenrij op de Neherkade welke in stand moet worden gehouden.

De onderdoorgang op het Leeghwaterplein is aangeduid met de functie aanduiding: 'specifieke vorm van verkeer - viaduct' (sv-vi). In deze onderdoorgang c.q. ongelijkvloerskruising is onder maaiveld niveau een 2x2 baans weg toegestaan inclusief al dan niet beneden peil gelgen bouwwerken , geen gebouwen zijnde.

De laakbrug en Leeghwaterbrug maken deel uit van de hoofdverkeersweg en zijn als brug aangeduid. Onder de brug is het bepaalde in Artikel 5 van toepassing.

Binnen deze bestemming is alleen ter plaatse van het perceel Laakweg 126 een laad- en losmogelijkheid toegestaan, parkeermogelijkheden zijn uitgesloten.

Op de Neherkade is een bomenrij (stedelijke groene hoofdstructuur) aanwezig die in de gebruiksregels is opgenomen. Verder is in de specifieke gebruiksregels bepaald dat deze structuur behouden moet worden.

 

Artikel 4 Verkeer - Straat

Deze bestemming is toegekend aan de aangrenzende verkeersstraten die in de reconstructie van de Neherkade zijn betrokken. Het betreft wegen die niet als hoofdverkeersweg zijn bestemd. Een straat heeft doorgaande rijbanen voor verkeer in hoofdzaak ten behoeve van de ontsluiting van wijken en buurten.
De bestemming Verkeer-Straat (V-STT) is toegekend voor parallel en aangrenzende verkeersstraten die niet een functie hebben van Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) maar wel in de reconstructie van de Neherkade en Slachthuisstraat zijn betrokken. Binnen de bestemming Verkeer-Straat (V-STT) is naast laden- en lossen ook parkeren toegestaan.

Artikel 5 Water

Oppervlaktewater in het plangebied is als water bestemd. Het gaat om het deel van het water welke is gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'waterstaat - beschermingszone' van de Laakhaven evenals water gelegen onder de Laakbrug en Leeghwaterbrug. Binnen deze bestemming zijn de bruggen aangeduid met de functie aanduiding : 'brug' (br).

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden die door het Hoogheemraadschap van Delfland evenals door de Provincie Zuid Holland (op basis van de verordening Ruimte), voor (regionale) waterkering zijn aangewezen. Het belang van de waterkering gaat op deze gronden voor op de andere bestemmingen die aan dezelfde gronden zijn toegekend: Verkeer - Hoofdverkeersweg en Verkeer - Straat. Ander gebruik en andere bebouwing binnen de zone, anders dan ten behoeve van de waterkering, zijn slechts mogelijk als de belangen van de waterkering zich er niet tegen verzetten en als vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland of als zij hiervoor een watervergunning heeft verleend.

5.5.2 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

De algemene bouwregels gelden voor alle bestemmingen. In de eerste plaats wordt hierin nu ook algemeen gesteld dat bouwwerken niet buiten bestemmings- en bebouwingsgrenzen mogen worden gebouwd. Kleine overschrijdingen van deze grenzen voor stoepen, kozijnen en dergelijke zijn wel toegestaan. Grote overschrijdingen van deze grenzen voor overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen zijn tot een bepaalde omvang ook toegestaan. Verder is algemeen voorgeschreven dat bouwwerken beneden peil uitsluitend zijn toegestaan binnen een bouwvlak, dat deze ondergrondse bebouwing uit niet meer dan één bouwlaag mag bestaan en is de bouw van installaties voor mobiele telecommunicatie in principe toegestaan op alle gebouwen met uitzondering van rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten of gebouwen in een rijksbeschermd stadsgezicht. Afwijken van deze algemene bouwregels wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels, in artikel 10.

9 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod opgenomen: het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming of met de regels van het plan. Er is expliciet aangegeven dat onder zulk gebruik ook wordt begrepen het gebruik als opslagplaats voor voorwerpen, stoffen en materialen die niet meer bruikbaar zijn of niet meer worden gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld en het gebruik als sekswinkel, seksinrichting, kamerverhuurbedrijf, paddoshop, belwinkel of garagebedrijf: functies die voorheen in de Leefmilieuverordening werden verboden of althans gereguleerd.

  • De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaken.

Dit betekent dat wanneer de beroepsuitoefening een te grote verkeersaantrekkende werking heeft, deze niet is toegestaan. Wanneer dit het geval is, is niet op voorhand aan te geven. Dit hangt mede af van de stedenbouwkundige en verkeerskundige situatie ter plaatse. Ter illustratie: wanneer in de praktijk dagelijks gedurende langere tijd meer dan twee parkeerplaatsen benodigd zijn in verband met de uitoefening van een beroep aan huis, kan reeds sprake zijn van parkeerproblemen. Uiteraard is dit mede afhankelijk van de bestaande parkeerdruk in de omgeving. In voorkomende gevallen zal in overleg met gemeente en omwonenden naar een passende oplossing moeten worden gezocht.

  • De activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn, in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven en de praktijkruimte maar een deel van de bebouwde oppervlakte mag bedragen.

Ook deze (direct meetbare) voorwaarde draagt eraan bij dat de eventuele hinder voor de omgeving wordt beperkt. Wanneer bijvoorbeeld de woning (vrijwel) geheel zou worden aangewend voor de beroepsuitoefening, is de kans op een ongewenste uitstraling naar de omgeving relatief groot.

Afwijken van de algemene gebruiksregels, ook het afwijken voor het meest doelmatige gebruik, wordt geregeld in de algemene afwijkingsregels, in artikel Artikel 10 Algemene afwijkingsregels.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

het bevoegd gezag kan in geringe mate afwijken van de maatvoering die in de bouwregels is bepaald en ook voor geringe afwijkingen in de begrenzing van bestemmings- en/of bebouwingsgrenzen. Hier valt ook de begrenzing van de functie aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - viaduct' (sv-vi) onder. Verder is afwijken mogelijk voor de bouw van kleine nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en containers voor huishoudelijk afval..Ten slotte is afwijken mogelijk voor het bouwen beneden peil, buiten het bouwvlak.

Een belangrijk element van dit artikel is de afwijking van het algemene gebruiksverbod: het bevoegd gezag kan afwijken van het algemeen gebruiksverbod, indien strikte toepassing van het algemene gebruiksverbod leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Wel moet dit andere gebruik aansluiten bij het gebruik conform de bestemming en mag toepassing van de afwijking niet leiden tot een bestemmingswijziging.

De algemene procedureregels regelen de procedure die het bevoegd gezag moet volgen als zij wil afwijken.

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

De bescherming van de kernzone van de waterkering is geregeld in de Artikel 6 Waterstaat - Waterkering. Daarnaast dient een beschermingszone van de waterkering te worden aangehouden welke is geregeld door opname van een gebiedsaanduiding 'waterstaat - beschermingszone' . Op de digitale verbeelding is een zone van 15 m aan weerzijden aangehouden gerekend vanaf het hart van de waterkering. Binnen dit artikel worden nadere eisen gesteld.

Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

De overgangsregels hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuw bestemmingsplan de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden - dat wil zeggen waarvoor bouwvergunning is verleend of nog te verlenen is - en die afwijken van de bouwregels in dit plan. Het tweede lid van dit artikel heeft betrekking op het gebruik van gronden en bouwwerken, voor zover dit gebruik op het tijdstip van rechtskracht verkrijgen van dit bestemmingsplan afwijkt van dit plan.

Artikel 12 Overgangsrecht

Dit artikel geeft aan onder welke naam de regels van het bestemmingsplan moeten worden aangehaald: 'Regels bestemmingsplan Neherkade'