Plan: | Neherkade |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0243FNeherkade-50VA |
5.4 Keuze en verantwoording van bestemmingen
De regels en de digitale verbeelding van het plan vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingplan. De toelichting is niet juridisch bindend, maar kan wel dienen als toetsingskader, bijvoorbeeld bij een verzoek tot het verlenen van een omgevingsvergunning of het toestaan van een afwijking van het bestemmingsplan. De toelichting is namelijk niet alleen een motivering en onderbouwing van wat in de regels en op de verbeelding is vastgelegd, maar ook een beschrijving van wat het gemeentebestuur als de meest gewenste ontwikkeling van het plangebied voor ogen staat.
Een belangrijk onderdeel van Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormt de digitaliseringsverplichting. De Wro bepaalt dat een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en met andere ruimtelijke plannen uitwisselbaar moet zijn. Dit heeft onder meer geleid tot de introductie van twee nieuwe begrippen: 'analoge verbeelding' en 'digitale verbeelding'.
Onder analoge verbeelding wordt verstaan: alle te verbeelden informatie van een ruimtelijk plan op papier. De term analoge verbeelding is dus een synoniem voor de tot nu toe altijd gebruikte term plankaart.
De 'digitale verbeelding' is een interactieve raadpleegomgeving via het internet (www.ruimtelijkeplannen.nl) die de gehele inhoud van het bestemmingsplan ontsluit overeenkomstig de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008). Door een muisklik op een bepaalde plek verschijnen de bijbehorende regels voor die plek in beeld. Onder de term digitale verbeelding wordt dan ook niet alleen het ruimtelijk beeld, maar ook de daarbij behorende juridische informatie (regels) verstaan. Indien de digitale en de analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden is de digitale verbeelding beslissend.
Alle noodzakelijke en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening vereiste gegevens zijn op de bij het onderhavige bestemmingsplan behorende verbeelding ingetekend. Er is daarbij onderscheid gemaakt in bestemmingen en aanduidingen op de verbeelding. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Elk stuk grond van het plangebied heeft een bestemming. Deze wordt zichtbaar gemaakt door middel van een kleur, op de analoge verbeelding al dan niet in combinatie met een letter, ter aanduiding van de bestemming en een getal dat de maximale toegestane (goot- en nok)hoogte en/of bebouwingspercentage aangeeft. Daardoor is het mogelijk om te zien welke bestemmingen zijn gegeven aan de gronden en opstallen binnen het plangebied. Elke op de verbeelding ingetekende bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze gronden binnen de desbetreffende bestemming gebruikt mogen worden. Daarbij wordt onder meer verwezen naar aanduidingen op de plankaart. Aanduidingen geven dientengevolge, in samenhang met de regels, duidelijkheid over wat binnen een bestemmingsvlak al dan niet is toegestaan.
Op de digitale en analoge verbeelding van de plankaart zijn bouwhoogten aangegeven. Gekoppeld aan bouwvlakken is een maatvoering voor (goot- en nok)hoogte, afgerond in meters en conform SVBP 2008, bijlage 9, opgenomen. De waarde op de plankaart geeft de maximaal toegelaten (goot- en nok)hoogte van een gebouw aan. Daarnaast wordt ook in de bouwregels van het bestemmingsplan een en ander bepaald over bouwhoogten.
Bij het bepalen van de daadwerkelijke hoogte van gebouwen is gebruik gemaakt van stereokartering met behulp van luchtfoto's. De maximaal toegelaten bouwhoogte kan afwijken van de daadwerkelijke hoogte van een gebouw: aan het vaststellen van een maximale bouwhoogte liggen stedenbouwkundige overwegingen ten grondslag.
Voorts wordt de opzet van het bestemmingsplan ingegeven door de relevante beleidskaders en omgevingsfactoren. In onderstaande tabellen (beslissingstabel) is aangegeven op welke onderdelen de in dit bestemmingsplan beschreven beleidskaders en omgevingsfactoren hun vertaling hebben gevonden in het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Deze paragraaf vormt dan ook als het ware de schakel tussen de toelichting van het bestemmingsplan en de daarbij behorende regels en plankaart.
Beleidskader | Vertaling in het bestemmingsplan |
Ruimtelijk beleid | |
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) | De structuurvisie raakt geen van de belangen die in het bestemmingsplan Neherkade worden afgewogen. Volgens het Barro zijn er in het bestemmingsplan Neherkade geen projecten van Rijksbelang aanwezig waarmee bij de vaststelling van dit plan rekening moet worden gehouden. |
Provinciale Structuurvisie
In hoofdstuk 4.6 Duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie wordt ingegaan op het verbeteren van de waterveiligheid waaronder het versterken van de regionale keringen met behoud of verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. |
Bescherming vindt plaats door opname van een dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" (WS-WK) op de verbeelding ter plaatse van de aanwezige waterkering (Neherkade) en door opname van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden (aanlegstelsel) in Artikel 6 van de planregels. In een strook van 15 meter gerekend aan weerszijden van de waterkering is een gebiedsaanduiding "Waterstaat - Beschermingszone" opgenomen, waarin ter bescherming van de waterkering voorschriften en beperkingen krachtens de keur van toepassing zijn. |
Verordening Ruimte Op grond van kaart 8 primaire en regionale waterkeringen is de Neherkade in de verordening ruimte benoemd als regionale waterkering waarop artikel 10 van de verordening van toepassing is |
Idem, zie Provinciale Structuurvisie |
Regionaal structuurplan Haaglanden 2020 In het RSP worden de ambities samengevat in tien regionale investeringsprioriteiten. In dit bestemmingsplan zijn de ambitities : een internationaal profiel voor Nieuw Binckhorst en mobiliteit duurzaam ontwikkelen van toepassing. |
Het bestemmingsplan Neherkade geeft in algemene zin invulling aan deze ambities. De bestemming Verkeer - Hoofdverkeersweg is verbreed opgenomen op de verbeelding waardoor herinrichting van de Neherkade in combinatie met de planregels mogelijk wordt gemaakt. Ook draagt dit bestemmingsplan in juridisch planologisch zorg voor de toekomstige ontsluiting van de Rotterdamsebaan op de Neherkade. |
Structuurvisie Den Haag 2020 |
Het bestemmingsplan Neherkade ligt niet in een ontwikkelingsgebied, maar grenst bij de Trekvlietbrug wel aan het ontwikkelingsgebied Binckhorst-Laakhavens. |
Agenda Haagsche verdichting | Het plangebied van het bestemmingsplan Neherkade noch het aangrenzende gebied zijn voor verdichting aangewezen. |
Cultuurhistorie en monumenten | |
Rijks- en gemeentelijke monumenten De Neherkade zelf heeft geen architectuurhistorische waarde. |
In het plangebied zijn geen rijks- en gemeentelijke monumenten aanwezig. |
Aanwijzing beschermd stadsgezicht De Neherkade maakt geen deel uit van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht. In het plangebied zijn geen cultuurhistorische waarden aanwezig. |
Beschermingsregeling door opname van de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie is niet van toepassing. |
Verkeer | |
Auto
Het verkeersbeleid in de ontwerp) nota Haagse Nota Mobiliteit hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfsstraten). Verblijfsgebied tenslotte is openbare ruimte waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie. |
De Neherkade -inclusief de kruisingen- heeft in het bestemmingsplan door zijn huidige en toekomstige functie en inrichting de bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) gekregen. De bestemming Verkeer-Straat (V-STT) is toegekend voor parallel en aangrenzende verkeersstraten die niet een functie hebben van Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) maar wel in de reconstructie van de Neherkade en Slachthuisstraat zijn betrokken. |
Openbaar vervoer
Het beleid streeft naar een stelsel van verbindende en ontsluitende openbaar vervoerlijnen |
Binnen de bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) zijn regels opgenomen die de mogelijkheid bieden om voorzieningen voor het openbaar vervoer aan te leggen. |
Parkeren In het plangebied zijn geen functies aanwezig waarop parkeernormen van toepassing zijn. |
Opname van de parkeernormen als bijlage bij de planregels is niet van toepassing. Voor de volledigheid wordt deze wel als bijlage toegevoegd. Parkeerplaatsen langs de hoofdrijbaan van de Neherkade zijn vanwege de doorstroming en verkeersveiligheid niet gewenst. De huidige parkeerplaatsen aan de hoofdrijbaan worden daarom opgeheven of verplaatst. Compensatie van parkeerplaatsen vindt elders in het gebied plaats. Voor een onderbouwing wordt verwezen naar hoodstuk 5.3 Ruimtelijke kwaliteit en inrichting. Binnen de bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) is parkeren en laden- en lossen uitgesloten. Alleen specifiek voor het perceel Laakweg 126 wordt een laad- en los mogelijkheid toegestaan. Binnen de bestemming Verkeer-Straat (V-STT) is naast laden- en lossen parkeren toegestaan. |
Wonen | In het plangebied zijn geen woonfuncties aanwezig |
Economie | In het plangebied zijn geen economische functies zoals kantoren, detailhandel, horeca, dienstverlening en bedrijven aanwezig. Wel is de ontsluiting van belang op de verkeersstructuur voor nabij, doch buiten het plangebied gelegen functies. Verwezen wordt naar het hoofdstuk verkeer. |
Functiemengingstrategie
Een goede bereikbaarheid van deze bedrijven is van belang voor het functioneren van deze bedrijven en dient te worden gewaarborgd in dit plan. |
Het schetsontwerp houdt hiermee rekening (zie 5.2
Nieuwe ontwikkelingen) Er is ondergescheid gemaakt in de bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) en Verkeer-Straat (V-STT). Naast ontsluiting op de Verkeer-Hoofdverkeersweg (V-HO) zijn er laad- en los evenals parkeermogelijkheden opgenomen. |
Welzijn en maatschappelijke zorg | In het plangebied zijn geen kinderdagopvang of andere maatschappelijke voorzieningen aanwezig |
Openbare ruimte In het plangebied zijn geen culturele voorzieningen of plannen voor culturele voorzieningen aanwezig. Wel moet kunst in de openbare ruimte mogelijk zijn. |
De mogelijkheid voor het toestaan van kunst(objecten) is mogelijk gemaakt in de bestemmingen Verkeer - Hoofdverkeersweg en Verkeer - Straat. |
Gebiedsgericht milieubeleid | Zie separate milieuthema's |
Externe veiligheid | Voor het thema externe veiligheid zijn geen specifieke maatregelen opgenomen. |
Buisleidingen | Niet van toepassing. In de aanbesteding/contractering worden eisen opgenomen ten aanzien van een veilig verkeersontwerp en onderdoorgang. |
Geluid | Op de Neherkade is tussen de Rijswijkseweg en Calandbrug reeds een dunne geluidsreducerende deklaag aangebracht. In de plansituatie zal over de gehele Neherkade, van Trekvlietbrug tot Calandplein de hoofdrijbaan worden uitgevoerd in geluidsarm asfalt (er wordt uitgegaan van Microville of een soortgelijke soort als stil asfalt). Dit wordt in de contractering geregeld. Bij de Slachthuisstraat wordt stil asfalt (dunne deklaag B of soortgelijke optie) toegepast over een lengte van 120 meter ter hoogte van de Slachthuisstraat om het reconstructie-effect voor de meeste woningen te mitigeren. Dit wordt geregeld in de contractering. |
Luchtkwaliteit | Voor luchtkwaliteit is er aandacht voor de situatie bij de uiteinden van de onderdoorgang. Hier is sprake van een verhoogde concentratie (niet boven de grenswaarden) ten opzichte van de omgeving. De exacte maatregel hiervoor wordt nog niet voorgeschreven en kan in dit bestemmingsplan ook niet geregeld worden. Bij de contractering worden maatregelen gevraagd (bijvoorbeeld luchtopeningen of gescheiden rijbanen) om dit effect te mitigeren. |
Groen | |
Groen (flora en fauna) De nota 'Groen kleurt de stad' - beleidsplan voor het Haagse groen 2005-2015 - (2005) verwoordt het groenbeleid van Den Haag Op de Neherkade is een dubbele bomenrij aanwezig die onderdeel uitmaakt van de stedelijke groenstructuur. Deze bomenrijen spelen een belangrijke rol in het behouden van deze structuur. Dit wordt in deze situatie optimaal bereikt door de huidige bomen op de huidige locatie te behouden. Bij verdere planvoorbereiding vormt dit een belangrijk vertrekpunt. Wanneer de bomen niet gehandhaafd kunnen blijven moet boomtechnisch onderzoek worden uitgevoerd om de verplantbaarheid te onderzoeken. In het uiterste geval zal een kapvergunning moeten worden aangevraagd. Hierbij geldt een herplantplicht om de bomenrijen te herstellen. |
De stedelijke groenstructuur is opgenomen in de gebruiksregels van de bestemming Verkeer - Hoofdverkeersweg (V-HO). Voorts is in de regels (specifieke gebruiksregels) bepaald dat de aanwezige groenstructuur in stand moet worden gehouden. |
De Flora- en Faunawet is op dit project van toepassing. Volgens de nationale Databank Flora en Fauna zijn er beschermde muurplanten aanwezig op de kademuur aan de Neherkade. In het kader van de Flora- en Faunawet dient ecologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Daarnaast dient bij de verbreding van de kade een ontheffing te worden aangevraagd bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. | Om de effecten op flora en fauna te beperken of te compenseren zijn diverse maatregelen mogelijk. Deze kunnen niet in het bestemmingsplan als zodanig geborgd worden. Borging vindt plaats in het ontwerp en de uitvraag aan de aannemers, dus in de contractering: Kademuur De nieuw te realiseren kademuren van de Neherkade kunnen in haar geheel bestaan uit met (basalt) stenen opgebouwde muren met kalkrijke specie. Muurplanten zijn afhankelijk van kalkrijke substraten, waardoor een geschikt habitat ontstaat voor muurplanten, zoals de steenbreekvaren, die thans langs de Neherkade aanwezig (kunnen) zijn. Dit nieuwe habitat kan van buiten het plangebied gekoloniseerd worden door soorten die nu nog niet voorkomen binnen het plangebied. Bosschage bij de aan te leggen rotonde Op de te realiseren rotonde ter hoogte van de kruising nabij de Leeghwaterbrug kan een kleinschalige bosschage aangelegd worden. Een dergelijke bosschage biedt meer beschutting en een groter bladerdek dan de bomen langs de Neherkade. Zo ontstaat een geschikt broedhabitat voor vogels. Afscherming van straatverlichting Door (straat)verlichting af te schermen van verblijfplaatsen (gevels), vliegroutes (bomenrij en watergang) en foerageergebieden (watergang) van vleermuizen kan het gebruik en ingebruikname van deze elementen worden bevorderd. Groene inrichting Neherkade De bermen tussen de wegen van de Neherkade zijn op dit moment bestraat. De ecologische waarde en de leefbaarheid van de Neherkade kan uitgebreid worden door deze bermen in de plansituatie te beplanten met een bloemen- en kruidenrijke vegetatie. Deze vergroten de biodiversiteit. Natuurvriendelijke oevers Laakhaven Als kansrijke optie is, deze belangen afwegend, het aanbrengen van vlonders in de Laakhaven, bijvoorbeeld nabij de bruggen. Deze vormen een geschikt habitat voor verschillende planten als Rietgras en zeggen- en lisdoddensoorten. De ecologische en landschappelijke waarden van deze vlonders zijn vergelijkbaar met de implementatie van de rietbakken. Bij het gebruik van deze drijvende substraten kunnen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd zonder dat hiervoor extra watercompensatie noodzakelijk is. Boomkratten De nieuw te plaatsen bomen langs de Neherkade worden geplaatst in boomkratten. Deze kratten creëren de ruimte die de wortels nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen in een stedelijke omgeving, zonder dat negatieve effecten op de functionaliteit van de stedelijke omgeving en/of de bomen optreden. Groene SGH-verbindingen Tussen het Laakriviertje en de Neherkade kunnen bomenrijen met een aaneengesloten bladerdak aangebracht te worden. Onder de bomenrijen dient een lage struikvegetatie aangebracht te worden. Hierdoor worden deze twee SGH onderdelen met elkaar verbonden. Zo ontstaat geschikt broedhabitat voor stadsvogels, foerageergebied voor vleermuizen. De bomenrijen dienen bovenal als vliegroute tussen het Laakriviertje en de Neherkade. Deze lage vegetatie is geschikt voor padden en kleine zoogdieren, zoals muizen, om zich in te verschuilen, of te verplaatsten naar de Neherkade. Groene gevels en groene daken De daken van de panden en gevels aan de zuidgrens van het plangebied langs de Neherkade zijn mogelijk geschikt om te bedekken met groene daken en gevels. Groene daken en gevels houden water en CO2 vast, geven een groene uitstraling aan de omgeving (wat de leefbaarheid vergroot) en creëren habitat voor verschillende diersoorten (wat de biodiversiteit van de Neherkade kan vergoten). Afhankelijk van draagkracht van de gevels en daken kunnen verschillende vormen van groene daken en gevels geïnstalleerd worden. Dit valt echter buiten de scope van het bestemmingsplan en wordt hier alleen als aanbeveling voor het gebied meegenomen. |
Bomenverordening 2005 In het bestemmingsplan gebied zijn geen monumentale bomen aanwezig |
Opname van de lijst en kaart met monumentale bomen als bijlage behorende bij de toelichting van het bestemmingsplan is niet van toepasssing. |
Water | |
Veiligheid en Waterkeringen In het plangebied is een regionale waterkering aanwezig (Neherkade). |
Bescherming van de kernzone vindt plaats door opname van een dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" op de verbeelding ter plaatse van de aanwezige waterkering (Neherkade) in combinatie met opname van een een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden (aanlegstelsel), vastgelegd in Artikel 6 van de planregels. Bescherming van de beschermingszone (15 m) weerszijden van de waterkering vindt plaats door opname van de gebiedsaanduiding "Waterstaat - beschermingszone", vastgelegd in Artikel 11 van de planregels. |
Waterkwaliteit en ecologie | In een later stadium dient onderzocht te worden of er mogelijkheden zijn voor een natuurvriendelijke oever ter plaatse van de compensatie. Volgens de ambities van de Kaderrichtlijn water is het aanbrengen van natuurvriendelijke oevers wenselijk. Bij toepassing van natuurvriendelijke oevers zal de ecologische- en waterkwaliteit verbeteren. Deze maatregel dient nader uitgewerkt te worden bij de concrete invulling van de gebieden voor de watercompensatie. Dit kan in dit bestemmingsplan niet geregeld worden. |
Waterkwantiteit | In het kader van het toevoegen van verhard oppervlak dient water gecompenseerd te worden. Dit wordt vormgegeven door twee percelen in de Binckhorst van verhard oppervlak in water te transformeren. Dit betreft: 1) ter plaatse van de vertrekkende autodemontagebedrijven in de Poolsterstraat (5.690 m² water) en 2) het herstel van een oude insteekhaven achter de Fokkerschool aan de Binckhorstlaan (1.480 m² water). |
Waterberging | De Neherkade wordt verbreed: er wordt circa 7000 m2 extra verharding aangelegd. Voor het compenseren van de afname van waterberging is het nodig om de extra verharding van circa 7.000 m2 te compenseren. In de 'modellenstudie waterberging Neherkade' zijn hier vijf opties voor onderzocht. Volgens de eisen die het Hoogheemraadschap stelt ten behoeve van waterberging moet dit gecompenseerd worden binnen een straal van 2.500 m. Deze optie om te compenseren zijn allemaal gelegen in de Binckhorst. Uit de modellenstudie zijn twee modellen naar voren gekomen die (in samenspraak met het Hoogheemraadschap Delfland) de voorkeur genieten: 1) ter plaatse van de vertrekkende autodemontagebedrijven in de Poolsterstraat (5.690 m² water) en 2) het herstel van een oude insteekhaven achter de Fokkerschool aan de Binckhorstlaan (1.480 m² water). Beide locaties zijn gelegen in het vigerende bestemmingsplan Binckhorst 1989. Het graven van één of meerdere nieuwe waterbergingen is binnen de bedrijfsdoeleinden bestemming bij recht mogelijk Er is daartoe geen aparte planologische procedure benodigd. Besluitvorming over het aanwijzen van twee waterbergingslocaties [Poolsterhaven en Fokkerhaven] heeft op 19 februari 2013 in het college van B&W [RIS 256809] plaatsgevonden. Er zal een geaccordeerde situatie tekening van de leggerwijziging van het Hoogheemraadschap worden opgenomen als bijlage bij de regels met een verwijzing hiernaar in de planregels. In de dubbelbestemming WS - WK wordt vervolgens nog een (aanvullende) bepaling opgenomen dat (water) vergunning verlening tot gedeeltelijke demping van de Neherkade mogelijk is indien: - medewerking wordt verleend aan een benodigde leggerwijziging procedure (zie Bijlage 2 Leggerwijziging en ligging waterleiding) voor de Neherkade; - de werkzaamheden voor de aanleg van één of meerdere waterbergingen ter compensatie van de verbreding van de Neherkade in het plangebied Binckhorst zijn aangevangen. |
Bodem | |
Bodem | Vanuit het thema bodem zijn de volgende maatregelen te beschouwen. Deze maatregelen kunnen niet vastgelegd worden in dit bestemmingsplan, maar dienen grotendeels in de contractering opgenomen te worden. Tijdelijke bemaling van het grondwater mag niet leiden tot een verplaatsing van grondwaterverontreiniging. Dit dient geohydrologisch in een bemalingsplan te worden onderbouwd. Op locatie schoonmaken van verontreinigende stoffen. Met mitigerende maatregelen kan de verplaatsing van mobiele verontreinigingen door bemaling voorkomen worden. Het betreft bijvoorbeeld het toepassen van retourbemaling en/of schermbemaling, het beperken van het watervolume, bemalingsdiepte en bemalingsduur. Daarnaast kunnen andere uitvoeringmethoden worden toegepast waardoor geen bemaling nodig is. Grondaanvullingen vinden plaats met schone grond, danwel grond die voldoet aan de gesteld norm op basis van het gebruikstype van de bodem Grondwaterbemaling biedt eventueel kansen om ook vervuild grondwater onder aanliggende gebieden 'gemengd wonen' te onttrekken en te reinigen en daarmee te saneren. In situ sanering is ook mogelijk Als de verlagingscontour (>5cm) van de bemaling bekend is dient te worden bepaald of er risico is op zetting van gebouwen op basis van historisch (funderings)onderzoek |
Archeologie
De Wet op de Archeologische Monumentenzorg legt de verplichting op om in nieuwe bestemmingsplannen en bij wijziging van bestaande bestemmingsplannen met de archeologische waarden rekening te houden (zie paragraaf 4.11). Bestemmingsplannen moeten een juridische regeling bevatten die voldoende bescherming biedt tegen werkzaamheden die tot een verstoring van het bodemarchief zouden kunnen leiden. |
De archeologisch waardevolle gebieden zijn geïnventariseerd (zie paragraaf 4.11). Hieruit is geconcludeerd dat het plangebied geen bekende archeologische waarden bevat. Voorts is de verwachting op het aantreffen van nog onbekende archeologische waarden laag. Er wordt geen dubbelbestemming archeologie en (beschermende) regels opgenomen met betrekking tot de Archeologische monumentenzorg. |