direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Neherkade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0243FNeherkade-50VA

4.5 Externe veiligheid

In deze paragraaf komen achtereenvolgens aan bod: wet- en regelgeving en beleid, de belangrijkste onderzoeksresultaten en mogelijke maatregelen en kansen vanuit externe veiligheid. Het MER is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen.

Bij de Neherkade zijn twee risicobronnen aanwezig: de weg zelf en een LPG-tankstation. Overige risicobronnen liggen te ver weg om invloed op de externe veiligheidsituatie op de Neherkade uit te oefenen. Omdat er alleen sprake is van aanpassing van de Neherkade en er geen nieuwe kwetsbare objecten (zoals woningen of scholen) worden toegevoegd wordt alleen gekeken naar de Neherkade als risicobron. De overige risicobronnen, zoals buisleidingen, vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en risicovolle inrichtingen worden hier derhalve ook buiten beschouwing gelaten. Dit kan ook omdat de Neherkade zelf geen (beperkt) kwetsbaar object is waardoor deze weg zelf niet getoetst hoeft te worden aan de externe veiligheidwetgeving.

4.5.1 Wet- en regelgeving en beleid

Externe veiligheid is een milieuthema dat ingaat op de kans en bijbehorende effecten van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Deze gevaarlijke stoffen kunnen opgeslagen worden bij bedrijven, zoals LPG-tankstations of getransporteerd worden over de weg, het water, per spoor of door buisleidingen. Het gaat dan om de volgende categorieën:

  • brandbare vloeistoffen (benzine, kerosine, diesel)
  • brandbare gassen (LPG, propaan)
  • toxische vloeistoffen (watersulfide)
  • toxische gassen (ammoniak, chloor)

Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in risicobronnen (zoals een weg waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd of een LPG-tankstation) en kwetsbare objecten, zoals woningen, scholen en kantoren. De effecten van risicobronnen op deze kwetsbare objecten wordt op twee manieren inzichtelijk gemaakt:

  • het 'Plaatsgebonden Risico' (PR) is de kans dat een denkbeeldige persoon, die zich continu en onbeschermd op die plaats bevindt, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een gevaarlijke stof. Dit risico mag onder normale omstandigheden voor burgers nergens groter zijn dan één op één miljoen (10-6) per jaar. Binnen deze contour mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn.
  • het 'Groepsrisico' (GR) s de kans op een ongeval met veel dodelijke slachtoffers. In een grafiek wordt de kans op een ongeval ten opzichte van het aantal potentiële slachtoffers weergegeven. Des te hoger deze groepsrisicocurve des te zwaarder wordt de motivering waarom deze situatie acceptabel is.

Binnen de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicocontouren mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd. Tot kwetsbare objecten behoren onder andere woningen, scholen en andere functies waar veel mensen gedurende enige tijd verblijven.

Voor het berekenen van het groepsrisico is het vaststellen van het invloedsgebied van belang. Dit gebied wordt doorgaans bepaald door de berekening van het grootst mogelijke ongeval waar nog bij 1% van de blootgestelde personen dodelijk letsel optreedt (1% letaliteit). Dit geldt zowel voor stationaire bronnen als voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (weg, spoor, water en buisleidingen). Voor LPG-tankstations wordt echter het invloedsgebied bepaald door de 100% letaliteitsgrens.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet een verhoging van het groepsrisico worden verantwoord (VGR). Naast de berekende waarden voor het GR moeten hierbij de zelfredzaamheid van burgers en de beheersbaarheid (door hulpverleningsorganisaties) van ongelukken worden beschouwd en onderbouwd. De risicomaten zijn vastgelegd in diverse besluiten en beleidsnotities en -nota's.

De normstelling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is gebaseerd op de 'Nota Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (RNVGS)' (2006). De nota heeft geen wettelijk bindende werking maar is niet vrijblijvend. Op grond van de Circulaire moet bij een bestemmingsplan de risicobenadering worden toegepast. Dit geldt wanneer de ontwikkeling binnen 200 meter van de transportas is gesitueerd.

De regionale visie Externe Veiligheid "Samen Werken aan Externe Veiligheid" (2006) van Haaglanden is gericht op het beheersen van de risico's van het werken met en het opslaan en transporteren van gevaarlijke stoffen. Het doel daarvan is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van de risico's waaraan burgers worden blootgesteld. Welk risico aanvaardbaar is verschilt per situatie en vraagt om een zorgvuldige afweging en duidelijke informatie aan burgers en bedrijven. Ook het Haags Gebiedsgericht Milieubeleid is erop gericht om afhankelijk van de gebiedstypen plaatsgebonden risico's en groepsrisico's beperkt te houden. Dit houdt in dat in gebieden met woonfuncties de risico's verwaarloosbaar moeten zijn en dat de risico's in werk- en verkeersgebieden klein moeten zijn.

4.5.2 Referentiesituatie

De Neherkade maakt geen onderdeel uit van de transportroutes gevaarlijke stoffen door Den Haag. Deze loopt via de snelwegen en via de Utrechtsebaan. Echter, vanwege de aanwezigheid van een LPG-tankstation langs de Neherkade (nr. 2980) is er wel sprake van een ontheffing voor het transport van gevaarlijke stoffen over de Neherkade naar dit tankstation. Bij het LPG-tankstation vindt de verkoop plaats van benzine, diesel en LPG. Deze stoffen worden dan ook, in kleine hoeveelheden, over de Neherkade getransporteerd. Dit transport heeft invloed op de externe veiligheidsituatie van de aanwezige woonbebouwing langs de Neherkade.

Bij het berekenen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is het van belang te weten hoeveel transport van gevaarlijke stoffen er per jaar over de Neherkade plaatsvindt. De stofcategorie brandbare gassen (LPG en propaan) is hierbij leidend, omdat calamiteiten met deze stof grote implicaties kan hebben. Hierbij ontstaan namelijk een zogenaamde BLEVE, dit is een grote gasexplosie met bijbehorende drukgolf. Deze explosie kan tot op circa 300 á 350 meter nog dodelijke slachtoffers veroorzaken. De stofcategorie brandbare vloeistoffen, zoals benzine en diesel, heeft een veel minder grote impact. Hier ontstaat een vloeistofplas, die in brand kan raken. Ook hier kunnen slachtoffers door ontstaan, maar het gebied tot waar deze dodelijke slachtoffers ontstaan is veel kleiner (circa 50 meter). Bij het bepalen van de risico's wordt daarom vrijwel alleen gekeken naar het transport van brandbare gassen.

Het tankstation op de Neherkade heeft een LPG-doorzet van 1.000 m3 per jaar. Dit komt overeen met circa 140 transporten LPG op jaarbasis (TNO, 2004: R2004/107). Dit is een zeer geringe transporthoeveelheid.

Zowel in de huidige als referentiesituatie is er geen plaatsgebonden risicocontour voor de grenswaarde 10-6/jaar berekend. De transportintensiteit van gevaarlijke stoffen is hiervoor te laag. Het plaatsgebonden risico vormt daarmee geen belemmering in de huidige en referentiesituatie.

Het groepsrisico is berekend middels een kwantitatieve risicoanalyse. In het achtergrondrapport Externe Veiligheid zijn de hiervoor gehanteerde bevolking- en transportgegevens weergegeven. In onderstaande figuur is het groepsrisico voor de huidige situatie en de referentiesituatie weergegeven. Het groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde, maar is wel hoog vanwege de hoge bevolkingsconcentratie binnen het invloedsgebied van gevaarlijke stoffen die over de Neherkade vervoerd worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0243FNeherkade-50VA_0015.png"

figuur groepsrisico in de huidige situatie (blauw) en de referentiesituatie (rood)

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0243FNeherkade-50VA_0016.png"

figuur normwaarden groepsrisico (ten opzichte van de oriëntatiewaarde)

4.5.3 Effecten door aanpassing Neherkade (plansituatie)

Plaatsgebonden risico

Omdat met dezelfde transportintensiteit van gevaarlijke stoffen is gerekend, als in de huidige en referentiesituatie, ontstaat er in de plansituatie ook geen plaatsgebonden risicocontour voor de grenswaarde van PR 10-6/jaar. Het plaatsgebonden risico vormt daarmee geen belemmering voor de planontwikkeling. Het effect op het plaatsgebonden risico in de plansituatie wordt daarmee neutraal beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie.

Groepsrisico

Het groepsrisico wordt beïnvloed door de transportintensiteiten, het aantal mensen dat woont of werkt in de nabijheid, de afstand tot de risicobron en de kans op een ongeval. Als gevolg van de herinrichting van de Neherkade verandert het externe veiligheidsbeeld niet tot nauwelijks. Zoals reeds gesteld, verandert de transportintensiteit niet. Dit geldt ook voor het aantal mensen dat woont of werkt bij de Neherkade.

De afstand van kwetsbare objecten tot de Neherkade verandert slechts marginaal. De wegas komt iets verder van de woonbebouwing van de Neherkade te liggen en iets dichter bij de bebouwing aan de overkant van de Laakhaven. Netto is het effect neutraal.

Het transport van gevaarlijke stoffen mag niet door de onderdoorgang bij de ongelijkvloerse kruising met het Leeghwaterplein, dit conform een eis uit de Nota van Uitgangspunten, en zal over maaiveld (via de rotonde) afgewikkeld worden. Ook hierdoor ontstaat geen noemenswaardig verschil in het groepsrisico. Aan de zuidzijde van de rotonde bij het Leeghwaterplein zal het transport iets dichter langs bebouwing rijden, hier staat tegenover dat aan de noordkant de tankauto's verder van de bebouwing af rijden. Tevens geldt dat een rotonde veiliger is (minder grote snelheid) voor het vervoer van gevaarlijke stoffen dan een kruising, waardoor gesteld kan worden dat hierdoor de veiligheidsituatie licht verbetert.

4.5.4 Verantwoording maatregelen en kansen

De gevaarlijke stoffen die worden vervoerd over de Neherkade zijn allemaal afkomstig van het tankstation met een bepaalde vergunde hoeveelheid. De bevoorrading van dit LPG-tankstation vindt momenteel gedurende de avond plaats. Teneinde de ontwikkelingen in het bestemmingsplan Laakhaven-West mogelijk te maken, is in dit bestemmingsplan de voorwaarde opgenomen dat de bevoorrading overdag dient plaats te vinden. De vergunning ontheffingsroute gevaarlijke stoffen zal voor het hanteren van venstertijden moeten worden aangepast. Ten behoeve van het MER is het maximale aantal vergunde transporten berekend Dit is zeer beperkt. Door deze zeer beperkte hoeveelheid vervoerde gevaarlijke stoffen is het niet noodzakelijk hiervoor maatregelen te treffen.