De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. natuurgebied;
b. behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende natuur- en landschappelijke waarden van het gebied, één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, fiets-, wandel- en ruiterpaden, groen en water, alsmede extensieve recreatie zoals nader omschreven in het derde lid.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
a. binnen de bestemming zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met dien verstande dergelijke bouwwerken binnen de op de plankaart aangegeven 'milieuzone waterwingebied' slechts zijn toegestaan, indien de belangen in verband met het waterwingebied zich hier niet tegen verzetten;
b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
6.3 Specifieke gebruiksregels
a. Extensieve recreatie is als ondergeschikt medegebruik toegestaan.
b. Het gebruik van de gronden mag geen afbreuk doen aan de instandhouding en zo mogelijk versterking van natuur- en landschapswaarden.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden op of in de op de plankaart aangeduide gronden behorende bij deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen, egaliseren, alsmede het scheuren van grasland;
het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het verwijderen van bomen of andere opgaande beplanting, anders dan bij wijze van verzorging an de aanwezige houtopstand, voor zover de Boswet of op die wet gebaseerde regelingen niet van toepassing zijn;
de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
de aanleg van dijken of andere taluds of de vergraving of ontgraving van reeds bestaande dijken of taluds;
de aanleg van waterlopen of de vergraving, verruiming of demping van reeds bestaande waterlopen;
de aanleg van ondergrondse constructies, installaties of apparatuur, behoudens indien deze werken en werkzaamheden zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van een doelmatige bedrijfsvoering.
b. De onder a genoemde verboden gelden niet:
indien en voor zover de in het eerste lid genoemde werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband het normale beheer of onderhoud van de gronden;
indien en voor zover deze vorm van gebruik van de grond verenigbaar is met het doel waarvoor de betreffende grond v olgens het plan is bestemd;
ten aanzien van werken en werkzaamheden die dienen ter instandhouding of voltooiing van werken die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen
c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze:
geen ingrijpende beletselen teweegbrengen voor een doelmatig gebruik overeenkomstig de bestemming;
geen neveneffecten teweegbrengen, die de doelmatigheid van de bestemming van de gronden elders in het plangebied ingrijpend verstoren;
indien zij plaatsvinden binnen de op de kaart aangeven 'milieuzone waterwingebied' verenigbaar zijn met de belangen ten aanzien van het waterwingebied.