direct naar inhoud van Artikel 7 Verkeer - Hoofdverkeersweg
Plan: Benoordenhout - Internationaal Strafhof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0211GNdRndwgICC-70OH

Artikel 7 Verkeer - Hoofdverkeersweg

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-hoofdverkeersweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdverkeersweg;
  • b. ondergrondse hoofdverkeersweg;
  • c. straat;
  • d. parkeerplaatsen;
  • e. voet- en fietspaden,

één en ander met de daarbij behorende doorgaande rijbanen, gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegangsportalen, ontluchtingsmiddelen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, alsmede voor openbaar nut en kunst, groen, water en overige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden is ter plaatse van de aanduiding tunnel een verkeerstunnel met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een hoofdverkeersweg toegestaan.
  • b. een tunnel als bedoeld onder a mag niet breder zijn dan 25 m.
  • c. ter plaatse van de aanduiding tunnel en het er buiten gelegen gebied, dat zich op kortere afstand dan 10 m van deze aanduiding bevindt, zijn bouwwerken, die niet ten dienste van de tunnel staan, niet toegestaan.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone waterwingebied' zijn geen bouwwerken toegestaan.
  • e. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag boven peil niet meer dan 3,5 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van:

  • a. het tweede lid, onder c ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 3,5 m, mits hierover vooraf bij de tunnelbeheerder schriftelijk advies is ingewonnen;
  • b. het tweede lid, onder d ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 3,5 m, mits de belangen in verband met het waterwingebied zich hier niet tegen verzetten.
7.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Op de Van Alkemadelaan en in de verkeerstunnel mag het aantal rijstroken, exclusief opstel- en afrijstroken niet meer dan 2 + 2 bedragen.
  • b. Op maaiveldniveau zijn een hoofdverkeersweg, wijkontsluitingsweg en straat toegestaan.
  • c. Voor zover de gronden niet gebruikt worden voor de aanleg van de onderscheidenlijke soorten wegen met bijbehorende voorzieningen, mogen de gronden worden ingericht met groenvoorzieningen of worden betrokken bij het tussen de Oude Waalsdorperweg en Waalsdorperweg gelegen bos.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de op de plankaart aangeduide gronden behorende bij deze bestemming, voor zover gelegen binnen de 'milieuzone waterwingebied' of voor zover deel uitmakende van het gebied met de aanduiding 'tunnel' alsook het er buiten gelegen gebied, dat zich op kortere afstand dan 10 m van deze aanduiding bevindt, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen, egaliseren, alsmede het scheuren van grasland;
  • het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • het verwijderen van bomen of andere opgaande beplanting, anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand, voor zover de Boswet of op die wet gebaseerde regelingen niet van toepassing zijn;
  • de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • de aanleg van dijken of andere taluds of de vergraving of ontgraving van reeds bestaande dijken of taluds;
  • de aanleg van waterlopen of de vergraving, verruiming of demping van reeds bestaande waterlopen;
  • de aanleg van ondergrondse constructies, installaties of apparatuur, behoudens indien deze werken en werkzaamheden zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van een doelmatige bedrijfsvoering;
  • b. De onder a genoemde verboden gelden niet:
  • indien en voor zover de in het eerste lid genoemde werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband het normale beheer of onderhoud van de gronden;
  • indien en voor zover deze vorm van gebruik van de grond verenigbaar is met het doel waarvoor de betreffende grond volgens het plan is bestemd;
  • ten aanzien van werken en werkzaamheden die dienen ter instandhouding of voltooiing van werken die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze:
  • geen ingrijpende beletselen teweegbrengen voor een doelmatig gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • geen neveneffecten teweegbrengen, die de doelmatigheid van de bestemming van de gronden elders in het plangebied ingrijpend verstoren;
  • verenigbaar zijn met de belangen ten aanzien van het waterwingebied;
  • geen belemmering vormen voor de veiligheid van de tunnel en hieromtrent vooraf bij de tunnelbeheerder om advies is gevraagd.