direct naar inhoud van Artikel 28 Algemene ontheffingsregels
Plan: Laakwijk-Schipperskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA

Artikel 28 Algemene ontheffingsregels

28.1 Ontheffing van algemene bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 26 ten behoeve van:

  • a. afwijkingen van maten, afmetingen en/of percentages minder dan 10%;
  • b. het overschrijden van bebouwings- of bestemmingsgrenzen voor zover betrekking hebbende op erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels en soortgelijke bouwwerken;
  • c. het overschrijden van bebouwings- of bestemmingsgrenzen door gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen ingeval de overschrijding meer bedraagt dan op grond van de algemene bouwregels is toegestaan;
  • d. beneden peil gelegen ruimten ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
  • e. geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, die van belang zijn voor een meer verantwoorde ruimtelijke of technische plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein tot een maximum van 3 m;
  • f. glas-, papier- en kledingcontainers, al dan niet beneden peil gelegen;
  • g. kunst- en reclameobjecten;
  • h. de plaatsing van installaties voor mobiele telecommunicatie op gebouwen die als gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument zijn aangewezen en/of zijn gelegen in een rijks beschermd stadsgezicht, mits het monumentale karakter van de bebouwing en/of het ensemble waar de bebouwing deel van uitmaakt niet in onevenredige mate wordt aangetast.
28.2 Ontheffing van algemene gebruiksregels
  • a. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van artikel 27 onder a, wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 ontheffing verlenen van artikel 27 onder g voor een bedrijfsactiviteit die niet in categorieën A van de Staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging is opgenomen maar die naar haar aard en omvang van de milieuhinder vergelijkbaar is met een bedrijfsactiviteit in de categorie A.

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 27 onder i en j ten behoeve van een horeca-inrichting waarbij uit nadere toetsing aan de in de Staat van horeca-inrichtingen in de bijlagen bij de regels van dit plan opgenomen criteria blijkt dat de betreffende inrichting qua puntentoebedeling afwijkt van de in die staat aangenomen score en de daarbij behorende categorie-indeling met dien verstande dat:

    • 1. voordat ontheffing wordt verleend, advies wordt ingewonnen van de ambtelijke toetsingscommissie horeca;
    • 2. de desbetreffende horeca-inrichting door het verlenen van de ontheffing geacht wordt te behoren tot de met de puntentoebedeling corresponderende categorie.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 binnen de bestemmingen Gemengd-3, Gemengd-4 en Wonen ontheffing verlenen verlenen van het verbod als bedoeld in artikel 27 onder c ten behoeve van de vestiging en exploitatie van een seksinrichting, met dien verstande dat:
    • 1. bij nieuwvestiging het betreft een verplaatsing van een bestaande seksinrichting naar een qua omgeving ten opzichte van de bestaande locatie beter geschikte locatie;
    • 2. bij uitbreiding van een bestaande seksinrichting dit noodzakelijk is vanwege aanpassing van de bedrijfsvoering door wettelijke eisen, dan wel het betreft concentratie van activiteiten van meerdere locaties in de gemeente Den Haag op één locatie. Bij concentratie mag de brutovloeroppervlakte worden uitgebreid met het aantal vierkante meters dat elders is of zal worden opgeheven;

na ontheffing het adres waarop de seksinrichting wordt gevestigd en geëxploiteerd dezelfde status toekomt als de adressen in de Lijst van LMV-inrichtingen in de bijlagen bij de regels van dit plan en als bedoeld in artikel 27 onder e.

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3 binnen de bestemming Gemengd-1 ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in artikel 27 onder c ten behoeve van de vestiging en exploitatie van garagebedrijf, met dien verstande dat na ontheffing het adres waarop het garagebedrijf wordt gevestigd en geëxploiteerd dezelfde status toekomt als de adressen in de Lijst van LMV-inrichtingen in de bijlagen bij de regels van dit plan en als bedoeld in artikel 27 onder e.

  • c. Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in lid 28.3, binnen de bestemming Gemengd-3 en, voor zover aangeduid als detailhandel als bedoeld in artikel 27 onder d en volgens daarvoor geldende gebruiksregels, binnen de bestemming Gemengd-4 en Wonen, onteffing verlenen van het verbod als bedoeld in artikel 27 onder f voor detailhandel in vuurwerk met de daarbij behorende opslag, met dien verstande dat:
    • 1. de opslag niet meer mag bedragen dan 1.000 kg;
    • 2. het totaal aantal vestigingen in Den Haag met een toegestane opslag van 1.000 kg niet meer mag bedragen dan 68 en het totaal aantal vestigingen in het plangebied niet meer mag bedragen dan 6, met inbegrip van de vestiging met een toegestane afwijking van de maximale toegestane opslag in kg;
    • 3. voordat ontheffing wordt verleend, advies wordt ingewonnen van de regionale brandweer;
    • 4. na ontheffing het adres waarop detailhandel in vuurwerk met de daarbij behorende opslag wordt gevestigd dezelfde status toekomt als de adressen in de Lijst van detailhandel in vuurwerk in de bijlagen bij de regels van dit plan en als bedoeld in artikel 27 onder f.

28.3 Voorwaarde

Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend ontheffing indien:

  • a. er geen afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarde(n) als bedoeld in lid 23.1;
  • b. de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende opstallen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. een bouwplan in stedenbouwkundig opzicht past in de omgeving, mede gelet op de situering, kapvorm en hoogtedifferentiatie;
  • d. op andere gronden dan die waarop de aanvraag betrekking heeft niet een situatie ontstaat die in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan.
28.4 Specifieke procedureregels

Op de voorbereiding van een ontheffing als bedoeld in dit artikel is de procedure als bedoeld in lid 30.1van toepassing.