direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene gebruiksregels
Plan: Laakwijk-Schipperskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA

Artikel 27 Algemene gebruiksregels

  • a. Behoudens het bepaalde in lid 31.2 is het verboden de in dit plan begrepen gronden en zich daarop bevindende opstallen te gebruiken, te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de voorgeschreven bestemming of met de regels van het plan.
  • b. Het bepaalde onder a ten aanzien van het gebruik van gronden heeft geen betrekking op bouwen.
  • c. Het verbod als bedoeld onder a omvat in ieder geval de aanleg of het gebruik van onbebouwde gronden als opslag, stort- of bergplaats behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden en voorts geldt bedoeld verbod voor het gebruik van gronden en gebouwen voor het uitoefenen van prostitutie en voor de exploitatie van een prostitutie-inrichting of een seksclub, een kamerverhuurbedrijf en een garagebedrijf, tenzij in de regels van dit plan anders is bepaald.
  • d. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op bestaand afwijkend gebruik dat op de plankaart binnen de bestemmingen Gemengd-3, Gemengd-4 en Wonen is aangeduid als:
    • 1. ambachtelijk bedrijf;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. detailhandel;
    • 4. horeca;
    • 5. kantoor;
    • 6. maatschappelijke voorziening.

Het verbod als bedoeld onder a in samenhang met c is niet van toepassing op bestaand afwijkend gebruik dat in de Lijst van LMV-inrichtingen in de bijlagen bij de regels van dit plan, is vermeld als:

    • 1. kamerverhuurbedrijf;
    • 2. seksinrichting;
    • 3. garagebedrijf.

Het verbod als bedoeld onder a in samenhang met lid 1.33 is niet van toepassing op bestaand afwijkend gebruik dat in de Lijst van detailhandel in vuurwerk in de bijlagen bij de regels van dit plan is vermeld als detailhandel in vuurwerk met de daarbij behorende opslag conform de lijst;

  • e. Voor het afwijkend gebruik van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld onder d, e en f, gelden de volgende regels:
    • 1. de omvang van het afwijkend gebruik mag niet worden vergroot ten opzichte van de omvang die bestond op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
    • 2. met uitzondering van afwijkend gebruik voor een kamerverhuurbedrijf of een seksinrichting is het afwijkend gebruik uitsluitend op de beganegrondlaag toegestaan;
    • 3. het afwijkend gebruik mag worden veranderd in een gebruik overeenkomstig de bestemming;
    • 4. het afwijkend gebruik voor detailhandel, horeca, kantoor of maatschappelijke voorziening en detailhandel in vuurwerk binnen de bestemming Wonen mag worden veranderd in een gebruik overeenkomstig de bestemming of in een gebruik voor ambachtelijk bedrijf of dienstverlening;
    • 5. het afwijkend gebruik mag niet worden hervat indien het na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar is onderbroken en/of indien toepassing is gegeven aan het bepaalde onder 3 of 4;
    • 6. onverminderd het bepaalde onder 1 mag de brutovloeroppervlakte van een vestiging van een ambachtelijk bedrijf, dienstverlening, detailhandel of maatschappelijke voorziening niet meer bedragen dan 150 m²;
    • 7. onverminderd het bepaalde onder 1 mag de brutovloeroppervlakte van een horeca-inrichting niet meer bedragen dan 120 m²;

onverminderd het bepaalde onder 1 mag in een vestiging van detailhandel in vuurwerk tegelijkertijd niet meer dan 1.000 kg vuurwerk aanwezig zijn, tenzij in de Lijst van detailhandel in vuurwerk in de bijlagen bij de regels van dit plan anders is bepaald;

horeca als bedoeld onder d is toegestaan tot en met categorie II van de Staat van horeca-inrichtingen in de bijlagen bij de regels van dit plan;

ambachtelijke bedrijven zijn uitsluitend toegestaan in categorie A van de Staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging in de bijlagen bij de regels van dit plan, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, en inrichtingen als bedoeld in artikel 4, vijfde lid, van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen.

  • f. In of bij een woning is kamerbewoning in de vorm van onzelfstandige huisvesting woonruimte tot en met twee personen en de uitoefening van een aan-huis-gebonden bedrijf en/of beroep toegestaan onder de volgende voorwaarden
    • 1. de activiteiten mogen geen hinder voor de woonsituatie opleveren en mogen niet op grond van de milieuwetgeving vergunning- dan wel meldingplichtig zijn;
    • 2. de activiteiten mogen naar hun aard en visueel geen afbreuk doen aan het karakter van de woning;
    • 3. de activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen;
    • 4. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaken;
    • 5. de activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn, in die zin, dat de woonfunctie de belangrijkste functie dient te blijven en de praktijkruimte maximaal 30% van de bebouwde oppervlakte mag bedragen.

Voor de toepassing van deze regels ten aanzien van horeca-inrichtingen wordt uitgegaan van de definitie van horeca-inrichting als bedoeld in lid 1.55 en de daarin aangegeven categorie-indeling, gebaseerd op de Staat van horeca-inrichtingen in de bijlagen bij de regels van dit plan.

Indien binnen één horeca-inrichting sprake is van meerdere bedrijfssoorten en/of van andere combinaties van bedrijfssoorten dan is aangegeven in de Staat van horeca-inrichtingen, wordt voor de puntentoedeling en de categorie-indeling uitgegaan van de bedrijfssoort met de hoogste puntentoedeling.