Plan: | Hanepraij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.1003BPHanepraij-DF01 |
De gemeente Gouda is voornemens binnen het plangebied gelegen aan de Fluwelensingel 108 te Gouda een nieuw zorgcentrum "Hanepraij" te ontwikkelen. Ten behoeve van deze ontwikkeling is het voormalige opslagterrein van de gemeentewerf en de Stadskwekerij kruidentuin gesloopt en ontdaan van de bomen. In het kader van de bestemmingsplanprocedure zijn een tweetal onderzoeken uitgevoerd. Het betreft hier het onderzoek 'Natuurtoets Flora- en Faunawet, Bouwlocatie Woonzorgcentrum Fluwelensingel/Goejanverwelledijk, Eindrapportage' d.d. 8 oktober 2009. Deze rapportage is als Bijlage 13 toegevoegd aan het voorliggend bestemmingsplan. Daarnaast is door AGEL adviseurs een quickscan Flora- en Faunawetgeving uitgevoerd. De resultaten uit dit onderzoek zijn opgenomen in de rapportage 'Quickscan Flora- en Faunawet Ontwikkeling zorgcentrum Hanepraij Fluwelensingel 108 te Gouda', d.d. 17 december 2010, met kenmerk 20100650 D01. Deze onderzoeksrapportage is als Bijlage 12 aan het voorliggend bestemmingsplan toegevoegd.
Doel van deze quickscan Flora en faunawetgeving is het inzichtelijk maken of beschermde natuurwaarden in het plangebied aanwezig zijn en welke betekenis die hebben voor de verdere uitvoering. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt of er door de geplande ontwikkeling negatieve effecten te verwachten zijn op beschermde gebieden.
Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt niet in de nabijheid van gebieden die zijn aangewezen in het kader van de natuurbeschermingswet 1998. Het dichtstbijzijnde beschermde gebied ligt op een afstand van ten minste 2 kilometer ten oosten van het plangebied en betreft het Natura 2000 gebied “Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein”. Dit Natura 2000 gebied heeft de status Habitat- en vogelrichtlijngebied.
Gezien de omvang van de planontwikkeling en de afstand van de planontwikkeling tot het dichtstbijzijnd gelegen Natura 2000 gebied kan geconcludeerd worden dat de ontwikkeling geen invloed heeft op een gebied beschermd in het kader van de natuurbeschermingswet 1998. Het plangebied ligt niet in een gebied dat behoort tot Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). In de verdere omgeving zijn er wel diverse gebieden aangewezen die deel uitmaken van de (provinciale) Ecologische Hoofdstructuur. Aangezien de beoogde plannen betrekking hebben op een relatief klein gebied en het plangebied geen relatie heeft met een gebied dat is aangewezen als PEHS zijn negatieve effecten uit te sluiten.
Soortenbescherming
In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen. Dit houdt in dat voorafgaand aan de ingreep alle maatregelen dienen te worden getroffen om nadelige gevolgen op flora en fauna voor zover mogelijk te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Deze zorgplicht geldt altijd en voor alle soorten, ook als er een omgevingsvergunning of vrijstelling is verleend.
Planten
Binnen het plangebied zijn geen potentiële natuurlijke groeiplaatsen voor strikt beschermde (vaat)planten aanwezig. Strikt beschermde (vaat)planten worden dan ook niet binnen het plangebied verwacht. Aangeplante of gezaaide exemplaren van beschermde soorten zijn niet beschermd in de Flora- en faunawet, omdat het geen natuurlijke groeiplaatsen betreft. Een ontheffing van de Flora- en faunawet en/of compensatie is daarom niet noodzakelijk.
Zoogdieren
Er zijn tijdens het oriënterende veldbezoek geen zoogdieren aangetroffen. Verwacht wordt dat enkele algemene voorkomende beschermde zoogdiersoorten zoals de mol, konijn, egel en een aantal algemene muissoorten voor kunnen komen binnen de onderzoekslocatie. Omdat het hier gaat om zoogdiersoorten die in grote delen van Nederland en Zuid-Holland algemeen zijn, doet het verdwijnen van een zeer beperkt leefgebied in het plangebied geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van regionale of landelijke populaties. Een ontheffing van de Flora- en faunawet (categorie 1) en/of compensatie is daarom niet noodzakelijk.
Vleermuizen
Op basis van de quickscan wordt geconcludeerd dat binnen het plangebied geen verblijfsplaatsen met vleermuizen aanwezig zijn, dan wel sporen aangetroffen zijn die duiden op de aanwezigheid van vleermuizen. Dit gezien het ontbreken van bebouwing binnen de contouren.
De aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van boombewonende vleermuizen is eveneens tijdens het oriënterend onderzoek uitgesloten. Binnen de plancontouren van Zorgcentrum Hanepraij zijn de aanwezige bomen immers voor het overgrote deel gerooid.
De bomen die nog aanwezig zijn, hebben geen grote zichtbare holtes of kieren. De bomen zouden als baltsplek kunnen worden gebruikt, maar hebben te kleine openingen om kraamkolonies te kunnen herbergen. Tevens gaat het hier om een klein aantal bomen. Vleermuizen verblijven voornamelijk in grote groepen bomen (enkele tientallen) bijeen, zelden in solitaire bomen. Hiermee is het plangebied niet langer geschikt als rust- of verblijfplaats.
Op basis van het oriënterend veldbezoek kon echter niet worden uitgesloten of het plangebied door vleermuizen wordt gebruikt als foerageergebied en of de aanwezige bomen gebruikt worden als vaste aanvliegroute.
Echter, de op 8 oktober 2009 uitgevoerde natuurtoets (Natuurtoets Flora- en Faunawet, Bouwlocatie Woonzorgcentrum Fluwelensingel/Goejanverwelledijk, Eindrapportage, Groenteam, 8 oktober 2009) bevat een volledig onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen. Op basis van dit onderzoek wordt geconcludeerd dat het plangebied wordt gebruikt als foerageergebied en (beperkte) vliegroute. Hierbij is aangegeven dat dit gebruik echter zo beperkt is dat en geen ontheffing noodzakelijk is. Er wordt op basis van het voorgaande dan ook geconcludeerd dat er geen belemmeringen bestaan ten aanzien van de voorgenomen planontwikkeling.
Vogels
Alle vogels zijn beschermd in het kader van de Vogelrichtlijn en de Flora- en faunawet. Met broedvogels kan in het algemeen relatief eenvoudig rekening worden gehouden door eventuele kap- en sloopwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (circa maart tot en met juli) indien concreet broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde.
Sommige vogelsoorten zoals uilen en spechten gebruiken hun nesten jaarrond als verblijfplaats. Ook buiten het broedseizoen van vogels hebben nesten van deze vogels een beschermde status. Het plangebied is buiten het broedseizoen onderzocht op de geschiktheid voor jaarrond beschermde vogels. Of de twee waargenomen nesten gebruikt worden door in bomen broedende jaarrond beschermde (roof)vogels kan niet uitgesloten worden (veldbezoek buiten het broedseizoen) en het plangebied ligt tegen het buitengebied. De in het plangebied aanwezige bomen blijven behouden, zodat nader onderzoek achterwege kan blijven.
Overige soorten
Uit de inventarisatie van de overige soortgroepen (vissen, ongewervelde en reptielen), binnen het plangebied is naar voren gekomen dat verder geen sprake is van beschermde diersoorten. Het mogelijk aantasten van bijzondere overige soorten is dan ook niet aan de orde. Het is aannemelijk dat in het plangebied de amfibieën zoals groene kikker, bruine kikker en gewone pad voorkomen. Deze soorten zijn licht beschermd. Vanuit waarneming.nl is de beschermde rugstreeppad waargenomen en conform de Provincie komt deze voor in of nabij het plangebied. Aangezien de rugstreeppad in de omgeving is waargenomen wordt, ter voorkoming van het in gebruik nemen van het plangebied door de rugstreeppad tijdens de bouw, aanbevolen om;
Conclusie
Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat vanuit het aspect Flora en Fauna geen belemmeringen worden verwacht ten aanzien van de hier voorgestane ontwikkeling.