Plan: | Hanepraij |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.1003BPHanepraij-DF01 |
Voor het betreffende plangebied heeft een milieukundig onderzoek plaatsgevonden door de Milieudienst Midden-Holland (zie Bijlage 3, d.d. 13 oktober 2009). Binnen dit onderzoek is tevens het milieuaspect "externe veiligheid" nader onderzocht. De conclusies uit het onderzoek zijn in de navolgende tekst kort weergegeven.
Wettelijk kader
Bij Externe Veiligheid (EV) gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval dat er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Binnen de EV worden twee normstellingen gehanteerd:
Bebouwing is niet toegestaan binnen de zogenaamde 10-6 contour van het PR:
Gevaarlijke stoffen worden vervoerd over de modaliteiten spoor, weg, binnenwater en door buisleidingen. Er is sprake van knelpunten voor wat betreft het PR, indien er langs transportassen een 10-6 contour ligt. Er dient een verantwoording GR opgesteld te worden indien een bestemming gepland is binnen het invloedsgebied (200 m) van de transport-as.
Conclusies en advies
Voor de bouw van het zorgcentrum zijn er geen belemmeringen vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, over het water of door buisleidingen. Ook zijn er in de directe nabijheid van het plangebied geen risicorelevante bedrijven. Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied voor het groepsrisico (GR) van het transport van gevaarlijke stoffen over de N207. Uit een berekening voor de ontwikkeling van het zorgcentrum vergeleken met de nulsituatie blijkt dat er door de planontwikkeling sprake is van een aanzienlijke toename van het GR. Hiervoor dient een verantwoording voor het GR te worden opgesteld en dient advies te worden opgevraagd bij de regionale brandweer.
Aanvullend onderzoek externe veiligheid
Ten behoeve van het bepalen van het groepsrisico nieuwbouw Jan Verswollezone Zuid te Gouda is een risicoanalyse opgesteld (Bijlage 8). In het onderzoek wordt ten aanzien van het vervoer gevaarlijke stoffen over de N207 aangegeven dat in zowel de huidige als de toekomstige situatie leidt tot een plaatsgebonden risico (PR) contour kleiner dan 10-6. Het PR voldoet daarmee aan de norm gesteld in de 'Circulaire vervoer gevaarlijke stoffen'. Het groepsrisico zal in de toekomstige situatie toenemen, echter de bijdrage van het plangebied is verwaarloosbaar laag.
In zowel de bestaande als de toekomstige situatie wordt de oriƫntatiewaarde van het GR voor het beschouwde baanvlak niet overschreden. Hiermee wordt voldaan aan de 'Circulaire vervoer gevaarlijke stoffen'. De factor ten opzichte van de oriƫnterende waarde blijft ruim onder de waarde, het groepsrisico neemt beperkt toe door de voorgenomen bebouwing. Binnen het onderzoek wordt derhalve geconcludeerd dat ten aanzien van externe veiligheid er geen beperkingen gelden ten aanzien van de ontwikkeling van een zorgcentrum binnen het plangebied.
Regionale Brandweer
Door de regionale brandweer is op 29 juli 2009 advies uitgebracht (zie Bijlage 9) ten behoeve van het aspect Externe Veiligheid. De regionale brandweer merkt vanwege de Goejanverwelledijk op dat:
"De planning voor de ingebruikname van de randweg is voorzien in 2011. Ook zal het zorgcentrum in 2011 in gebruik genomen worden. De Goejanverwelledijk komt daarmee als risicobron te vervallen. Als de randweg niet gereed is als het zorgcentrum in gebruik genomen wordt zal het groepsrisico tijdelijk in stand blijven, maar nog steeds laag zijn."
De regionale brandweer ziet dan ook geen reden voor het geven van verdere reacties.