direct naar inhoud van 3.6 verkeersbeleid
Plan: Kadebuurt, Kort Haarlem, Gouda Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1000BPKKG-DF01

3.6 verkeersbeleid

3.6.1 rijksbeleid

Nota Mobiliteit
De Nota Mobiliteit is het nationale verkeer- en vervoersplan dat doelen en kaders voor het verkeer- en vervoersbeleid voor de middellange termijn (tot 2010) en lange termijn (tot 2020) beschrijft. De Nota Mobiliteit bevat maatregelen voor een sterke economie, een veilige samenleving, een goed leefmilieu en een aantrekkelijk Nederland. De samenhang tussen ruimte, verkeer en vervoer en economie wordt op ieder niveau (gemeentelijk, regionaal, nationaal en Europees) vergroot. De Nota Mobiliteit werkt deze uitgangspunten nader uit. Een aantal van deze uitgangspunten is:

  • Sterkere economie door de bereikbaarheid te verbeteren;
  • Groei van verkeer en vervoer mogelijk maken;
  • Betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid van deur tot deur;
  • Meer publiek-private samenwerking;
  • Op de korte termijn onderhoudsachterstanden inhalen;
  • Een start maken met een eerlijker vorm van betalen voor mobiliteit;
  • Openbaar vervoer: een gerichte, ambitieuze en integrale benadering;
  • Ruimte voor betrouwbaar, veilig en duurzaam goederenvervoer;
  • De veiligheid permanent verbeteren;
  • Kwaliteit leefomgeving verbeteren.
3.6.2 gemeentelijk beleid

Mobiliteitsplan
De komende jaren gaat er veel veranderen in en rond Gouda. Er zijn verschillende grote projecten gaande, zoals Spoorzone en Goudse Poort. Ook regionaal staat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen gepland, vooral aan de westzijde van de stad. Deze veranderingen gaan gepaard met een toename van verkeer naar en binnen de stad. Om het huidige en nieuwe verkeer in goede banen te leiden, is een visie op verkeer en vervoer noodzakelijk. De gemeente Gouda heeft daarom een mobiliteitsvisie opgesteld. Deze geeft in hoofdlijnen aan welk wegennet de gemeente nastreeft om de verkeerssituatie de komende vijftien jaar onder controle te houden.
De omvang van de autogroei is dusdanig groot, dat de bereikbaarheid van Gouda vanuit de Zuidplaspolder maar ook vanuit de rest van de regio, onvoldoende dreigt te worden. Om dit tegen te gaan en om de kwaliteit van de leefbaarheid en verkeersveiligheid te waarborgen, zijn ingrijpende maatregelen nodig.

In de mobiliteitsvisie komen verschillende manieren van vervoer aan bod met als doel om mensen te verleiden tot verantwoord mobiliteitsgedrag. Door het stimuleren van onder andere de fiets en het openbaar vervoer wil de gemeente overbelasting van de infrastructuur voorkomen waardoor ruimte blijft bestaan voor belangrijk economisch verkeer. Deze doelstelling is in de visie verder uitgewerkt in een aantal strategische keuzes. Ook is aangegeven wat nodig is om het autogebruik tot 2020 op verantwoorde wijze te verwerken en welke maatregelen verder onderzocht moeten worden.

Met de mobiliteitsvisie beschikt de gemeente Gouda over samenhangend verkeer- en vervoersbeleid. De visie is een kapstok voor de verschillende deelnota's verkeer en vervoer, zoals voor fietsen en parkeren en de wijkverkeersplannen. Bij de uitwerking van de mobiliteitsvisie in de wijken worden bewoners en wijkteams betrokken.

De route over Blekerssingel en de Fluwelensingel staat op de kaart aangegeven als optie voor de verlenging van de geplande RijnGouwelijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.1000BPKKG-DF01_0010.jpg"

Afbeelding: ontsluitingsstructuur Gouda (bron: ruimtelijke structuurvisie Gouda)

Parkeerbeleidsplan
In het Parkeerbeleidsplan (december 2004) wordt de verkeersproblematiek in Gouda beschreven en wordt aangegeven welke maatregelen kunnen leiden tot een verbetering. Door de sterke groei van het autoverkeer is de vraag naar parkeerplaatsen de afgelopen jaren fors gestegen.

Het parkeerbeleid kent drie centrale beleidsuitgangspunten:

  • voorzien in de parkeerbehoefte nu en in de toekomst;
  • de gemeente reguleert bestaande en stimuleert nieuw aan te leggen parkeervoorzieningen en reguleert het gebruik (tariefheffing, belanghebbenden);
  • alle kosten die aan het parkeren zijn toe te rekenen worden in rekening gebracht bij de gebruiker.

Randvoorwaarden daarbij zijn:

  • kostendekkende tarieven zodat het voor investeerders interessant wordt te investeren in parkeervoorzieningen;
  • de gemeente draagt zorg voor de exploitatie van parkeerfaciliteiten in het openbaar gebied;
  • parkeren op eigen terrein (uitgangspunt is dat zowel in de bestaande situatie als in nieuwbouwsituaties de parkeerruimte op eigen terrein wordt benut);
  • uitbreiding van parkeervoorzieningen mag niet leiden tot meer verhard oppervlak ten koste van openbaar groen (dus gestapelde parkeervoorzieningen).

Op wijkniveau is bepaald dat voor bewoners voldoende parkeergelegenheid aanwezig dient te zijn. Dit komt neer op één veilige parkeerplek per huishouden in de omgeving van de woning bij voorkeur op eigen terrein en een tweede plek op acceptabele loopafstand in een veilige omgeving. Bezoekers kunnen eventueel op grotere afstand van de woning parkeren. Wanneer het bij woningen in de binnenstad niet mogelijk is om een parkeerplek op eigen terrein te realiseren, dan zullen deze worden aangemerkt als woning voor “autoloos wonen”.

In paragraaf 5.3.3 wordt aangegeven hoe een en ander in het bestemmingsplan is uitgewerkt.