direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin
Plan: Binnenstad Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0900BPBinnoost-DF01

Artikel 9 Tuin

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. toegangspaden.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, zoals luifels, technische installaties, overkappingen met een open constructie en erfafscheidingen, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken, uitgezonderd erfafscheidingen, niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • b. de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1 m en achter de voorgevelrooilijn van een hoofdgebouw op het betreffende bouwperceel niet meer dan 2 m.
9.2.2 Gebouwen voor aangrenzende bouwvlakken

In afwijking van het bepaalde in lid 9.2.1 zijn tevens toegestaan bestaande gedeelten van hoofdgebouwen op aangrenzende bouwvlakken, in welke gedeelten zijn toegestaan de functies die in het betreffende hoofdgebouw zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de maximale oppervlakte aan bebouwing per bouwperceel niet meer mag bedragen dan 10%;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. geldt op bouwpercelen met de aanduiding 'bijgebouwen' het volgende:
    • 1. het aanduidingsvlak 'bijgebouwen' volledig mag worden bebouwd, ook als daardoor het bebouwingspercentage zoals bedoeld onder a. wordt overschreden;
    • 2. bij sloop en (ver)bouw van erfbebouwing het bebouwingspercentage zoals bedoeld onder a. niet mag worden overschreden;
  • c. de goothoogte van gedeelten van hoofdgebouwen en van aan hoofdgebouwen aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk, dat is aangebouwd aan een ander bijbehorende bouwwerk met ten hoogste één bouwlaag en met een bestaande goothoogte van meer dan 3 m, mag ten hoogste zoveel bedragen als die bestaande goothoogte.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Dakterras

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.3.6 en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van lid 9.2 ten behoeve van het realiseren van een privé-buitenruimte in de vorm van een balkon of dakterras bij woningen. Op deze privé-buitenruimte mag een bij een woning behorende berging of toegang worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 5 m2 en een goothoogte, gemeten vanaf het dak, van maximaal 2,20 m.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van onbebouwde gronden als parkeerplaats.