direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin - Erf
Plan: Binnenstad Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0900BPBinnoost-DF01

Artikel 10 Tuin - Erf

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Erf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erven, tuinen en parkeervoorzieningen ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  • b. toegangspaden.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, zoals technische installaties, overkappingen met een open constructie en erfafscheidingen, met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken, uitgezonderd erfafscheidingen, niet meer mag bedragen dan 5 m;
  • b. de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m.
10.2.2 Gebouwen voor aangrenzende bouwvlakken

In afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 zijn tevens toegestaan bestaande gedeelten van hoofdgebouwen op aangrenzende bouwvlakken, in deze bestaande gedeelten zijn toegestaan de functies die in het betreffende aangrenzende hoofdgebouw zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de maximale oppervlakte aan bebouwing per bouwperceel niet meer mag bedragen dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)';
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. geldt op bouwpercelen met de aanduiding 'bijgebouwen' het volgende:
    • 1. het aanduidingsvlak 'bijgebouwen' volledig mag worden bebouwd, ook als daardoor het bebouwingspercentage zoals bedoeld onder a. wordt overschreden;
    • 2. bij sloop en (ver)bouw van erfbebouwing het bebouwingspercentage zoals bedoeld onder a. niet mag worden overschreden;
  • c. de goothoogte van gedeelten van hoofdgebouwen en van aan hoofdgebouwen aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende aangrenzende hoofdgebouw dan wel mag niet meer bedragen dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)';
  • d. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder c. mag de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk, dat is aangebouwd aan een ander bijbehorend bouwwerk met ten hoogste één bouwlaag en met een bestaande goothoogte van meer dan 3 m of meer dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)', niet meer bedragen dan die bestaande goothoogte;
  • f. de hoogte van andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 5 m dan wel mag niet meer bedragen dan zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • g. de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Overschrijding bouwgrens

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.3.6 en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van lid 10.2.2 ten behoeve van het bouwen van een gedeelte van een hoofdgebouw aan een hoofdgebouw op het aangrenzende bouwvlak, met een overschrijding van de bebouwingsgrens ter plaatse tot 5 m, en met toepassing van lid 10.2.2 onder a., en de regels betreffende de bestemming van het aangrenzende bouwvlak.

10.3.2 Dakterras

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17.3.6 en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van lid 10.2 ten behoeve van het realiseren van een privé-buitenruimte in de vorm van een balkon of dakterras bij woningen. Op deze privé-buitenruimte mag een bij een woning behorende berging of toegang worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 5 m2 en een goothoogte, gemeten vanaf het dak, van maximaal 2,20 m.