direct naar inhoud van 4.3 Externe veiligheid
Plan: Korte Akkeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0700BPKortea-DF01

4.3 Externe veiligheid

4.3.1 Wettelijk kader

Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico's op voor de omgeving. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico's zoveel mogelijk beperkt.

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vormt het wettelijk kader voor het omgaan met risico's ten gevolge van bedrijven (inrichtingen) met gevaarlijke stoffen.

Het wettelijk kader voor de risico's ten gevolge van transport van gevaarlijke stoffen wordt gevormd door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Daarnaast is, voor zover van toepassing, gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet Weg (definitief ontwerp 2009) en het Basisnet Water (definitief ontwerp 2008) waarin veiligheidsafstanden worden aangegeven op basis van uitgevoerde tellingen en waarbij rekening is gehouden met een te verwachten groeiscenario tot 2020. Een vergelijkbaar Basisnet spoor is nog in ontwikkeling.

4.3.2 Onderzoek

Ten behoeve van het conserverende bestemmingsplan Korte Akkeren is onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn.

Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen. Voor dit onderzoek is de “Visie Externe Veiligheid 2009-2013” van de gemeente Gouda gebruikt.

Inrichtingen

Ten zuidwesten, direct grenzend aan het plangebied, ligt de inrichting Croda, waar gevaarlijke stoffen worden verwerkt en opgeslagen. De risicocontour PR 10-6 van deze inrichting ligt bijna geheel binnen de terreingrens van de inrichting. Een deel van de PR 10-6-contour ligt over de Hollandse IJssel. Deze contour valt niet binnen het bestemmingsplangebied "Korte Akkeren" en hoeft dus niet te worden opgenomen op de verbeelding. Het plaatsgebonden risico vormt dus geen belemmeringen voor het plan.

Het invloedsgebied, waarbinnen het groepsrisico moet worden verantwoord overlapt wel met het plangebied. Op dit moment is Croda nog bezig met een aanvraag voor een revisievergunning in het kader van de Wet milieubeheer (bevoegd gezag; Provincie Zuid-Holland). De verwachting van de provincie is dat de afstanden uit de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (Revi) de bovengrens zullen vormen voor wat betreft de omvang van het invloedsgebied, zijnde 300 meter. Uit de laatste risicoanalyse (QRA) blijkt dat het groepsrisico een factor 10 onder de oriëntatiewaarde blijft. Aangezien het bestemmingsplan Korte Akkeren conserverend is zal er geen sprake zijn van een toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied. Het groepsrisico neemt ook niet toe.

Ten zuiden, direct grenzend aan het plangebied, is de ammoniak-koelinstallatie van het bedrijf Compaxo gelegen. De risicocontour PR 10-6 van deze inrichting ligt op 35 meter (valt binnen de inrichtingsgrens), met een te verwaarlozen invloedsgebied. De PR 10-6 contour valt niet binnen het bestemmingsplangebied "Korte Akkeren" en hoeft dus niet te worden opgenomen op de verbeelding. Deze ammoniak-koelinstallatie vormt dus geen belemmering voor het plan.

Transport over de weg

Door het plangebied loopt de provinciale weg N207 (Rotterdamseweg). Over deze weg vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Op basis van tellingen transporten gevaarlijke stoffen in 2008 zijn het plaatsgebonden risico en het groepsrisico berekend. Hieruit blijkt dat deze weg geen PR 10-6 contour heeft. Het groepsrisico ligt ter hoogte van het plangebied lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Vanuit de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen is een verantwoording niet benodigd omdat geen sprake is van een toename van het groepsrisico of een overschrijding van de oriëntatiewaarde.

Met de aanleg van de zuidwestelijke randweg wordt de N207 omgeleid buiten de bebouwde kom van Gouda en vervalt de functie van de N207 tussen Sluiseneiland (met uitzondering van transporten ten behoeve van Croda) en de nieuwe aansluiting van de N207 op de Schoonhovenseweg. De ingebruikname van de randweg is voorzien uiterlijk maart 2013.

Doordat er minder transporten van gevaarlijke stoffen door het plangebied plaatsvinden neemt het risico op een ongeval met gevaarlijke stoffen af. De aanleg van de zuidwestelijke randweg is dus een verbetering voor wat betreft externe veiligheid in het plangebied.

Transport over het spoor

De kortste afstand van het plangebied tot de spoorlijn Rotterdam-Utrecht is ongeveer 750 meter. Over deze spoorlijn vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De PR 10-6 contour ligt op maximaal 12 meter uit het spoor (vanuit het midden van het spoor gemeten), dus ver buiten het plangebied "Korte Akkeren". In de Visie Externe Veiligheid Gouda 2009-2013 is aangegeven dat voor een plan op deze afstand van het spoor (meer dan 200 meter) alleen het toxisch scenario een rol speelt. In de regels van het bestemmingsplan is daarom bij elke bestemming die de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk maakt, een nadere eisen-regeling opgenomen die bepaalt dat burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan de afsluitbaarheid van mechanische ventilatie.

Gezien de afstand van de planlocatie tot het spoor en de aard van de beoogde ontwikkeling (conserverend bestemmingsplan) zal er geen toename van het groepsrisico plaatsvinden. Een verantwoording is daarom niet noodzakelijk.

Transport over het water

Aan de zuidkant van het plangebied is de rivier de Hollandse IJssel gelegen. Het gedeelte van de Hollandse IJssel ter hoogte van het plangebied is niet opgenomen in het definitief ontwerp Basisnet Water. Dit betekent dat er hoogstens brandbare vloeistoffen worden vervoerd in bunkerschepen tot 300 ton. Voor de ruimtelijke ordening gelden er derhalve geen beperkingen wat betreft externe veiligheid.

Transport per buisleiding

Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen buisleidingen die in het kader van externe relevant zijn voor het plangebied.

4.3.3 Conclusie

Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen (vaar-)wegen of buisleidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied. Relevante risicobronnen zijn de spoorlijn Rotterdam – Utrecht, gelegen op ongeveer 750 meter ten noorden van het plangebied en het bedrijf Croda, direct ten zuidwesten van het plangebied.

Voor zowel het spoor als het bedrijf Croda is blootstelling aan een toxisch gas het maatgevend scenario. In het kader van de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico wordt verwezen naar paragraaf 6.2 van de “Visie Externe Veiligheid 2009-2013” van de gemeente Gouda (opgenomen als bijlage V bij de rapportage 'Milieukundig advies bestemmingsplan Korte Akkeren', dat als bijlage 1 bij deze toelichting is opgenomen).

In de regels van het bestemmingsplan is bij elke bestemming die de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk maakt, een nadere eisen-regeling opgenomen die bepaalt dat burgemeester en wethouders nadere eisen kunnen stellen aan de afsluitbaarheid van mechanische ventilatie.