direct naar inhoud van 5.4 Uitleg van de planregels
Plan: Zeil- en surfcentrum Brouwersdam
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRSurfcentrBrdam-BP40

5.4 Uitleg van de planregels

5.4.1 Opbouw van de planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • 1. inleidende regels;
  • 2. bestemmingsregels;
  • 3. algemene regels;
  • 4. overgangs- en slotregel.
5.4.2 Inleidende regels

Begrippen (Artikel 1)

Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.

Wijze van meten (Artikel 2)

Dit artikel geeft aan hoe de lengte, de breedte, de hoogte, de diepte en de oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.

5.4.3 Bestemmingsregels

Recreatie - Dagrecreatie (Artikel 3)

Binnen de bestemming Recreatie - Dagrecreatie worden door middel van functieaanduidingen de race-office, de waterjump, het zeil- en surfcentrum met bijbehorende verblijfsaccommodatie en de ecolodges toegestaan. Daarnaast zijn binnen deze bestemming bijbehorende voorzieningen zoals groen, parkeer- en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan.

Ter plaatse van het race-office de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' waarvoor een maximale bouw- en goothoogte en maximaal bebouwingsoppervlak is vastgelegd. Voor de waterjump, behorend bij het zeil- en surfcentrum, geldt een maximale bouwhoogte van 8 m.

In de bouwregels zijn de maximale maatvoeringen opgenomen voor specifieke functies die toegestaan zijn in het surfcentrum, te weten de horecagelegenheid, de surfshop en de bedrijfswoning. Voor de ecolodges geldt een maximale grondoppervlakte van 36 m2, een maximale bouwhoogte van 3,5 m en de afstand tussen ecolodges moet minimaal 5 m bedragen.

Naast gebouwen en overkappingen zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. In de bouwregels zijn voor speelvoorzieningen, lichtmasten en overige bouwwerken maximale bouwhoogten opgenomen. Voor de waterjump geldt een afzonderlijke maximale hoogtemaat.

Waterstaat - Waterstaatkundige functie (Artikel 4)

Een deel van het oppervlaktewater binnen de bestemming Recreatie - Dagrecreatie staat in open verbinding met het Grevelingenmeer. Gezien de belangen van de waterbeheerder Rijkswaterstaat, zijn deze gronden voorzien van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'. Binnen deze dubbelbestemming zijn de gronden ter plaatse tevens bestemd voor waterstaatkundige functies en zijn bouwwerken alleen toegestaan indien het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad.

5.4.4 Algemene regels

In de algemene regels zijn aanvullende regels opgenomen met betrekking tot bouwen. Daarnaast bevat dit hoofdstuk algemene afwijkingsregels.

Antidubbeltelregel (Artikel 5)

Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelregel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Algemene bouwregels (Artikel 6)

Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn. Tevens is een regeling opgenomen voor het toelaten van bouwwerken met afwijkende maten. Met deze bepaling wordt voorkomen, dat bestaande bouwwerken, die wat betreft afstandsmaten of andere maten afwijken van de maatvoering zoals vastgelegd in dit bestemmingsplan, onder het overgangsrecht komen te vallen.

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (Artikel 7)

Deze bepaling geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt.

De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.

Algemene afwijkingsregels (Artikel 8)

In dit artikel wordt het mogelijk gemaakt om af te wijken van de regel dat bouwgrenzen niet mogen worden overschreden (voor zover deze afwijkingen niet onder de regel 'algemene bouwregels' valt te scharen). Om deze afwijking mogelijk te maken kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen. Ook biedt dit artikel de mogelijkheid om via een omgevingsvergunning af te wijken van de voorgeschreven maten en percentages. Afwijken op basis van dit artikel is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.

Algemene wijzigingsregels (Artikel 9)

In dit artikel is een regeling opgenomen die het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft de bestemmingslegging te wijzigen voor gronden waar de bestemmingslegging niet conform de werkelijke situatie is opgenomen.

Overige regels (Artikel 10)

Werking wettelijke regelingen

In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, een begrip en/of een functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.

5.4.5 Overgangs- en slotregels

In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.

Overgangsrecht (Artikel 11)

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Slotregel (Artikel 12)

Deze regel bevat de titel van het plan.