Plan: | Paradijspoort C&A locatie |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0086-2001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Paradijspoort C&A locatie met identificatienummer NL.IMRO.0503.BP0086-2001 van de gemeente Delft;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met een woonfunctie in overeenstemming is;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
open buitenruimte met afscheiding uitkragend aan de verdieping van het aangrenzend hoofdgebouw;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
de oppervlakte van de bebouwing, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van het bouwvlak;
een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen en/of opslaan van producten zoals genoemd in de LvB, niet zijnde detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, hotel en horeca;
een gebied als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
voorzieningen die ten dienste staan van en ondergeschikt zijn aan de hoofdbestemming zoals parkeren, groen, water, ontsluitingswegen, bruggen, duikers, kades, taluds of beschoeiingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een tussen twee opeenvolgende vloeren gelegen, voor verblijf geschikt, deel van een gebouw met uitsluiting van een kap;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct op indirect steun vindt op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;
het totale gebouwde vloeroppervlak;
een geheel of gedeeltelijk toegevoegde bouwlaag op een gebouw boven goothoogte;
een buitenruimte, gelegen op een hoofdgebouw of op een bijbehorend bouwwerk voorzien van een afscheiding;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het
verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die die goederen kopen
voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van diensten aan derden met rechtstreeks contact met het publiek, zoals bijvoorbeeld kapperszaken en schoonheidsinstituten en het verlenen van diensten op het gebied van gezondheidszorg, sociaal-cultureel, welzijn, woonzorg, onderwijs en educatie, sport en vergelijkbare gebieden, niet zijnde kinderopvang, buitenschoolse opvang;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en deze die inrichting niet verbieden;
een bijbehorend bouwwerk aan de voorgevel van een hoofdgebouw;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is
het Hoogheemraadschap van Delfland;
een bedrijf dat geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van drank- en/of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, waaronder in ieder geval worden verstaan café's, restaurants, lunchrooms, snackbars en hiermee gelijk te stellen inrichtingen of bedrijven met uitsluiting van hotels en discotheken;
een bedrijf dat niet of slechts in ondergeschikte mate op het publiek gericht is en dat zich richt op administratieve, adviserende of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden;
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of omgevingsvergunningplicht op grond van art. 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsvergunning geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
voortbrengsels van de beeldende kunsten en bouwwerken waarvoor andere materialen dan aarde en zand gebruikt zijn, zoals sluizen, tunnels, bruggen, viaducten enz;
objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de Lijst van Bedrijfstypen die onderdeel uitmaakt van deze regels;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
voorzieningen ten behoeve van het parkeren, zoals parkeerplaatsen en de daarbij behorende in- en uitritten;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, ruimten voor nutsvoorzieningen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de hoogte van een voorziening voor betreding van een dakterras wordt gemeten vanaf de bovenkant van de bebouwing waarop de voorziening is geplaatst.
De voor 'Centrum - Filiaalwinkelgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in Centrum - Filiaalwinkelgebied:
Het gebruik van de gronden als bedoeld in lid 3.1 waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is verleend voor het hoger bouwen dan de bestaande situatie, is slechts toegestaan indien:
Het gebruik van de gronden als bedoeld in lid 3.1 waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is verleend voor het hoger bouwen dan de bestaande situatie, is slechts toegestaan indien:
Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van artikel 7 en de volgende bepalingen:
Het wonen is uitsluitend toegestaan op de verdiepingen, waarbij maximaal 50 woningen zijn toegestaan.
De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 2 van de LvB met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben.
Een aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, voor zover:
Horeca is uitsluitend toegestaan voor zover zij behoort tot ten hoogste categorie 1 van de 'Staat van horeca-activiteiten'.
Dakterrassen op gebouwen zijn toegestaan.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Alvorens een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wordt verleend, moet door de aanvrager een archeologisch onderzoek worden overgelegd op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord.
Indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 4.3.4 blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'beschermd stadsgezicht' als voorschrift aan de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verbinden dat het bevoegd gezag in de gelegenheid dient te worden gesteld om bouwhistorisch onderzoek te doen.
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de verbeelding en het bepaalde in hoofdstuk 2 Bestemmingsregels, van deze regels met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bouwhoogte | |||
Van erf- en terreinafscheidingen niet grenzend aan openbaar toegankelijk gebied | 2 m | ||
Van erf- en terreinafscheidingen elders | 1,5 m | ||
Van hekwerken en afscheidingen ten behoeve dakterrassen op aan- en uitbouwen aan de achterzijde van het hoofdgebouw, over een afstand van ten hoogste 2 m gemeten vanuit het hoofdgebouw | 2 m |
||
Van hekwerken en afscheidingen ten behoeve dakterrassen alsmede voorzieningen voor de betreding van een dakterras, gemeten vanaf de voet van het hekwerk | 1,5 m | ||
Van lichtmasten | 9 m | ||
Van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 4 m |
Het bepaalde in lid 7.2 sub b geldt niet voor een gebouw voor een woonfunctie, niet-zijnde een woonfunctie voor studenten of een woonfunctie voor zorg.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 :
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 7.4 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag past het bepaalde in de leden 7.2, 7.4 en 7.5 toe met inachtneming van de beleidsregels uit de Nota parkeernormen 2018. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt bij de toetsing uitgegaan van de nieuwe of gewijzigde beleidsregels, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Het bouwen onder peil is niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod als bedoeld in lid 7.7.1, waarbij geldt dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken als:
Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels terzake reeds een omgevingsvergunning kan worden verleend - bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor:
het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de in hoofdstuk 2 toegestane categorieën uit de Staat van Horeca-activiteiten ten behoeve van horecabedrijven in één categorie hoger dan in hoofdstuk 2 toegestaan.
Van de in lid 9.1 en 9.2 genoemde afwijkingsbevoegdheid kan slechts gebruik worden gemaakt, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Paradijspoort C&A locatie.