direct naar inhoud van 5.5 Geluid
Plan: Pauwmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0008-2002

5.5 Geluid

5.5.1 Bestaande situatie

Wegverkeerslawaai

Het plangebied ligt ingesloten tussen de Rijksweg A13, de Rijksstraat en de Jan de Oudeweg. Nabij het plangebied is tevens de belangrijke doorgaande Delfgauwseweg gelegen. In het plangebied zijn in de bestaande situatie geen geluidsgevoelige bestemmingen gelegen.

Door de ligging van het plangebied nabij diverse drukke wegen zoals de Rijksweg A13, is er in het plangebied sprake van erg hoge geluidniveaus. Deze geluidniveaus overschrijden de maximale waarden om geluidsgevoelige bestemmingen te kunnen realiseren in het plangebied. Alleen door slim ontwerp en de toepassing van maatregelen kan in dit gebied een aanvaardbaar akoestisch klimaat worden bereikt.

Spoorweglawaai

Het plangebied ligt niet in de geluidszone van het spoor.

Industrielawaai

Het plangebied ligt niet in een geluidszone van een gezoneerd industrieterrein.

5.5.2 MER en geluid

Het plangebied is gelegen in het onderzoeksgebied van de milieueffectrapportage voor Delft Zuidoost. De besluitvorming rondom medewerking aan de realisatie van onderhavig plan heeft plaatsgevonden in het kader van het MER Delft Zuidoost. In het MER is geconstateerd dat de projectlocatie een zwaar geluidbelaste locatie is. Op deze locatie worden geluidswaarden van ruim boven de 70 dB berekend, veroorzaakt door de A13. Door het treffen van ingrijpende maatregelen (o.a. dove gevels) kan geluidhinder echter worden voorkomen. Deze maatregelen zijn onderdeel van het project en geborgd in de planregels.

De geluidbelasting en de te nemen maatregelen zijn voor het bestemmingsplan nader onderzocht. Dit onderzoek wordt hieronder besproken.

5.5.3 Beleid en onderzoek
5.5.3.1 onderzoek bestemmingsplan

Op de ontwikkeling van zogenaamde geluidsgevoelige bestemmingen in de zones van wegen, spoorwegen en industrieterreinen is de Wet geluidhinder van toepassing. De Wet geluidhinder is van toepassing op de volgende geluidsgevoelige bestemmingen:

  • Woningen
  • Woonwagenstandplaatsen
  • Onderwijsgebouwen
  • Verzorgingstehuizen
  • Psychiatrische inrichtingen
  • Medische centra
  • Poliklinieken
  • Medische kinderdagverblijven
  • Terreinen in gebruik voor de in de gezondheidszorg gegeven zorg

Daarnaast is op basis van jurispudentie en in het kader van een goede ruimtelijke ordening een aantal bestemmingen eveneens als geluidsgevoelig aan te wijzen:

  • Woonboten
  • Kinderdagverblijven
  • Begraafplaatsen
  • Gebouwen voor buitenschoolse opvang
  • Recreatiewoningen en kampeerterreinen
  • Hotels

Als één van deze bestemmingen in de zone van een (spoor)weg of industrieterrein is gelegen, verplicht de Wet geluidhinder tot het uitvoeren van een onderzoek ter bepaling van de gevelbelasting van de geluidsgevoelige bestemming die wordt gerealiseerd.

In onderhavig plan is geen sprake van ligging in de zones van het spoor of industrieterreinen. Er is daarnaast sprake van één type geluidsgevoelige bestemmingen, namelijk woningen. Het vervolg van deze toelichting betreft daarom alleen de realisatie van woningen in de geluidzones van wegen.

Een weg heeft een zone die zich uitstrekt vanaf de as van de weg tot de volgende breedte aan weerszijden van de weg:

In stedelijk gebied:

  • voor een weg, bestaande uit drie of meer rijstroken: 350 meter;
  • voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken genoemde geval: 200 meter;

In buitenstedelijk gebied:

  • voor een weg, bestaande uit vijf of meer rijstroken: 600 meter;
  • voor een weg, bestaande uit drie of vier rijstroken: 400 meter;
  • voor een weg, bestaande uit een of twee rijstroken: 250 meter.

Voor wegen in woonerven en 30 km/uur wegen noemt de Wet geluidhinder geen zones.

De geluidbelasting op de gevel van de geprojecteerde geluidsgevoelige bestemming is bepalend voor de verdere toepassing van de Wet geluidhinder. Indien ten gevolge van geen van de genoemde gezoneerde wegen de in de Wet genoemde voorkeurswaarde van 48 dB voor de gevelbelasting wordt overschreden, kan het plan op basis van de Wet geluidhinder doorgang vinden. Verder onderzoek is dan niet nodig.

Indien de voorkeurswaarde wel wordt overschreden biedt de wet de mogelijkheid gebruik te maken van zogenaamde hogere waarden. Ten gevolge van binnenstedelijke wegen, de gemeentelijke wegen, bedraagt de maximale hogere waarde 63 dB. Ten gevolge van buitenstedelijke wegen zoals de Rijksweg A13 bedraagt de maximale hogere waarde 53 dB. Om in aanmerking te komen voor hogere waarden eist de wet een uitgebreider onderzoek en is het hogere waarden beleid van het bevoegd gezag van toepassing.

De Wet geluidhinder zegt dat bij het verlenen van hogere waarden ook het opgetelde niveau van alle aanwezige bronnen moet worden bepaald ter beoordeling van de aanvaardbaarheid van het akoestisch klimaat. Op basis van jurisprudentie betekent dit dat bij het overschrijden van de voorkeurswaarde ook de geluidbelasting ten gevolge van 30 km/uur wegen meegenomen dient te worden in het onderzoek. Bij het verlenen van hogere waarden mag het geluidniveau in de woning nooit hoger zijn dan 33 dB. Het opgetelde niveau is bepalend voor de vereiste gevelwering.

De Wet geluidhinder schrijft de minimale vereisten voor waaraan het akoestisch onderzoek moet voldoen, maar stelt, naast de binnenwaarde, geen aanvullende eisen bij het overschrijden van de voorkeurswaarde. Het verlenen van hogere waarden is, op enkele uitzonderingen na, een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. De Wet geluidhinder biedt het lokale bestuur dan ook de ruimte zelf beleid te ontwikkelen voor het verlenen van hogere waarden. De gemeente Delft heeft een dergelijk beleid vastgesteld op 26 oktober 2010, het beleid “Hogere Waarden Wet geluidhinder Delft” (HGW-beleid).

Het HGW-beleid is bedoeld om invulling te geven aan de wettelijk vereiste afweging van maatregelen in relatie tot het mogelijk maken van bouwen op geluidbelaste locaties. Het HGW-beleid streeft ernaar een middel te zijn voor het beperken van geluidshinder en het realiseren van een aanvaardbaar akoestisch klimaat op locaties die blootgesteld worden aan geluidniveaus boven de voorkeurswaarde.

Alle maatregelen die noodzakelijk zijn om een aanvaardbaar akoestisch klimaat te bereiken, dienen voldoende in de ruimtelijke plannen te worden verankerd. Er moeten voldoende zekerheden geboden worden voor realisatie van de maatregelen. Waar mogelijk worden de maatregelen daarom niet alleen in het hogere waarden besluit en de toelichting op het bestemmingsplan beschreven, maar worden ze tevens opgenomen op de verbeelding en in de regels.

5.5.4 Gewenste ontwikkeling

Het onderliggend plan maakt de bouw van 285 woningen mogelijk in het plangebied Pauwmolen. Woningen zijn geluidsgevoelige bestemmingen en het plangebied is gelegen in de geluidzones van diverse wegen:

  • Rijksweg A13, 6 rijstroken, 100 km/uur, zone 600 meter
  • Delfgauwseweg, 2 rijstroken, 50 km/uur, zone 200 meter
  • Rijksstraatweg, 2 rijstroken, 50 km/uur, zone 200 meter
  • Nassaulaan, 2 rijstroken, 50 km/uur, zone 200 meter

De 30 km/uur wegen nabij het plangebied zijn eveneens in het onderzoek betrokken.

Door deze ligging is er sprake van erg hoge geluidniveaus en is er duidelijk sprake van een overschrijding van de voorkeurswaarde op de gevels van de geprojecteerde woningen. Realisatie van het plan is alleen mogelijk als uit akoestisch onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de eisen uit de Wet geluidhinder en het HGW-beleid. Voor onderliggend plan is het akoestisch onderzoek uitgevoerd door adviesburo Nieman. Het rapport van 17 oktober 2011 (kenmerk Gr050046ajA1.ero) is als bijlage opgenomen bij dit bestemmingsplan. De uitgangspunten van het onderzoek zijn in overeenstemming met de milieueffectrapportage Delft Zuidoost.

Uit het onderzoek blijkt dat zonder maatregelen de voorkeurswaarde veelvuldig wordt overschreden en zelfs de maximale hogere waarde op veel gevels wordt overschreden. Vooral de Rijksweg A13 zorgt door de buitenstedelijke ligging voor veel overschrijdingen van de maximale hogere waarde van 53 dB. Oplossingen aan de bron blijken niet doeltreffend of doelmatig, onder meer omdat op de A13 reeds sprake is van een snelheidsverlaging van 120 km/uur naar 100 km/uur en deze snelweg voorzien is van het stille enkellaags ZOAB. Vervanging van het asfalt op de A13 door het nog stillere dubbellaags ZOAB is kostbaar en neemt de noodzaak tot het treffen van eveneens kostbare maatregelen in de overdrachtssfeer niet weg. Bovendien, zoals blijkt uit het onderzoek, hebben maatregelen in de overdrachtsfeer veel meer effect. Het toepassen van dubbellaags ZOAB is daarom niet doeltreffend en toepassing van beide maatregelen is vanwege de hoge kosten niet doelmatig.

Naast de A13 zorgt de Delfgauwseweg op een klein aantal waarneempunten voor een geringe overschrijding van de voorkeursgrenswaarde (of er is sprake van een dove gevel). Het toepassen van stil asfalt op de Delfgauwse weg is daarom ook als niet doelmatig beoordeeld.

In de overdrachtssfeer zijn wel maatregelen mogelijk en blijkt het plaatsen van een scherm aan weerszijden van de woontoren aansluitend aan de laagbouw een doelmatige oplossing om het geluidniveau op de gevels van de woningen te reduceren. Het deel van de woontoren wat door de schermen niet afgeschermd wordt, wordt uitgevoerd met dove gevels. Woningen met uitsluitend een dove gevel als buitengevel krijgen een paneel waarmee een deel van de gevel afgeschermd wordt en geen onderdeel meer uitmaakt van de dove gevel. Het achtergelegen raam zal te openen zijn waardoor ook voor deze woningen natuurlijke ventilatie van de woning mogelijk is. Omdat een buitenruimte per woning ontbreekt wordt er voorzien in een collectieve buitenruimte die door plaatsing van de geluidschermen voor een groot deel geluidluw is.

Voor de woningen waarbij de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, dienen hogere waarden te worden vastgesteld. Dit besluit wordt genomen voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld.

Tot slot dienen maatregelen bij de ontvanger in de vorm van geluidsisolatie van de gevel ervoor zorg te dragen dat het maximaal toegestane geluidniveau in de woning, de zogenaamde binnenwaarde, de 33 dB niet overschrijdt. Toetsing aan de maximale waarde voor het geluidniveau in de woning vindt plaats bij de toetsing van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.

5.5.5 Conclusie

Op basis van het uitgevoerde akoestisch onderzoek en de voorgestelde maatregelen, is het college van burgemeester en wethouders van mening dat er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Er wordt voldaan aan de Wet geluidhinder en aan het doel van het gemeentelijk HGW-beleid. Het college heeft hiervoor een besluit hogere waarden Wet geluidhinder voor bestemmingsplan Pauwmolen genomen.

Gezien de hoge geluidniveaus op de gevels van het plan Pauwmolen, worden de maatregelen die zorgdragen voor een aanvaardbaar akoestisch klimaat geborgd in de besluitvorming. De maatregelen behorende uit het HGW-besluit zijn daarom waar mogelijk op de verbeelding ingetekend en in de planregels opgenomen.