direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Delft Oost (Delftse Hout)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0007-2002

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. recreatie- sport- en leisurevoorzieningen;
  • c. een hotel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • d. een kinderdagverblijf uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • e. een kartbaan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kartbaan';
  • f. een bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • g. een opslagplaats uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • h. een kantoor uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - 1' tevens voor:
    • 1. een groothandel in horecabenodigdheden;
    • 2. overige groothandelsactiviteiten;
    • 3. religieuze activiteiten;
    • 4. detailhandel;
    • 5. ondersteunende horeca;
  • j. bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de regels van artikel 26 en de volgende bepalingen:

  • a. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag worden overschreden voor het plaatsen van reclame-uitingen, waarbij geldt dat de hoogtematen van de reclame-uitingen maximaal 4 meter mag bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van de reclame-uiting;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is lid 18.2.1 overeenkomstig van toepassing.
5.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van artikel 26 en de volgende bepalingen:

  • a. fietsenstallingen zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan.
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Bruto vloeroppervlak

Voor de in lid 5.1 onder i genoemde activiteiten gelden de volgende voorwaarden:

  • a. het maximum bruto vloeroppervlak van groothandelsactiviteiten bedraagt 14.000 m2;
  • b. voor een groothandel in horecabenodigdheden geldt - in afwijking van het vorige lid - een maximum bruto vloeroppervlak van 49.600 m2;
  • c. voor religieuze activiteiten geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 1.500 m2;
  • d. voor detailhandel geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 1.200 m2;
  • e. voor ondersteunende horeca geldt een maximum bruto vloeroppervlak van 350 m2 .
5.3.2 Milieucategorie

De in lid 5.1 sub a en b genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan voorzover zij behoren tot ten hoogste categorie 3.1 van de LvB.

5.3.3 Gebruiksverbod

Niet toegestaan zijn:

  • a. Bevi-inrichtingen;
  • b. geluidhinderlijke inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • d. seksinrichtingen.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.3.1 om bedrijven tot en met categorie 4 van de LvB mogelijk te maken;
  • b. het bepaalde in lid 5.3.1 om bedrijven toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
5.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 3.1 of lager en indien de kwaliteit van de leefomgeving niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit en economisch functioneren.

5.4.3 Afwijken gebruiksgebod

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.3.3 sub d voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen het gehele gemeentelijke grondgebied zijn maximaal 2 seksinrichtingen toegestaan;
  • b. binnen een straal van 250 m vanaf NS-stations en binnen een straal van 50 m vanaf gebedshuizen en scholen zijn seksinrichtingen niet toegestaan;
  • c. de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde dient minimaal 10 m te bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen de 2 seksinrichtingen dient minimaal 50 m te bedragen;
  • e. ten behoeve van de seksinrichting dient in voldoende mate in parkeergelegenheid voor de bezoekers te zijn voorzien;
  • f. een seksinrichting in de vorm van een raamprostitutiebedrijf is niet toegestaan.
5.5 Wijzigingsregels
5.5.1 Oppervlak groothandel

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen en het bepaalde in lid 5.3.1 sub a te laten vervallen. Van deze bevoegdheid kan gebruik worden gemaakt indien dat niet tot gevolg heeft dat de maximale capaciteit van de kruising Brasserskade - Poortweg wordt overschreden.