direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Delft Oost (Delftse Hout)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0007-2002

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. gemaal ter plaatse van de aanduiding 'gemaal';
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • e. bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van artikel 26 en de volgende bepalingen:

  • a. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is lid 18.2.1 overeenkomstig van toepassing;
  • e. de bouwhoogte mag worden overschreden voor het plaatsen van reclame-uitingen, waarbij geldt dat de hoogtematen vande reclame-uiting maximaal 4 m mag bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van de de reclame-uiting.
4.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van artikel 26 en de volgende bepalingen:

  • a. fietsenstallingen zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Milieucategorie

De in lid 4.1, sub a genoemde functie is uitsluitend toegestaan voorzover zij behoort tot categorie 1 en 2 van de LvB.

4.3.2 Gebruiksverbod

Niet toegestaan zijn:

  • a. Bevi-inrichtingen;
  • b. geluidhinderlijke inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • c. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • d. seksinrichtingen.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.3.1 om bedrijven uit categorie 3.1 van de LvB mogelijk te maken;
  • b. het bepaalde in lid 4.3.1 om bedrijven toe te laten die niet genoemd worden in de LvB.
4.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 2 en indien de kwaliteit van de leefomgeving niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit en economisch functioneren.

4.4.3 Afwijken gebruiksgebod

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.2 sub d voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen het gehele gemeentelijke grondgebied zijn maximaal 2 seksinrichtingen toegestaan;
  • b. binnen een straal van 250 m vanaf NS-stations en binnen een straal van 50 m vanaf gebedshuizen en scholen zijn seksinrichtingen niet toegestaan;
  • c. de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde dient minimaal 10 m te bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen de 2 seksinrichtingen dient minimaal 50 m te bedragen;
  • e. ten behoeve van de seksinrichting dient in voldoende mate in parkeergelegenheid voor de bezoekers te zijn voorzien;
  • f. een seksinrichting in de vorm van een raamprostitutiebedrijf is niet toegestaan.