direct naar inhoud van 6.2 Ecologie
Plan: Rietveld 109
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0006-2002

6.2 Ecologie

6.2.1 Bestaande situatie

Het plangebied maakt deel uit van het stedelijk gebied van Delft. Het gebied ligt verder niet in de nabije omgeving van beschermde gebieden met een beleidsmatige status, zoals kerngebieden uit de Ecologische Hoofdstructuur, beschermende en staatsnatuurmonumenten en speciale beschermingszones uit de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn. Het plangebied ligt niet in de ecologische hoofdstructuur van Delft maar maakt wel onderdeel uit van de ecologie in de wijken.

6.2.2 Beleid en onderzoek

Ecologiebeleid is terug te vinden in regelingen zoals de Flora- en faunawet, het Ecologieplan Delft 2004-2015 en het Bomenbeleid 2008.

De Flora- en faunawet is gericht op soortenbescherming. De Flora- en faunawet kent een verbod op het aantasten of verstoren van beschermde dier- en plantsoorten, alsmede het aantasten of verstoren van de nesten, holen of andere voortplantings- of vast rust- en verblijfplaatsen, tenzij ontheffing wordt verleend door de minister van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit. In principe zijn alle zoogdieren, vogels, amfibieƫn, reptielen en vissen die in Nederland voorkomen, beschermd.

Het doel van de nota 'Ecologieplan Delft 2004-2015, Een groen netwerk, de groene aders van Delft' (gemeente Delft, 2004) is een goede ecologische structuur te realiseren met een kwaliteit die een terugkeer van uit Delft verdwenen planten en dieren mogelijk maakt. En om de biodiversiteit in de stad te waarborgen. In het ecologieplan zijn drie ambitieniveaus voor de kwaliteit van de natuur opgenomen, natuur als cultuurgoed, natuur als belevingsgoed en natuur als natuurgoed. Het ambitieniveau voor de kwaliteit van de natuur in de omgeving van het plangebied, is natuur als cultuurgoed. Indien door een ontwikkeling het ecologisch netwerk in kwaliteit achteruit gaat of zelfs verdwijnt dient er gecompenseerd te worden door een bijdrage in de ecologiereserve. Deze reserve wordt gebruikt om de ecologische structuren in Delft te versterken.

Het bomenbeleid van Delft 2008 heeft als doel de houtopstand van Delft te beschermen. De gemeente Delft streeft naar een aantrekkelijke woon- en werkomgeving met voldoende kwalitatief openbaar groen, waaronder houtopstanden. Delft wil het bomenbestand op een zodanig peil houden dat geen afbreuk wordt gedaan aan de groene belevingswaarde en de leefbaarheid van Delft waarbij extra aandacht en bescherming wordt gegeven aan bomen met natuur- en milieuwaarden, landschappelijke waarde, waarde voor stadsschoon, cultuur en monumentale waarde en waarde voor recreatie en leefbaarheid.

Op het plangebied staan nu nog gebouwen die ten behoeve van deze ontwikkeling zullen worden gesloopt. Mogelijk zijn er hier beschermende flora en fauna aanwezig.

Voor dit bestemmingsplan is een eenmalige inventarisatie noodzakelijk naar het voorkomen van beschermde soorten. Dit onderzoek is op 28 oktober 2009 uitgevoerd door Ecologisch adviesbureau van der Goes en Groot. Uit het onderzoek blijkt dat op basis van de Flora- en faunawet geen ontheffing aangevraagd hoeft te worden. Wel dienen verstorende werkzaamheden (zoals het inkorten van de wilg en het slopen van het gebouw) buiten het broedseizoen plaats te vinden om verstoring van broedvogels te voorkomen. Het broedseizoen loopt ruwweg van maart tot en met juli. Tevens dient de aanwezige Brede wespenorchis met een ruime hoeveelheid grond te worden uitgegraven en elders op een beschaduwde plek te worden teruggeplant en dient te allen tijde de algemene zorgplicht in acht genomen te worden.

6.2.3 Gewenste ontwikkeling

De ontwikkeling heeft geen directe gevolgen op de duurzame instandhouding van beschermde soorten.

Het ambitieniveau voor de locatie is natuur als cultuurgoed. Het gaat om de kleinschalige groene elementen binnen de wijk. Het speelt een belangrijke rol in het voorkomen van doelsoorten als vleermuizen, amfibieƫn, vlinders en vogels. Ambitie is soortenrijke natuur op wijkniveau te stimuleren, met specifieke stedelijke soorten. Ook de boomstructuur in de wijken speelt een belangrijke rol met name als stepping stones voor vogels. De ontwikkeling bewerkstelligt een kwantitatieve verbetering van het groenoppervlak op de locatie. De op de locatie aanwezige bomen dienen zover mogelijk te worden ingepast.

6.2.4 Conclusie

De ontwikkeling voldoet aan de Flora- en faunawet en het Ecologieplan Delft. Tevens moet voldaan worden aan de Bomenverordering Delft 2008.