Plan: | Structuurvisie Brielle |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002 |
Archeologie en landschap zijn nauw met elkaar verbonden. De mens heeft immers altijd gebruikgemaakt van het landschap. Eerst door die delen te bewonen die daarvoor het meest geschikt waren, later door het landschap naar eigen behoefte in te richten. Archeologische waarden en sporen hebben recreatieve waarde en fungeren als versterker van de identiteit van de gemeente.
Ruim 37% van het grondgebied van Brielle heeft een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Dat wil zeggen dat de kans aanwezig is dat bij verstoring van deze gebieden archeologische resten worden aangetroffen25.
Bescherming van archeologisch erfgoed
Per 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz) in werking getreden. In deze Wet zijn gemeenten aangewezen als primair verantwoordelijk voor de (planologische) bescherming van het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van de Wet is - conform de uitgangspunten van het Verdrag van Valletta - dat archeologisch erfgoed zoveel mogelijk in de bodem bewaard moet blijven. Indien dit niet mogelijk is, moet de informatie uit het bodemarchief worden gedocumenteerd door middel van archeologisch onderzoek.
Inzet van het gemeentelijke Beleidsplan Archeologie is zorgvuldig om te gaan met de archeologische waarden. In het plan staat bijvoorbeeld welke bodemingrepen onderzoeksplichtig zijn en welke niet.
Historisch-geografische patronen en elementen
Brielle kent veel historisch-geografisch waardevolle patronen en elementen), zoals hieronder beschreven26.
Verkavelingspatroon en patroon van wegen, dijken, waterlopen bebouwingslinten en dijken
Het huidige verkavelingspatroon en patroon van wegen, waterlopen, dijken en bebouwingslinten dateren deels nog uit de ontginningsfase. Daardoor vertegenwoordigen deze patronen een grote historisch-geografische waarde. Onderstaande figuur geeft de historisch-landschappelijk waardevolle lijnen en vlakken27weer.
Fort Peltsersdijk en vesting Brielle
In het bijzonder de vesting Brielle, het Fort Peltsersdijk en de liniedijk ter plaatse van de G.J. van de Boogerdweg-Rijksstraatweg zijn de nog zichtbare overblijfselen van de stelling van de Monden van de Maas en het Haringvliet. Ter bescherming van de landschappelijke herkenbaarheid van de vesting Brielle is, behalve het gebied binnen de wallen, ook het aangrenzende agrarisch gebied aangewezen als beschermd stadsgezicht. In het bestemmingplan Vesting en de in dat bestemmingsplan opgenomen kwaliteitsnota zijn de cultuurhistorische en archeologische waarden in detail beschreven en geborgd.
Wielen en Steenen Baak
Bijzondere elementen zijn verder de twee wielen ten noorden van de Ooievaarsdijk. Daarnaast is de uit 1630 daterende voormalige vuurtoren Steenen Baak een waardevol element. De vuurtoren ligt net buiten de gemeentegrens en werd tot 1850 gebruikt om schepen op de Brielse Maas te begeleiden. Op deze locatie bevond zich tevens een van de zwaarste kustbatterijen van Nederland met in 1782 22 kanonnen van 36 pond. De contouren van deze batterij zijn nog te herkennen in aarden wallen. Binnen de batterij staat een replica van een zogenaamde kogeloven waarin kanonskogels werden verhit om ze vervolgens af te schieten op vijandige houten schepen.
Archeologische waarden
De oudste bewoningsresten uit de regio dateren uit de periode tussen circa 2700 en 2000 v. Chr. en zijn aangetroffen op de oeverwallen van een geul tussen Simonshaven en Hekelingen. Door zeespiegelrijzingen werd dit gebied later weer verlaten. Pas in de ijzertijd, rond 500 v. Chr., werd het gebied opnieuw bewoond. Uit deze periode dateren ook de eerste ontwaterings- en ontginningspogingen van het uitgestrekte veengebied. In de Romeinse tijd werd het gebied verder ontgonnen en nam de bewoningsdichtheid toe. In de 3e eeuw kwam aan de bewoning een einde. Pas rond de 10e eeuw was er opnieuw sprake van bewoning en werd een begin gemaakt met het inpolderen van het gebied. De verschillende bewoningsfasen van het gebied hebben geleid tot een grote rijkdom aan archeologische (verwachtings)waarden. Bovenstaande figuur en de archeologische waarden- en verwachtingskaart (Bijlage 7) geven de bijzondere locaties weer.