direct naar inhoud van 6.2 Ontwikkelingsperspectief
Plan: Structuurvisie Brielle
Status: vastgesteld
Plantype: structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.structuurvisie0130-0002

6.2 Ontwikkelingsperspectief

Op basis van de huidige landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het plangebied en ontwikkelingen hierin is het volgende ontwikkelingsperspectief tot stand gekomen.

Behoud en versterken van de landschappelijke kwaliteit
Samenhang, herkenbaarheid en identiteit zijn vooral kwetsbaar voor veranderingen in het grondgebruik, de centrale factor in een cultuurlandschap. Behoud of versterking van de landschappelijke kwaliteit zal dan ook gestuurd moeten worden via het grondgebruik. Zo zal het oprichten van bebouwing, beplanting of kassen in de nabijheid van waardevolle en elementen als forten of de beschermde vesting van Brielle voorkomen moeten worden. De aanwijzing van de omgeving van Brielle, als onderdeel van het beschermde stadsgezicht, is gericht op het voorkomen van een dergelijke aantasting. Bij nieuwe ontwikkelingen in het beschermd stadsgezicht moet dan ook rekening worden gehouden met de cultuurhistorische waarde van de vesting en zijn omgeving.

In stand houden contrast openheid/beslotenheid
Kenmerkend voor het vroegere landschap is het contrast tussen de open polders en de besloten dijklinten. Dit kenmerk is echter nauwelijks nog herkenbaar en moet waar mogelijk worden hersteld door:

  • behoud en versterking dijkbeplantingen;
  • tegengaan van verdere verdichting van de polders;
  • behoud beschermd stadsgezicht.

De sanering van verspreid liggende glastuinbouw, vooral in de buurt van de kern van Brielle heeft een positief effect op de beleving en de openheid van het landschap. De concentratie van diezelfde glastuinbouw levert lokaal natuurlijk weer een aantasting van het landschap op. De vormgeving en landschappelijke inpassing van deze glastuinbouwconcentratie is daarom erg belangrijk. Het saneren van glastuinbouw is overigens al in gang gezet.

Herstellen en opwaarderen van kreken- en dijkenpatroon
Het landschap is kwetsbaar voor aantasting van patronen. In dit kader is het in stand houden en herstellen van het kreken- en dijkenpatroon van groot belang aangezien deze patronen de dragers van de landschappelijke hoofdstructuur vormen. Nieuwe ruimtevormende elementen (bebouwing en beplanting) moeten in deze landschappelijke hoofdstructuur worden ingepast. Waar mogelijk moeten verdwenen of verminkte onderdelen van het kreken- en dijkenpatroon worden hersteld.

Behoud van kleine landschapselementen
De verschillende soorten landschapselementen (wielen, erfbeplantingen, solitaire bomen en boomgroepen) dragen in belangrijke mate bij aan het karakteristieke landschapsbeeld. Sommige beplantingen zijn zeer oud en daarom onvervangbaar. Veel elementen vragen bovendien regelmatig beheer en onderhoud. Planologische bescherming van deze beplantingen is minimaal gewenst.

Behoud of herstel van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Behoud van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is van groot belang aangezien deze elementen een belangrijke karakteristiek van het gebied vormen. De waardevolle, gebouwde elementen kunnen worden aangetast door onzorgvuldige uitbreiding en restauratie, verwijdering of aantasting van omliggende beplantingen. Een andere mogelijke bedreiging vormt het oprichten van sterk contrasterende elementen (bijvoorbeeld windturbines) in de nabijheid van historische bebouwing.

Koesteren van archeologische waarden
De archeologische waarden worden bedreigd door grondwerkzaamheden die samengaan met de aanleg van bijvoorbeeld wegen, bebouwing en watergangen. Ook peilverlaging is zeer schadelijk aangezien dit leidt tot het oxideren van organisch materiaal in de bodem.
Het koesteren van archeologisch waardevolle terreinen is van belang aangezien deze terreinen onvervangbare informatie bevatten over het leven van de mensen die hier vele eeuwen geleden hebben gewoond. Aantasting is altijd onomkeerbaar.
Archeologie wordt, zelfs als het onzichtbaar onder de grond aanwezig is, beleefbaar gemaakt door middel van concrete producten als fiets- en wandelroutes, maar ook door het plaatsen van kunstobjecten die verwijzen naar het verhaal van het verleden langs deze routes. De resultaten van eventueel archeologisch onderzoek voorafgaand aan de ruimtelijke ontwikkeling wordt gebruikt bij het ruimtelijk ontwerp of de landschappelijke inrichting, en verleend op die manier meerwaarde aan de betreffende ontwikkeling.