direct naar inhoud van 6.9 Externe veiligheid
Plan: Fruitteelt Vierpolders
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.fruitteeltvierpldr-0130

6.9 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Risicovolle inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Aan grenswaarden moet altijd worden voldaan, van richtwaarden kan om gewichtige reden worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan de grenswaarde worden voldaan en met de richtwaarde rekening worden gehouden (bij bestaande en nieuwe situaties). Op basis van het Bevi geldt een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoor

De risiconormering ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen volgt uit de circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen (circulaire RVGS). Op basis van deze circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten betreft dit een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR (bestaande en nieuwe situaties) of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Op een afstand van 200 m vanaf het tracé hoeven in principe geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) met betrekking tot PR en GR. Voor overige planologisch relevante leidingen (zoals regionale waterleidingen) gelden belemmeringenzones waar rekening mee moet worden gehouden.

Onderzoek

Uit de provinciale risicokaart blijkt dat in de directe omgeving van het projectgebied één inrichting ligt die onder het Bevi valt, namelijk het tankstation met lpg-installatie aan de Seggelant-Zuid nummer 1. Deze inrichting ligt op ongeveer 300 m van het plangebied. Voor deze inrichting gelden verschillende PR 10-6-risicocontouren. De grootste is die rond het vulpunt, deze bedraagt 45 m. Het invloedsgebied voor het GR bedraagt 150 m. Aangezien het plangebied buiten de PR 10-6-risicocontour en buiten het invloedsgebied voor het GR ligt, vormt deze inrichting geen belemmering voor de vaststellling van dit bestemmingsplan.

In de omgeving van het plangebied ligt ook een aantal risicovolle inrichtingen die niet onder het Bevi vallen. Ook van deze inrichtingen liggen de PR 10-6-risicocontouren en invloedsgebieden voor het GR niet over het plangebied.

Uit de provinciale risicokaart blijkt dat over de Groene Kruisweg gevaarlijke stoffen worden vervoerd. De PR 10-6-risicocontour ligt niet buiten de wegas. De PR 10-8-risicocontour – indicatief voor het invloedsgebied voor het GR – ligt 127 m buiten de wegas. Alleen de ontwikkelingen aan de Spanjaardweg (realisatie minicamping en nieuwe schuur) heeft invloed op de personendichteid. Ter plaatse van de percelen aan de Groene Kruisweg en aan de Nolle voorziet het bestemmingsplan namelijk slechts in de interne verbouwing van een reeds bestaande loods en het mogelijk maken van fruitteelt op reeds bestaande agrarische gronden. Deze ontwikkelingen hebben geen invloed op de personendichtheid. Aangezien de percelen aan de Spanjaardweg op meer dan 127 m van de Groene Kruisweg liggen, heeft de vaststelling van dit bestemmingsplan geen inlvoed op de hoogte van het GR. Uit de provinciale risicokaart blijkt dat het GR in de huidige situatie kleiner is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Een uitgebreide verantwoording van het GR kan daarom achterwege blijven. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

In de omgeving van het plangebied worden geen gevaarlijke stoffen over het spoor vervoerd. Wel vindt er vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over het Hartelkanaal. Aangezien deze vaarweg ongeveer 800 m ten noorden van het plangebied ligt, vormt ook het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

Ongeveer 500 m ten zuiden van het deel van het plangebied dat aan de Groene Kruisweg ligt, loopt de hogedruk aardgastransportleiding W-538-02-KR. Deze leiding heeft een maximale werkdruk van 40 bar en een uitwendige diameter van 6 inch. Het invloedsgebied van een dergelijke leiding bedraagt 70 m. Aangezien het plangebied hier ruimschoots buiten ligt, vormt het vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect externe veiligheid geen belemmering oplevert voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.