Plan: | Outdoorcentrum |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0501.OUTDOORCENTRUM-0110 |
Inleiding
Binnen het plangebied zal het bestaande terrein van het outdoorcentrum worden uitgebreid, hierbij zal eveneens een restaurant gerealiseerd worden. In onderstaande paragraaf is de verkeersstructuur rondom het plangebied beschreven. Vervolgens is gekeken naar de parkeerbehoefte en de verkeersafwikkeling en is bepaald of de uitbreiding zal leiden tot problemen op deze aspecten.
Verkeersstructuur
Bereikbaarheid gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer
De locatie wordt ontsloten vanaf de Kanaaldijk West, dit zal in de nieuwe situatie niet veranderen. Via de Kanaaldijk West wordt aangesloten op de Groene Kruisweg (N218) en op de Kanaaldijk West (N494). De oostelijke aanrijdroute, via de Groene Kruisweg, geeft aansluiting op de A15 (Maasvlakte – Enschede). De westelijke aanrijdroute, via de Groene Kruisweg, geeft aansluiting op de N57 (A15 – Middelburg). De route over de Kanaaldijk West (N494) geeft verbinding in de richting van Hellevoetsluis. Het fietsverkeer wordt eveneens afgewikkeld over de Kanaaldijk West.
De Kanaaldijk West is tussen de aansluiting met de Bernissedijk en het Outdoorcentrum gecategoriseerd als erftoegangsweg buiten de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 60 km/h. Het overige deel is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 80 km/h.
Parkeren
De bezoekers van het Outdoorcentrum uit de directe omgeving (Zwartewaal, Heenvliet, Hellevoetsluis en Brielle) komen regelmatig met de fiets naar de locatie. Tevens beschikt een groot deel van de bezoekers, vanwege de leeftijd, nog niet over een rijbewijs. Deze groep maakt gebruik van het openbaar vervoer. Ook kiest een groot percentage van de bezoekende groepen voor groepsvervoer. Groepsvervoer wordt ook vanuit de eigen onderneming actief aangeboden in de vorm van de Outdoor Brielle Touringcar.
Om een schatting te kunnen maken van de hoeveelheid auto's op een bepaald moment, is gekeken naar de soort bezoekers en het type arrangement. Door het Outdoorcentrum is onderstaande informatie aangeleverd:
Aangenomen kan worden dat de bezettingsgraad 2,2 personen per auto bedraagt. Tevens zal 70 % gebruik maken van de auto en 30 % van andere vervoerswijzen.
Ten aanzien van parkeren zijn twee situaties bekeken, één met 100% autogebruik en één met 70% autogebruik. Door het Outdoorcentrum is een verwachte bezetting van het aantal personen op de locatie aangeleverd. Op een topdag zullen maximaal 300 personen gelijktijdig aanwezig zijn. Omdat deze maximale bezetting niet veel zal voorkomen is voor het bepalen van de parkeerbehoefte uitgegaan van 200 personen die gelijktijdig op de locatie aanwezig zullen zijn.
100 % autogebruik
Parkeerbehoefte = maximaal aantal personen / bezettingsgraad = 200 / 2,2 = 91 auto's.
70 % autogebruik
Parkeerbehoefte = maximaal aantal personen / bezettingsgraad = 140 / 2,2 = 64 auto's.
Hieruit blijkt dat tussen de 64 en 91 parkeerplaatsen benodigd zijn. Voor de bussen zijn eveneens parkeerplaatsen benodigd. In de nieuwe situatie worden 92 parkeerplaatsen voor personenauto's gerealiseerd, 4 invalide parkeerplaatsen en 3 parkeerplaatsen voor bussen. Hiermee wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen.
Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling
In de huidige situatie heeft het Outdoorcentrum jaarlijks ca 6.126 bezoekers (2009). Deze informatie blijkt uit het Ondernemingsplan van het Outdoorcentrum. Dit zal in de toekomst toenemen tot ca 20.000 bezoekers (doelstelling 2013).
De uitbreiding zal leiden tot extra verkeersbewegingen van en naar de locatie. Voor de berekening van de verkeersgeneratie is uitgegaan van een worst case situatie dus van de maximale bezetting in de nieuwe situatie zoals aangeleverd door het Outdoorcentrum. Net als bij de berekening van de parkeerbehoefte is uitgegaan van 2,2 personen per voertuig.
Tabel 4.1 Verkeersgeneratie
Aankomst aantal personen | Aankomst aantal motorvoertuigen | Vertrek aantal personen | Vertrek aantal motorvoertuigen | |
10:00 | 100 | 45 | ||
13:00 | 100 | 45 | ||
16:00 | 150 | 68 | 100 | 45 |
19:00 | 150 | 68 | 100 | 45 |
Na 22:00 | 300 | 136 | ||
Totaal | 226 | 226 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de verkeersgeneratie (het totaal aantal aankomsten en vetrekken) 452 mvt/etmaal bedraagt. Zoals eerder aangegeven zullen veel bezoekers met groepsvervoer komen. Hiervoor rijdt de Outdoor Brielle Touringcar van en naar de locatie. Aangenomen kan worden dat de totale verkeersgeneratie zeker niet meer dan 450 mvt/etmaal zal bedragen.
Dit verkeer zal zich afwikkelen over de Kanaaldijk West. Op de Kanaaldijk West zijn geen verkeersgegevens bekend. Van de Bernissedijk en de Wieldijk zijn wel telgegevens bekend. In 2007 bedroeg de verkeersintensiteit op de Bernissedijk 850 mvt/etmaal en in 2010 bedroeg de intensiteit op de Wieldijk 1.600 mvt/etmaal.
De Kanaaldijk West is een erftoegangsweg, voor dergelijke wegen wordt doorgaans een verkeersintensiteit van 4.000 tot 6.000 mvt/etmaal aanvaardbaar geacht. Gelet op de intensiteiten op de aanliggende wegen kan aangenomen worden dat de verkeersintensiteit op de Kanaaldijk West, zelfs met de uitbreiding van het Outdoorcentrum, ver onder de maximaal toelaatbare intensiteit op deze weg ligt. Gesteld kan dan ook worden dat de Kanaaldijk West voldoende is ingericht om een adequate en veilige afwikkeling van het verkeer mogelijk te maken.
Conclusie
De ontsluiting voor het gemotoriseerd verkeer is net als in de huidige situatie goed te noemen. Het Outdoorcentrum is gelegen in de nabijheid van belangrijke ontsluitende wegen. Om in de eigen parkeerbehoefte te kunnen voorzien dienen tussen de 64 en 91 parkeerplaatsen voor het autoverkeer te worden aangelegd. Uit het inrichtingsplan blijkt dat er 92 parkeerplaatsen voor personenauto's gerealiseerd worden. Tevens worden er parkeerplaatsen voor bussen aangelegd. Ook na de uitbreiding zullen zich geen problemen in de verkeersafwikkeling voordoen. Het aspect verkeer staat de uitbreiding van het Outdoorcentrum dan ook niet in de weg.